M2 Oefentoets H3 Van de bergen naar de zee

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Van de bergen naar de zee

M2 Oefentoets H3

Rivieren stromen...

1. van de berg naar de zee
2. van de zee naar de berg
3. alle kanten op

Wat is de juiste volgorde, gekeken van de bergen naar de zee?

1. Grind, klei, zand
2. Zand, klei, grind
3. Klei, zand, grind
4. Grind, zand, klei

In welke volgorde overheersen de processen in rivieren van hoog (in de bergen) naar laag (dichtbij de zee)

1. erosie - transport -sedimentatie
2. sedimentatie - erosie - transport
3. sedimentatie - transport - erosie
4. transport - erosie - sedimentatie

De waterkringloop start.......

1. in de bergen
2. in de zee

Bekijk de figuur : een schematische tekening van een berg met een rivier.
De rivier stroomt uiteindelijk in zee. Waar dit gebeurt, gaat de rivier...

1. sneller stromen en insnijden.
2. langzamer stromen en zand en klei sedimenteren.
3. sneller stromen en grind sedimenteren.
4. langzamer stromen en zand en grind sedimenteren.

Wat is een stroomgebied?

1. Het gebied waarin al het water/regen via de rivier naar de zee stroomt
2. Gebied waar stroom is
3. Het gebied waarin al het water/regen via de rivier naar de bergen stroomt
4. Gebied waar geen stroom is

Dit dal is duidelijk gemaakt door

1. de zee
2. een gletsjer
3. een berg beek
4. een grote rivier

Bovenloop

1. Eerste deel van een rivier van de bron
2. Laatste deel van een rivier door de monding
3. Middelste deel van een rivier
4. Tussen deel van een rivier

Verwering is

1. Het uitslijten van het landschap door gesteente
2. Het afschuren van bergen door gletsjers
3. Het uiteenvallen van gesteente (rotsen) door weer of en plantengroei
4. Het neerleggen van gesteente of zand door wind, water of ijs

Dit dal is gevormd door een...

1. Gletsjer
2. Rivier

Veel rivieren ontstaan...

1. in de bergen
2. vanuit zee

U-dal of V-dal?

1. U-dal
2. V-dal

Wat is een morene?

1. Een hoop sneeuw
2. Het puin wat door de gletsjer wordt afgezet.
3. Het stuk van een gletsjer waar je veilig kan lopen.
4. Een vierkante kubus.

Wat is erosie

1. De schurende werking van water ijs en wind
2. Het afzetten van sediment
3. het bewegen van een gletsjer

Een gletsjer schuurt een u-dal uit en een rivier een v-dal.

1. juist
2. onjuist

Hoe ontstaat een gletsjer?

1. Een gletsjer is een rivier van water.
2. Er vormt ijs in de wolken en dat valt naar beneden.
3. Het is een dikke laag sneeuw dat langzaam ijs wordt.

Wat zijn stuwwallen?

1. Heuvels omhoog geduwd door het ijs.
2. Gebied tussen de rivier en de hoge dijken.
3. Kringen onder je ogen
4. Door de mens gemaakte woonheuvels.

Een kenmerk van de bovenloop is

1. Snelle stroming
2. Brede rivier
3. Veel fijn sediment

Een rivier stroomt in de bovenloop...

1. Langzaam
2. Snel

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

1. Grondmorenen
2. Grondpuin

Dit dal is gevormd door :

1. Een rivier
2. De wind
3. Een gletsjer
4. De regen

Zand sedimenteert in de bovenloop

1. Waar
2. Niet Waar

Wat is een gemengde rivier?

1. Alleen regenwater
2. Alleen smeltwater
3. Regenwater en smeltwater
4. Een kronkelende rivier

Dit is een V-dal. Wat is verantwoordelijk voor een dal als dit?

1. Rivier
2. Gletsjer

Wat zijn duinen?

1. Door de wind opgewaaide zandheuvels
2. Hoge zandheuvels gemaakt door mensen
3. Het afbrokkelen van gesteente
4. Een puinhelling

Duinen zijn door ...

1. mensen gemaakt
2. de natuur gemaakt

Na de ijstijd .......de zeespiegel.

1. daalde
2. steeg

Eb en vloed

1. de vloedstroom is sneller dan de ebstroom
2. de ebstroom is sneller dan de vloedstroom

Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?

1. In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
2. Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
3. Door het ijs vond er veel verwering plaats
4. De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië

Dit was de oefentoets

H3 Van de bergen naar de zee

voor M2