Les 10 Geld 4GT

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom

Telefoon in de telefoontas

Spullen op tafel

Maak de startopdracht

Leerdoelen

Ik kan de geldfuncties noemen en herkennen.

Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil.

Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld.

Ik kan de vier manieren van elektronisch betalen noemen en herkennen.

Ik kan het saldo op een bankrekening berekenen en aangeven of er sprake is van een debetsaldo of creditsaldo.

Uitleg

Directe ruil

Goed of dienst ruilen voor een ander goed of dienst.

Indirecte ruil

Goed of dienst ruilen met een ruilmiddel.

Geldfuncties

• Rekenmiddel
• Ruilmiddel
• Spaarmiddel

Is contactloos betalen een vorm van directe ruil of van indirecte ruil? Leg je antwoord uit.

Welke functie heeft het geld bij het opvragen van een offerte voor de aanleg van zonnepanelen?

1. Rekenmiddel
2. Ruilmiddel
3. Spaarmiddel
4. Betaalmiddel

Welke functie heeft het geld bij de betaling van de contributie?

1. Rekenmiddel
2. Ruilmiddel
3. Spaarmiddel
4. Betaalmiddel

Is betalen met een pinpas een vorm van directe ruil of van indirecte ruil?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Geld

Elektronisch betalen

• Pinnen
• Creditcard
• Contactloos
• Online overmaken

• Achteraf betalen
• Wereldwijd
• Aankoopverzekering

Saldo berekenen

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – betalingen

Creditsaldo is positief saldo.

Debetsaldo is negatief saldo.

Hanny wilde die kleren toch heel graag kopen. Ze pakte haar creditcard en betaalde daarmee.
Waarom kan zij haar creditcard nog wel blijven gebruiken als het saldo op haar betaalrekening niet toereikend is?

Een tekort op een bankrekening noemen we een...

1. Creditsaldo
2. Debetsaldo

Banken

Bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld.

Economische kringloop

Toepassen

Toepassen

Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.

Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.

Afsluiting

Kees is op zoek naar zijn nieuwe auto. Hij bezoekt veel garages en vergelijkt de prijzen.
Hoe wordt geld nu gebruikt?

1. Rekenmiddel
2. Ruilmiddel
3. Spaarmiddel
4. Betaalmiddel

Een positief saldo op een bankrekening noemen we een...

1. Creditsaldo
2. Debetsaldo