PW1 les 3 mengsels en zuivere stoffen

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mengsels

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

 mengels en zuivere stoffen
atomen, moleculen verbindingen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculen en atomen
Antwoord: 
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig?
  • BINAS
  • Schrift (hokjes of lijntjes, beide goed)
  • Theorieboekje 
  • Pen, potlood, gum
  • Eventueel rekenmachine
NIET:
  • Mobiele telefoon

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les
  • Jij kan benoemen wat zuivere stoffen zijn;
  • Kan jij uitleggen wat chemische ontleding is en aangeven welke soorten er zijn;
  • Kan jij het verschil tussen elementen, atomen en verbindingen herkennen en uitleggen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassikale opdracht
Wat betekenen ook alweer de volgende begrippen?
  • Mengsel
  • Zuivere stof
  • Stofeigenschappen (kwantitatief & kwalitatief)
  • Fysische scheidingsmethode (inclusief voorbeelden)
  • Homogeen en heterogeen
  • Ware oplossing, colloïde oplossing, emulsie en suspensie

Slide 7 - Diapositive

Mengsel = bestaat uit meerdere soorten moleculen

Zuivere stof = als alle aanwezige deeltjes tot de betreffende stof behoren. Dus één soort moleculen. 

Kwantitatieve stofeigenschappen = meetbare stofeigenschappen (smeltpunt, kookpunt, dichtheid). 

Kwalitatieve eigenschappen = moeilijk meetbaar zoals geur en smaak. Je kunt dit niet in een getal uitdrukken. 

Homogeen= als de deelnemende stoffen als kleinste deeltjes volkomen gemengd zijn. Heeft op ieder punt dezelfde samenstelling

Heterogeen = als niet aan de voorwaarde voldaan is dat ieder punt dezelfde samenstelling heeft.  

Ware oplossing= Hebben we te maken met zeer kleine opgeloste deeltjes ( < 1 nm), de kleinst mogelijke deeltjes van een stof. Voorbeelden hiervan zijn suikeroplossingen en zoutoplossingen.

Colloïde oplossing= wanneer de deeltjes groter zijn, maar niet zo groot dat ze afzonderlijk met een gewone microscoop te zien zijn. Voorbeelden zijn melk en kleideeltjes in water. 

Emulsie= bestaat uit vloeistofdruppeltjes, verdeeld in een andere vloeistof. 

Suspensie= bestaan uit grotere en dus zwaardere deeltjes, deze deeltjes zullen gemakkelijker bezinken en laten zich, door middel van filtratie, gemakkelijker van de vloeistof scheiden. 









Klassikale opdracht
Wat betekenen ook alweer de volgende begrippen:
  • Atoom
  • Element
  • Molecuul
  • Verbinding
  • Ion

Slide 8 - Diapositive

Atoom: kleinste deeltje van een element, een deeltje dat chemisch niet gesplitst kan worden. Elk atoomsoort heeft een eigen symbool, zie binas tabel 38. 

Elementen: zuivere stoffen die chemisch niet ontleed kunnen worden. Er zijn 92 elementen in de natuur.

Ion: 
Verbinding: Wanneer verschillende atomen tot een molecuul zich verenigen ontstaat er een nieuwe stof met nieuwe eigenschappen --> een verbinding. Bijvoorbeeld de verbinding water bestaat uit 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom. 

We kunnen een molecuul met een symbool aanduiden in een formule. Dat noemen we een molecuulformule: dat is het symbool dat het aantal en de soort atomen in een molecuul weergeeft. Bijv. H2O

Moleculen: bestaan uit twee of meer atomen die met elkaar verbonden zijn. Het aantal atomen bepaald of een molecuul groot of klein is. Bijvoorbeeld O2, bestaat uit twee zuurstofatomen.  
Oefenen:
Geef aan of de volgende stoffen een atoom, element, molecuul, verbinding of ion zijn. Let op, meerdere antwoorden mogelijk.
  1. NaCl
  2. O2
  3. Fe2+
  4. C2H6
  5. Ba

Slide 9 - Diapositive

NaCl = molecuul en verbinding
O2 = molecuul en element
Fe 2+ = Ion en element
C2H6 = molecuul en verbinding
Ba = atoom en element

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-ontleedbaar
Ontleedbare stof = 
verbinding
Niet-ontleedbare stof =
element


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water is een zuivere stof, maar kunnen we deze nog scheiden?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische ontleding
 Chemische reactie waarbij een chemische verbinding wordt afgebroken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische ontleding
  • Thermolyse: Ontleding door warmte
  • Pyrolyse: Ontleding door warmte met vuurverschijnselen
  • Elektrolyse: Ontleding door elektriciteit
  • Fotolyse: Ontleding door licht

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem één voorbeeld van een zuivere stof

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem één voorbeeld van een chemische ontleding en leg uit wat hierbij gebeurd.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Element
Atoom
Verbindingen
Stof die bestaat uit één soort atomen
Kleinste deeltje van een element
Moleculen samen vormen een nieuwe stof
H2O
O2
H

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
  • Bekijk de opdrachten in Canvas. 
  • Vragen? Stel deze aan mij!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions