Herhaling grammatica K3 + woordenschat

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling grammatica Kapitel 3 + woordenschat

Mannelijk

Vrouwelijk

Onzijdig

Stier

Zeitung

Mädchen

Onkel

Schule

Lied

Regels geslacht zelfstandige naamwoorden

Mannelijk (der): Mannelijke persoons- en dierennamen: der Junge, der Stier

Vrouwelijk (die): Vrouwelijke persoons- en dierennamen: die Oma, die Kuh 

de meeste zaaknamen (dingen) op -e: die Adresse, die Toilette

woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung: die Zeitung, die Freundschaft

Onzijdig (das): het-woorden in het Nederlands: das Pferd, das Lied

Welk geslacht? Waarom? + lidwoord
Zeitung

Welk geslacht? Waarom? + lidwoord
Buch

Welk geslacht? Waarom? + lidwoord
Freund

woorden op -a: +

mannelijke woorden op -er:

vrouwelijke woorden op -e: +

vrouwelijke woorden op -n: +

onzijdige woorden: +

s

niks

n

nen

e

Meervoudsregels

Mannelijk: umlaut + e 

Vrouwelijk: + (e)n

Onzijdig: +e

Mannelijk + onzijdig eindigend op -el, -er, -en: niks

Veel woorden op -a, -i, -o, -y: + s

die Freundin, die Freundin....

1. die Freundinen
2. die Freundinnen
3. die Freundinne
4. die Freundine

das Handy, die Handy...

1. die Handys
2. die Handy's
3. die Handies
4. die Handye

das Mädchen, die Mädchen...

1. die Mädchene
2. die Mädchennen
3. die Mädchen
4. die Mädschen

Hoe zeg je?
kwart over één

Hoe zeg je?
half twee

Hoe zeg je?
kwart voor vijf

Hoe zeg je?
om tien uur

Geef de vertaling van: moeilijk

1. schwierig
2. einfach
3. leicht
4. langweilig

Geef de vertaling van: op maandag

1. auf Montag
2. aber Montag
3. am Montag
4. nach Montag

Geef de vertaling van: Nederlands

1. Niderlandisch
2. Niederländisch
3. Niederlandisch
4. Niederlands

Geef de vertaling van: der Unterricht

1. het uur
2. de les
3. het onderricht
4. het vragenuur

Geef de vertaling van: krank

1. ziek
2. gezond
3. stom
4. laat