Thema 1 - Familie en vrienden

Nederlands
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Nederlands:

-2x per week
-Weektaak
-Studiemeter
-Gynzy
-Lezen (logboek) 
-Portfolio/toetsje

Slide 2 - Diapositive

We bekijken nu samen:
bladzijde 4 & 5

Slide 3 - Diapositive

Thema 1 - Familie en vrienden

Slide 4 - Carte mentale

Sociogram
Wie zijn belangrijk voor jou?
Wie zijn er allemaal in jouw leven?
Wie kom je vaak tegen?

Slide 5 - Diapositive

Hoe kies je een leuk boek?
Leeslogboek 
Bibliotheek

Slide 6 - Diapositive

Lezen
10 minunten zelfstandig in je eigen boek lezen
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Bladzijde 15 en 16
Bespreek en bekijk de woorden van thema 1.

Ze hebben allemaal met Familie en Vrienden te maken

timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Wat is een kenmerk van iemand?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een generatie?

Slide 10 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit, wat een gewoonte is.

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noem je het als je je gedrag aanpast aan iemand anders?!

Slide 12 - Question ouverte

Leg uit?!

Slide 13 - Diapositive

Lezen
10 minunten zelfstandig in je eigen boek lezen
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Maken
Zelfstandig opdracht 3 en 4 bladzijde 18 t/m 22

Klaar lezen in je boek!

Slide 15 - Diapositive

Letterlijk of figuurlijk
Bladzijde 23 


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Twijfel je?!
1. Is het logisch ?! moet je een beetje lachen of je fantasie gebruiken, dan is het waarschijnlijk figuurlijk

2.Luister goed of lees terug/verder

3 Weet je het echt niet? Zoek het op of vraag het!

Slide 18 - Diapositive

Deniz maakt altijd grapjes tijdens de les. Hij zet de klas op stelten.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 19 - Quiz

Anne houdt net als haar moeder van bakken. De appel valt niet ver van de boom.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 20 - Quiz

Charlotte heeft vier zussen en veel vrienden. Haar sociale netwerk is erg groot.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 21 - Quiz

Maken
Zorg dat heel hoofdstuk 1 -woordenschat af is
woordjes, letterlijk/figuurlijk en wat is een bijnaam?!

blz. 15 t/m 27 

Slide 22 - Diapositive

Hoofdstuk 2 - Lezen

Slide 23 - Diapositive