Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 19
Slide 1 - Diapositive
herhaling
Slide 2 - Diapositive
Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend
Slide 3 - Quiz
Wat is geen onderdeel van het eigen vermogen
A
Geplaatst aandelenkapitaal
B
Onverdeelde winst
C
Maatschappelijke aandelenkapitaal
D
Herwaarderingsreserve
Slide 4 - Quiz
Een NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen een koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Hoeveel neemt het geplaatste aandelenkapitaal toe?
A
€1.400.000
B
€400.000
C
€1.000.000
D
€40.000
Slide 5 - Quiz
Obligatielening is
A
Kort Vreemd Vermogen
B
Lang Vreemd vermogen
Slide 6 - Quiz
een ander woord voor "ontvangen leverancierskrediet":
A
debiteuren
B
crediteuren
C
uitstel van betaling
D
vooruitbetaalde bedragen
Slide 7 - Quiz
Een obligatielening wordt uitgegeven voor de koers van 98%. Het interestpercentage van de obligatielening ligt:
A
hoger dan die van vergelijkbare obligaties
B
lager dan die van vergelijkbare obligaties
C
gelijk aan die van vergelijkbare obligaties
Slide 8 - Quiz
Je bestelt online Alexander McQueen schoenen bij de Bijenkorf voor € 500,- en betaald meteen met iDeal. De schoenen zullen over 3 dagen bezorgd worden. Is er sprake van een leverancierskrediet of afnemerskrediet. En is voor de Bijenkorf deze € 500,- een activa of passiva
A
Leverancierskrediet
Activa
B
Leverancierskrediet
Passiva
C
Afnemerskrediet
Activa
D
Afnemerskrediet
Passiva
Slide 9 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van de les:
Kan je de vragers van vermogen noemen.
Kan je aangeven welke vermogens de vragers nodig hebben.
Kan je de aanbieders van vermogen noemen.
Kan je beschrijven op welke wijze het vermogen wordt aangeboden.
Slide 10 - Diapositive
Is de vermogensmarkt een abstracte markt of een concrete markt?
A
Abstracte markt
B
Concrete markt
Slide 11 - Quiz
Vragers van vermogen
Slide 12 - Diapositive
Wie vragen er allemaal om vermogen?
Slide 13 - Carte mentale
Consumenten
Grote uitgaven
Geld lenen
Slide 14 - Diapositive
De overheid
Verschillende lagen overheid
Financieringstekort
Staatsolblitaties
Laag risico dus lage rente
Slide 15 - Diapositive
Ondernemingen
Kapitaalgoederen
Vervangingsinvesteringen
Uitbreidingsinvesteringen
Eigen vermogen: Aandelen
Vreemd vermogen: Lening
Slide 16 - Diapositive
Welke kosten ontstaan er als je geld leent?
Slide 17 - Carte mentale
Financieringskosten
Rentekosten
Afsluitingskosten
Notariskosten
Slide 18 - Diapositive
Aanbieders van vermogen
Slide 19 - Diapositive
Wie bieden er allemaal vermogen aan?
Slide 20 - Carte mentale
Institutionele beleggers
Pensioenfondsen
Levensverzekerings-maatschappijen
Aandelen, gebouwen, obligaties en onderhandse leningen
Slide 21 - Diapositive
Spaarders
Spaarrekening
Bank leent uit
Slide 22 - Diapositive
Beleggingsfondsen
Beheert vermogen
Voorbeeld: Robeco
Participaties
Gespreid
Slide 23 - Diapositive
Ondernemingen
Geld over
Beleggen
Verschil tussen investeren en beleggen
Slide 24 - Diapositive
Overheid
Geld over
Gemeenten
Waterschappen
Sociale fondsen
Slide 25 - Diapositive
Hoe komen institutionele beleggers aan geld om te beleggen?
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
Opdrachten
Maak opdracht 19.1 t/m 19.3
Slide 28 - Diapositive
Havo H19 Vermogensmarkt
paragraaf 3 de kapitaal markt en de geldmarkt
Slide 29 - Diapositive
De koper betaalt voorafgaand aan levering van een product of dienst.
Is hier sprake van een afnemers- of leverancierskrediet?
timer
1:00
Slide 30 - Question ouverte
Vragers van vermogen
Aanbieders van vermogen
Consumenten
Institutionele beleggers
Beleggingsfondsen
Ondernemingen
Spaarders
Overheid
Slide 31 - Question de remorquage
Petra koopt een huis en sluit hiervoor een hypothecaire lening bij de bank af. Petra is de ...
A
hypotheeknemer
B
hypotheekgever
Slide 32 - Quiz
Lesdoelen
Je kunt
kenmerken noemen van de geld- en kapitaalmarkt
de handel in aandelen en obligaties beschrijven
Slide 33 - Diapositive
Vermogensmarkt
concrete of abstracte markt?
geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Er is geen fysieke plaats waar je naar toe kunt; abstracte markt
vragers?
consumenten, overheid en ondernemingen
aanbieders?
institutionele beleggers, spaarders, bedrijven en overheid
Slide 34 - Diapositive
Geldmarkt en kapitaalmarkt
< 1 jr
> 1 jr
vrij verhandelbaar
1 op 1
Slide 35 - Diapositive
Verschil investeren en beleggen
Investeren is het door een onderneming aanschaffen van kapitaalgoederen ten behoeve van de uitoefening van de onderneming
Beleggen is geld wat over is rendabel maken door bijvoorbeeld het aankopen van aandelen.