Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Spijsverteringsstelsel
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Spijsvertering
mond
1
Keelholte
2
Slokdarm
3
Lever
4
Galblaas
5
Maag
6
12-vingerige darm
7
Dunne darm
8
Dikke darm
9
Blinde darm
10
Endeldarm
11
Slide 5 - Diapositive
Doel spijsvertering
Voeding wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd --> voeding wordt opgenomen in het bloed --> het bloed vervoert de voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam.
Slide 6 - Diapositive
kanaal/stelsel
Het spijsverteringskanaal bestaat uit de volgende onderdelen:
Mond, keelholte, slokdarm, maag, twaalfvingerige, dunne en dikke darm
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit:
Spijsverteringskanaal, lever, galblaas en alvleesklier
Slide 7 - Diapositive
Functie:
Opnemen van voedsel (via de mond)
Voedsel fijnmaken (kauwen)
Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen)
Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed (via de dunne darmwand)
Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (via de anus)
Slide 8 - Diapositive
Enzymen
Een enzym is een stof die een chemische reactie (opbouw of afbraak) bevordert.
Amylase: enzym dat zetmeel afbreekt. Het komt voor in speeksel.
Pepsine: enzym dat eiwitten afbreekt. Het komt voor in de maag.
Lipase: enzym dat vetten (lipiden) afbreekt. Het komt voor in alvleeskliersap
Slide 9 - Diapositive
Mond
Tanden en kiezen vermalen het voedsel
Goed kauwen = speeksel toevoegen in speeksel zit amylase
amylase splits koolhydraten
Slide 10 - Diapositive
Voedselbewerking in de mondholte
Kauwspieren
Gebit: kwadranten
Speekselklieren: 3 grote klieren. Enzym: amylase
Tong
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Keelholte-farynx
Slide 13 - Diapositive
Slokdarm
Functie slokdarm: voedsel naar de maag brengen.
Peristaltiek zorgt voor het voedseltransport.
slokdarm --> geen verterende functie
zetmeel wordt wel verteerd doordat de voedselbrokken vermengd zijn met speeksel uit de mond.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
De maag
In de maag wordt het voedsel gemengd met maagsap en gekneed tot een voedselbrij.
De maag is een gespierde, elastische zak. De vorm kan van grootte veranderen.
Voedsel blijft ruim twee uur in de maag.
Slide 16 - Diapositive
Functie de maag
Verder kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt;
afbreken van eiwitten (pepsine);
doden van bacteriën.
Slide 17 - Diapositive
Maagsap
Uit de maagwand komen sappen vrij, zij breken het voedsel verder af.
Maagsap bestaat uit:
Pepsine: enzym dat eiwitten verteert
Zoutzuur: zuur van een ph van 1,5
Intrinsiek factor: bindt B12
water: oplosmiddel en verdunning
slijm: bescherming tegen pepsine en zoutzuur
Slide 18 - Diapositive
Twaalfvingerige darm
De dunne darm bestaat uit drie delen
Het eerste deel van de dunne darm heet twaalfvingerige darm
Slide 19 - Diapositive
Twaalfvingerige darm
Slide 20 - Diapositive
In de twaalfvingerige darm vindt het grootste deel van de vertering plaats, omdat hier de gal en het alvleeskliersap bij het voedsel komen.
Deze sappen splitsen het voedsel in de kleinst mogelijke deeltjes (zoals aminozuren, vetzuren, glucose, fructose en galactose). Via de darmvlokken worden deze deeltjes opgenomen in de bloedvaten
Slide 21 - Diapositive
Hoe lang denk jij dat de dunne darm is?
timer
0:45
A
2 meter
B
4 meter
C
7 meter
D
10 meter
Slide 22 - Quiz
Dunne darm
+- 7 meter lang
De binnenwand bestaat uit een slijmvlieslaag.
nuchtere darm 2,5m
kronkeldarm 3,5m
Hier vindt de resorptie plaats (opnemen van de verteerde eiwitten en koolhydraten in het bloed en opnemen van vetten in de lymfevaten).
Slide 23 - Diapositive
Dikke darm
Dikke darm heeft plooien maar geen darmvlokken.
Peristaltiek
Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm ->opening kringspier -> anus
Slide 24 - Diapositive
Lever
Krijgt bloed van de aorta en poortader
Functies:
Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
Van de aminozuren maakt de lever nieuwe eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.
Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas naar de twaalfvingerige darm.
Een ontgiftende werking.
Slide 25 - Diapositive
Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleeskliersap met enzymen voor de vertering van vetten, koolhydraten en eiwitten.
Deze worden aan de twaalfvingerige darm afgegeven.
In de eilandjes van Langerhans de hormonen insuline en glucagon gemaakt (regulatie bloedsuikerspiegel)
Slide 26 - Diapositive
Cette vidéo n'est plus disponible
Slide 27 - Diapositive
Welk enzym verteert de koolhydraten?
A
amylase
B
maltose
C
pepsine
D
lipase
Slide 28 - Quiz
Welk enzym verteert eiwitten?
A
Pepsine
B
Maltose
C
Lipase
D
Amylase
Slide 29 - Quiz
Welk enzym verteert de vetten?
A
Lipase
B
Pepsine
C
Amylase
D
Maltose
Slide 30 - Quiz
Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.