2LW2 Van mond naar maag

deel 2
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AnatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

deel 2

Slide 1 - Diapositive

lesdoel
Je kunt

  • de ligging, bouw en functie van de mond, slokdarm en maag beschrijven.
  • uitleggen hoe het slikproces verloopt.

Slide 2 - Diapositive

tandplak is een ophoping van... ?
A
bacteriën
B
suikers
C
speeksel
D
tandsteen

Slide 3 - Quiz

wat is waar over de slokdarm?
A
de slokdarm stopt bij het middenrif
B
de slokdarm gaat door het middenrif heen
C
de slokdarm ligt alleen in de borstholte
D
de slokdarm ligt alleen in de buikholte

Slide 4 - Quiz

hoeveel maagsap maakt de maag per dag?
A
een kopje
B
een pak melk
C
een emmer
D
een grote fles cola

Slide 5 - Quiz

hoe lang doet de maagwand erover om te vernieuwen?
A
een paar dagen
B
een paar weken
C
een paar maanden
D
een paar jaar

Slide 6 - Quiz

wat is waar?
A
sommige bacteriën leven in maagzuur
B
de maag maakt de hele dag n beetje maagzuur
C
enzymen gaan kapot in maagzuur
D
een volle maag is 500ml groot

Slide 7 - Quiz

het verteringsproces
  • de mens heeft energie nodig
  • energie krijgen we via voedsel
  • grote voedingsstoffen worden klein gemaakt (verteerd), zodat ze opgenomen kunnen worden in de darmen
  • verteren, opnemen en uitscheiden gebeurt in het spijsverteringsstelsel
3.3
Van mond naar maag

Slide 8 - Diapositive

algemeen
  • het verteren van voedsel gebeurt in één lange buis: het maagdarmkanaal
  • van begin tot eind is de dwarsdoorsnede hetzelfde, namelijk...

Slide 9 - Diapositive

algemeen
1 dekweefsel

  • bestaat uit plooien en vlokken
  • op sommige plaatsen is veel klierweefsel (verteringsklieren) aanwezig

Slide 10 - Diapositive

algemeen
2 bindweefsel

  • bloedvaten, zenuwen en gladde spiertjes verzorgen het dekweefsel

Slide 11 - Diapositive

algemeen
3 spierweefsel

  • kringspieren en lengtespieren zorgen voor de verplaatsing van het voedsel door het maagdarmkanaal
  • peristaltiek zijn golvende spierbewegingen om het voedsel één kant op te verplaatsen

Slide 12 - Diapositive

algemeen
4 buikvlies

  • beschermt het maagdarmkanaal
  • spierlaag en buikvlies worden opgevuld met bindweefsel

Slide 13 - Diapositive

algemeen
  • hoe lager je in het MDK komt, hoe meer vlokken aanwezig zijn
  • in de dikke darm komen geen vlokken voor

Slide 14 - Diapositive

algemeen
  • vlokken halen de bouwstenen van de voeding binnen voor verder transport; dit binnenhalen heet opname (resorptie)
  • de dunne darm is het orgaan wat de meeste bouwstenen opneemt

Slide 15 - Diapositive

algemeen
  • sommige plaatsen in het MDK hebben veel exocriene klieren, de verteringsklieren
  • ze bestaan uit (1) een buisje van slijm makende cellen, (2) een bol gedeelte van kliercellen die het verteringssap maken

Slide 16 - Diapositive

de mond
  • tanden en kiezen snijden en malen het voedsel fijn (kauwen)
  • speekselklieren maken speeksel
  • amylase (verteert koolhydraten)
  • de tong mengt het voedsel met het speeksel en brengt het naar de keelholte

Slide 17 - Diapositive

de keelholte en het slikreflex
  • in de keelholte kruisen de luchtweg en de spijsweg elkaar
  • in de keelholte vindt het slikken plaats
  • de huig (uvula) zorgt voor afsluiten van de neusholte
  • het strotklepje (epiglottis) zorgt voor afsluiten van de luchtpijp

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

de slokdarm
  • de slokdarm (oesofagus) verbindt de keelholte met de maag
  • in de wand zitten slijm klieren, maar geen klieren die verteringssap maken
  • door peristaltiek (golvende spierbeweging) wordt het voedsel verplaatst

Slide 20 - Diapositive

de slokdarm
  • aan het begin en einde van de slokdarm zitten extra kringspieren, die de slokdarm kunnen afsluiten
  • de slokdarm gaat door het middenrif en gaat over in de maag

Slide 21 - Diapositive

de maag
  • onder het middenrif ligt de maag (gaster)
  • de maag heeft een extra spierlaag om goed te kneden
  • de maag delen we in vier gebieden in...

Slide 22 - Diapositive

de maag
1 de maagmond (cardia)

  • hier gaat het slijmvlies van de slokdarm over in maagslijmvlies
  • een sluitspier voorkomt dat maaginhoud naar boven gaat

Slide 23 - Diapositive

de maag
2 de maagkoepel (fundus)

  • hier wordt het meeste maagsap gemaakt
  • ingeslikte gassen worden opgeslagen (boeren)

Slide 24 - Diapositive

de maag
3 de maagbodem (antrum)

  • de maagbodem zorgt voor het malen, mixen en kneden van het voedsel
  • hoe meer eiwitten de voeding bevat, hoe langer de maag blijft kneden

Slide 25 - Diapositive

de maag
4 de maagportier (pylorus)

  • dit is een stevige sluitspier
  • deze gaat open om kleine beetjes verteerd voedsel door te laten

Slide 26 - Diapositive

het maagsap
  • de maag heeft veel maagplooien
  • hierin zitten de exocriene klieren
  • het maagsap bestaat uit...

Slide 27 - Diapositive

het maagsap
1 maagzuur

  • het doodt bacteriën
  • het bewerkt eiwitten
  • het activeert het verteringsenzym wanneer voedsel in de maag komt

Slide 28 - Diapositive

het maagsap
2 pepsine

  • pepsine verteert eiwitten tot aminozuren
  • de maagplooien maken het inactieve enzym (pepsinogeen), waarna het maagzuur dit activeert

Slide 29 - Diapositive

het maagsap
3 slijm

  • de maagplooien maken veel slijm
  • het slijm beschermt de maagwand tegen het sterke maagzuur

Slide 30 - Diapositive

het maagsap
4  bijkomende stoffen

De maag maakt ook
  • intrinsic factor; deze verbetert de opname van vitamine B12 in de darm
  • het hormoon ghreline dat actief wordt bij een lege maag

Slide 31 - Diapositive

een maagverkleining...
Monique heeft alles al geprobeerd om af te vallen maar zonder succes. Nu zal ze haar maag laten verkleinen.

Dokter Guusje is arts assistent en helpt de chirurg bij deze operatie (gastric bypass)

Slide 32 - Diapositive

3

Slide 33 - Vidéo

04:32
welke gedeelte van de maag wordt behouden?

Slide 34 - Question ouverte

04:57
wat gebeurt er als maagsap in de buikholte komt?

Slide 35 - Question ouverte

05:52
hoe wordt vastgesteld of er een lek zit?
A
de chirurg knijpt in de maag
B
er wordt vloeistof in de slokdarm gedaan
C
ze laten de patiënt voorover zitten
D
er wordt water over de maag gegooid

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive