Ma 8 april Getallen in teksten

Di 26 maart Getallen in teksten
Getallen horen bij wiskunde
Letters bij taal
1 = één
100 = honderd
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Di 26 maart Getallen in teksten
Getallen horen bij wiskunde
Letters bij taal
1 = één
100 = honderd

Slide 1 - Diapositive

Cijfers en getallen
In teksten schrijf je meestal geen cijfers
dus geen 17, 50, 400, 3000 of 20.000,
maar je schrijft je de getallen voluit, met letters dus.


. Kijk maar naar dit verhaal


Slide 2 - Diapositive

Getallen
In teksten schrijf je cijfers voluit, behalve als ...
- het een getal boven duizend is, dus vanaf 1001. 
- het gaat om maten en gewichten. 
- het gaat om ingewikkelde getallen, bijvoorbeeld tweehonderdnegenennegentig --> 299. 


Slide 3 - Diapositive

Getallen 
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit. Er zijn enkele uitzonderingen.

In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit:
Mirjam fietst elke ochtend een halfuur naar school. 
Op de tweede dag van de vakantie had ik al heimwee.
In de jaren tachtig was hiphop sterk in opkomst.
Tijdens onze reis door Canada reden we in totaal vierduizend kilometer.

Slide 4 - Diapositive

Getallen
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
Bas nodigde zeventien vrienden uit op zijn verjaardag.
Mijn opa en oma zijn binnenkort vijftig jaar getrouwd.
Op mijn school zitten bijna negenhonderd leerlingen.
Tijdens onze reis reden we in totaal vierduizend kilometer.
Op de tweede dag van de vakantie had ik al heimwee.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
Op deze regel zijn een paar uitzonderingen. Je schrijft meestal cijfers:
  • bij ingewikkelde getallen;
  • bij maten, gewichten, procenten en snelheid.
Speciale tekens of afkortingen schrijf je in zinnen voluit. Je schrijft dus niet €, %, kg en cm, maar euro, procent, kilo en centimeter.

Slide 6 - Diapositive

Instructie
In teksten gebruik je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.
  • Alle cijfers t/m 20 schrijf je voluit.
  • Ronde tientallen, honderdtallen, duizendtallen schrijf je voluit. 

Uitzonderingen:
  • Bij maten en gewichten zijn cijfers soms overzichtelijker.
  • Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

Slide 7 - Diapositive

Afspraken over het schrijven van getallen in teksten
Het is gebruikelijk om de volgende getallen in lopende tekst als woord te schrijven:

  • getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
  • tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
  • honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
  • duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste;
  • de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz.: vier miljoen, zeven miljardste.
  • Let wel op: één miljoen, tien miljoen, vijf miljard
  • 19 januari 
  • temperatuur van 15 graden
  • 10 procent

Slide 8 - Diapositive

Getallen in tekst
Letters
- tot 20
- tot 100
- tot 1000
- tot 100.000
Cijfers
maten, gewichten,
bedragen, telefoonnummers, enz.

Slide 9 - Diapositive

de regel:
In teksten gebruik je meestal géén cijfers, maar schrijf je de getallen voluit. 
BEHALVE 
bij maten/gewichten/procenten/snelheid
en 
ingewikkelde getallen

Slide 10 - Diapositive

Schrijf jij in een tekst 93 (in cijfers) of drieënnegentig (in letters)?
A
In cijfers
B
In letters

Slide 11 - Quiz

Huiswerk voor dinsdag 2 april
Leer spelling blok 4
Maak de zelftoetsen
Maken opdr. 1 t/m 3 van Over Taal

Maak de zelftoetsen van blok 3 en 4

Slide 12 - Diapositive