Fase 2: Het gezegde

het werkwoordelijke gezegde 
& het naamwoordelijk gezegde
NE MC1
zinsleer
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

het werkwoordelijke gezegde 
& het naamwoordelijk gezegde
NE MC1
zinsleer

Slide 1 - Diapositive

  • 2.9 - Ik duid alle werkwoorden in een zin aan.
  • 2.9 - Ik benoem werkwoorden als hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord.
  • 2.9 - Ik benoem het hoofdwerkwoord als zelfstandig of koppelwerkwoord.
  • 2.9 - Ik bepaal de persoonsvorm.
  • 2.9 - Ik bepaal het gezegde.
  • 2.9 - Ik benoem het recept van het gezegde.
  • 2.9 - Ik gebruik volgende afkortingen correct:  hww, huww, zww, kww, pv.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De hond blaft luid in de tuin.
HWW = ?
zww of kww?

Slide 4 - Question ouverte

De bloemen in de vaas ruiken heerlijk.
HWW = ?
zww of kww?

Slide 5 - Question ouverte

Het boek op de tafel lijkt interessant.
HWW = ?
zww of kww?

Slide 6 - Question ouverte

Het heeft de voorbije week amper gesneeuwd.
HWW = ?
zww of kww?

Slide 7 - Question ouverte

Annelies is de hele week ziek geweest.
HWW = ?
zww of kww?

Slide 8 - Question ouverte

WWG
het werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Diapositive

WWG
* hww= zww
* huww = deel van het gezegde
* 8 verschillende soorten of RECEPTEN

Slide 10 - Diapositive

stappenplan om het recept te bepalen
  1. Markeer alle werkwoorden in je zin.
  2. Zoek de pv. Gebruik de ja/neen-vraag.
  3. Kijk naar de overige werkwoorden. In welke vorm staan zij? VD of infinitief?
  4. Vind je 'speciallekes' terug? Te, aan het, een adpv?
  5. Noteer het correcte recept.

Slide 11 - Diapositive

voorbeeldzin
Gezegde (HWW)
Recept van het WWG
Marcel schildert graag.
schildert = persoonsvorm
pv
Marcel heeft graag geschilderd.
heeft = persoonsvorm
geschilderd = voltooid deelwoord
pv + VD
Marcel zal graag schilderen.
zal = persoonsvorm
schilderen = infinitief
pv + INF
Marcel begint te schilderen.
begint = persoonsvorm
te schilderen = te + infinitief
pv + te + INF
Marcel is aan het schilderen.
is = persoonsvorm
aan het schilderen = aan het + infinitief
pv + aan het + INF
Marcel zou graag leren schilderen.
zou = persoonsvorm
leren = infinitief
schilderen = infinitief
pv + INF + INF
Marcel zou dat geschilderd hebben.
zou = persoonsvorm
geschilderd = voltooid deelwoord
hebben = infinitief
pv + VD + INF
Marcel werkt het schilderij af.
werkt = persoonsvorm
af = afscheidbaar deel van de persoonsvorm
pv + adpv

Slide 12 - Diapositive

NWG
het naamwoordelijk gezegde

Slide 13 - Diapositive

NWG
* hww= kww
* huww = deel van het gezegde
* werkwoordelijk deel + naamwoordelijk deel
     (alle werkwoorden)       (noodzakelijke aanvulling)
wwd = 
+
nwd = 
noteren als:

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo