M2 Oefentoets H3 Van de bergen naar de zee

Van de bergen naar de zee
M2 Oefentoets H3
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Van de bergen naar de zee
M2 Oefentoets H3

Slide 1 - Diapositive

Rivieren stromen...
A
van de berg naar de zee
B
van de zee naar de berg
C
alle kanten op

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste volgorde, gekeken van de bergen naar de zee?
A
Grind, klei, zand
B
Zand, klei, grind
C
Klei, zand, grind
D
Grind, zand, klei

Slide 3 - Quiz

In welke volgorde overheersen de processen in rivieren van hoog (in de bergen) naar laag (dichtbij de zee)
A
erosie - transport -sedimentatie
B
sedimentatie - erosie - transport
C
sedimentatie - transport - erosie
D
transport - erosie - sedimentatie

Slide 4 - Quiz

De waterkringloop start.......
A
in de bergen
B
in de zee
C

Slide 5 - Quiz

Bekijk de figuur : een schematische tekening van een berg met een rivier.
De rivier stroomt uiteindelijk in zee. Waar dit gebeurt, gaat de rivier...
A
sneller stromen en insnijden.
B
langzamer stromen en zand en klei sedimenteren.
C
sneller stromen en grind sedimenteren.
D
langzamer stromen en zand en grind sedimenteren.

Slide 6 - Quiz

Wat is een stroomgebied?
A
Het gebied waarin al het water/regen via de rivier naar de zee stroomt
B
Gebied waar stroom is
C
Het gebied waarin al het water/regen via de rivier naar de bergen stroomt
D
Gebied waar geen stroom is

Slide 7 - Quiz

Dit dal is duidelijk gemaakt door
A
de zee
B
een gletsjer
C
een berg beek
D
een grote rivier

Slide 8 - Quiz

Bovenloop
A
Eerste deel van een rivier van de bron
B
Laatste deel van een rivier door de monding
C
Middelste deel van een rivier
D
Tussen deel van een rivier

Slide 9 - Quiz

Verwering is
A
Het uitslijten van het landschap door gesteente
B
Het afschuren van bergen door gletsjers
C
Het uiteenvallen van gesteente (rotsen) door weer of en plantengroei
D
Het neerleggen van gesteente of zand door wind, water of ijs

Slide 10 - Quiz

Dit dal is gevormd door een...
A
Gletsjer
B
Rivier

Slide 11 - Quiz

Veel rivieren ontstaan...
A
in de bergen
B
vanuit zee

Slide 12 - Quiz

U-dal of V-dal?
A
U-dal
B
V-dal

Slide 13 - Quiz

Wat is een morene?
A
Een hoop sneeuw
B
Het puin wat door de gletsjer wordt afgezet.
C
Het stuk van een gletsjer waar je veilig kan lopen.
D
Een vierkante kubus.

Slide 14 - Quiz

Wat is erosie
A
De schurende werking van water ijs en wind
B
Het afzetten van sediment
C
het bewegen van een gletsjer

Slide 15 - Quiz

Een gletsjer schuurt een u-dal uit en een rivier een v-dal.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Hoe ontstaat een gletsjer?
A
Een gletsjer is een rivier van water.
B
Er vormt ijs in de wolken en dat valt naar beneden.
C
Het is een dikke laag sneeuw dat langzaam ijs wordt.

Slide 17 - Quiz

Wat zijn stuwwallen?
A
Heuvels omhoog geduwd door het ijs.
B
Gebied tussen de rivier en de hoge dijken.
C
Kringen onder je ogen
D
Door de mens gemaakte woonheuvels.

Slide 18 - Quiz

Een kenmerk van de bovenloop is
A
Snelle stroming
B
Brede rivier
C
Veel fijn sediment

Slide 19 - Quiz

Een rivier stroomt in de bovenloop...
A
Langzaam
B
Snel

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

A
Grondmorenen
B
Grondpuin

Slide 21 - Quiz

Dit dal is gevormd door :
A
Een rivier
B
De wind
C
Een gletsjer
D
De regen

Slide 22 - Quiz

Zand sedimenteert in de bovenloop
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 23 - Quiz


Wat is een gemengde rivier?
A
Alleen regenwater
B
Alleen smeltwater
C
Regenwater en smeltwater
D
Een kronkelende rivier

Slide 24 - Quiz

Dit is een V-dal. Wat is verantwoordelijk voor een dal als dit?
A
Rivier
B
Gletsjer

Slide 25 - Quiz

Wat zijn duinen?
A
Door de wind opgewaaide zandheuvels
B
Hoge zandheuvels gemaakt door mensen
C
Het afbrokkelen van gesteente
D
Een puinhelling

Slide 26 - Quiz

Duinen zijn door ...
A
mensen gemaakt
B
de natuur gemaakt

Slide 27 - Quiz

Na de ijstijd .......de zeespiegel.
A
daalde
B
steeg

Slide 28 - Quiz

Eb en vloed
A
de vloedstroom is sneller dan de ebstroom
B
de ebstroom is sneller dan de vloedstroom

Slide 29 - Quiz

Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
Door het ijs vond er veel verwering plaats
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië

Slide 30 - Quiz

Dit was de oefentoets
H3 Van de bergen naar de zee
voor M2

Slide 31 - Diapositive