1HV Blok 5 Grammatica - ZWW en HWW + Opdracht 14

Grammatica Blok 5


Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord

timer
1:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica Blok 5


Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Les en doelen
  • Theorie werkwoorden bespreken en oefenen hiermee.
  • Aan het eind van de les kun je een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat kun je al vertellen over zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden?

Slide 3 - Carte mentale

           HULPWERKWOORD 

  1. Geeft geen handeling in de zin aan.
  2. Staat niet alleen in een zin.
  3. Helpt bij het vormen van een vd of inf.
  4. Bij twee of meer ww in een zin, is de pv altijd hww.
   ZELFSTANDIG WERKWOORD 

  1. Geeft de handeling aan in de zin.
  2. Kan alleen in de zin staan.
  3. Is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  4. Bij twee of meer ww in de zin staat het zww meestal achteraan.

Slide 4 - Diapositive


Even oefenen



Noteer bij de open vragen de werkwoorden.

Slide 5 - Diapositive

Met de bloemenplukbon kunnen liefhebbers veel wilde bloemen plukken.

Slide 6 - Question ouverte

Met de bloemenplukbon kunnen liefhebbers veel wilde bloemen plukken.
A
kunnen = hww plukken = hww
B
kunnen = hww plukken = zww
C
kunnen = zww plukken = hww
D
kunnen = zww plukken = zww

Slide 7 - Quiz

De stervoetballer miste de penalty tijdens de finale.

Slide 8 - Question ouverte

De stervoetballer miste de penalty tijdens de finale.
A
miste = hww
B
miste = zww

Slide 9 - Quiz

In verband met het gaslek is de hele straat opengebroken.

Slide 10 - Question ouverte

In verband met het gaslek is de hele straat opengebroken.
A
is = hww opengebroken = hww
B
is = zww opengebroken = zww
C
is = zww opengebroken = hww
D
is = hww opengebroken = zww

Slide 11 - Quiz

Wat snap je nog niet over de
hulp- en zelfstandige werkwoorden?

Slide 12 - Carte mentale

Aan de slag 
Je maakt opdracht 1 t/m 3 (blz. 214)

Samenwerken mag, maar zachtjes overleggen

15 minuten

Klaar? Lees  verder in je leesboek!


timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Naar welke talentenshow kijken jullie het liefst?

Slide 14 - Question ouverte

Naar welke talentenshow kijken jullie het liefst?
A
kijken = zww
B
kijken = hww

Slide 15 - Quiz

Met hoeveel mensen moeten we die ene taart gaan delen?

Slide 16 - Question ouverte

Met hoeveel mensen moeten we die ene taart gaan delen?
A
moeten = hww gaan = zww delen = hww
B
moeten = zww gaan = hww delen = hww
C
moeten = hww gaan = hww delen = zww
D
moeten = hww gaan = zww delen = zww

Slide 17 - Quiz

Heeft de museummedewerker jouw vraag nog beantwoord?

Slide 18 - Question ouverte

Heeft de museummedewerker jouw vraag nog beantwoord?
A
heeft = hww beantwoord = hww
B
heeft= zww beantwoord = hww
C
heeft = zww beantwoord = zww
D
heeft= hww beantwoord = zww

Slide 19 - Quiz

Een gekke Amerikaan stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.

Slide 20 - Question ouverte

Een gekke Amerikaan stopte de staarten van elf ratelslangen in zijn mond.
A
stopte = zww
B
stopte = hww

Slide 21 - Quiz

Ashrita heeft met een hoepel van vijf meter doorsnede het wereldrecord hoepelen verbroken.

Slide 22 - Question ouverte

Ashrita heeft met een hoepel van vijf meter doorsnede het wereldrecord hoepelen verbroken.
A
heeft = hww verbroken = zww
B
heeft = zww verbroken = zww
C
heeft = zww verbroken = hww
D
heeft = hww verbroken = hww

Slide 23 - Quiz