Thema 1 - Familie en vrienden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Nederlands:

-3x per week

-Boekles

-Nieuwsbegrip

kijk en luisterles

-Lezen (logboek) 

-Portfolio/toetsje

We bekijken nu samen:

bladzijde 4 & 5

Thema 1 - Familie en vrienden

Sociogram

Wie zijn belangrijk voor jou?

Wie zijn er allemaal in jouw leven?

Wie kom je vaak tegen?

Hoe kies je een leuk boek?

Leeslogboek 

Bibliotheek

Lezen

10 minunten zelfstandig in je eigen boek lezen

Bladzijde 15 en 16

Bespreek en bekijk de woorden van thema 1.

Ze hebben allemaal met Familie en Vrienden te maken

Wat is een kenmerk van iemand?

Wat is een generatie?

Leg in je eigen woorden uit, wat een gewoonte is.

Hoe noem je het als je je gedrag aanpast aan iemand anders?!

Leg uit?!

Lezen

10 minunten zelfstandig in je eigen boek lezen

Maken

Zelfstandig opdracht 3 en 4 bladzijde 18 t/m 22

Klaar lezen in je boek!

Letterlijk of figuurlijk

Bladzijde 23 

Twijfel je?!

1. Is het logisch ?! moet je een beetje lachen of je fantasie gebruiken, dan is het waarschijnlijk figuurlijk

2.Luister goed of lees terug/verder

3 Weet je het echt niet? Zoek het op of vraag het!

Deniz maakt altijd grapjes tijdens de les. Hij zet de klas op stelten.

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

Anne houdt net als haar moeder van bakken. De appel valt niet ver van de boom.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Charlotte heeft vier zussen en veel vrienden. Haar sociale netwerk is erg groot.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Even lekker lezen in je boek...

Maken

Zorg dat heel hoofdstuk 1 -woordenschat af is

woordjes, letterlijk/figuurlijk en wat is een bijnaam?!

blz. 15 t/m 27 

Klaar?!

-Weektaak

-Lezen

Hoofdstuk 2 - Lezen

Pak je leesboek

Kebab en pindakaas

Wat zie je allemaal op het boekomslag?

Wie is de Schrijver van kebab en pindakaas?

Schrijf 1 zin op van de boekomschrijving?

Hoofdstuk 3

We maken dit hele hoofdstuk samen met studiemeter 

Hoofdstuk 4 - Taalverzorging

Waarom is taalverzorging belangrijk?

Je leert wanneer je hoofdletters gebruikt

Je kent de leestekens: hoofdletters, vraagteken, punt en uitroepteken 

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Wanneer gebruik je een punt?

Wat is het verschil tussen een ? en !

Maak 

bladzijde 44 t/m 51 

Hoofdstuk 5 - Schrijven