WEBB Markt en overheid 1.18 t/m 1.20

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen variabele en constante kosten?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een constante kost
A
Inkoop
B
Seizoens medewerker
C
Autoverzekering
D
Benzine

Slide 3 - Quiz

De constante kosten zijn:
A
0
B
20.000
C
4.000
D
60.000

Slide 4 - Quiz

Opbrengsten
Afkorting
Betekenis
Formule
TO
Totale opbrengst
P x Q
GO
Gemiddelde opbrengst
TO : q
ofwel P
MO
Marginale opbrengst
Verschil in TO bij een extra product.

Slide 5 - Diapositive

Marginaal
Verkoopprijs 0,99 euro. 
GVK = 0,40 euro 
GTK = 0,60 euro als het bedrijf van 120 verkochte producten naar 121 verkochte producten gaat.
Elke keer als er een extra product verkocht wordt, ontvang je 0,99 euro (MO). Als product 121 wordt verkocht is MK 0,60 euro. 

Slide 6 - Diapositive

MK en GVK
In het voorbeeld is MK groter dan GVK. 
Dit betekent dat GVK stijgt en noemen we progressief. 
  • MK > GVK
  • MK < GVK (degressief)
  • MK = GVK (proportioneel)

Slide 7 - Diapositive

Volkomen concurrentie
GO = P = MO 
De prijs ligt vast, een extra verkocht product levert de prijs op die daarvoor betaald wordt. 

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn de marginale kosten van de 1.000e fiets?

A
350
B
1850
C
1950
D
2400

Slide 9 - Quiz

Maximale winst berekenen bij stijgende marginale kosten 
Maximale winst is nog steeds MO=MK alleen nu stijgen de MK bijvoorbeeld doordat je extra personeel moet inschakelen als je meer produceert. 
 
Wanneer is er dan 
maximale winst? 

Slide 10 - Diapositive

Totale winst
  • TO - TK
  • Je blijft produceren zolang MO groter is dan MK. 
  • Elk product blijft je dan meer opleveren dan dat het kost. 

Slide 11 - Diapositive

Maximale winst bij volkomen concurrentie
Als we deze regels volgen kunnen we de maximale winst bij volkomen concurrentie berekenen. 

Hierbij maken we gebruik van twee grafieken: een collectieve grafiek met QA en QV en een individuele grafiek met MK en GTK. 

Het berekenen van de maximale winst doen we in de volgende stappen:

Slide 12 - Diapositive

Stap 1: Zoek p* bij QA = QV

Slide 13 - Diapositive

Stap 2: p = MO en p is altijd gelijk. Teken daarom in de individuele grafiek een MO-lijn ter hoogte van de evenwichtsprijs

Slide 14 - Diapositive

Stap 3: Maximale winst bij MO = MK. Vind hier q*

Slide 15 - Diapositive

Stap 4: Ga naar beneden vanaf het snijpunt en vind GTK voor q*

Slide 16 - Diapositive

Maximale winst bij een markt van volkomen concurrentie. 


Slide 17 - Diapositive

Maximale winst arceren
  1. Welke ster geeft maximale winst aan?
  2.  Maximale winst arceren. 

Slide 18 - Diapositive

Breken de maximale Winst.

Slide 19 - Diapositive

Bereken
maximale winst

Slide 20 - Question ouverte

Maximale winst berekenen
MO = MK bij 80 stuks.  --> je vindt hoeveel stuks er verkocht worden. 
TW = TO - TK
TO = 8 x 80 = 640 euro. 
TK = 6,25 x 80 = 500 euro
640 - 500 = 140 euro winst. 

Slide 21 - Diapositive

Aan het werk
Maken 1.18 t/m 1.20
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?

1.19 laten checken. 

Slide 22 - Diapositive

Wat is onjuist over volkomen concurrentie?
A
Veel concurrentie
B
Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod
C
Heterogene goederen
D
Veel aanbieders

Slide 23 - Quiz

Monopolist
Concurrentie verdwijnt.
In theorie kan de prijs zelf bepaald worden.

Slide 24 - Diapositive

Leg uit waar de monopolist afhankelijk van is bij het vaststellen van de verkoopprijs.

Slide 25 - Question ouverte

Soorten monopolie
Hoe kan een monopolie ontstaan?
1. Wettelijke monopolie
De overheid geeft of heeft het alleenrecht op de verkoop
2. Natuurlijk monopolie
De investeringen om een bedrijf te beginnen zijn zo hoog dat geen enkel ander bedrijf de concurrentie wil aangaan
3. Technische monopolie
Een bedrijf bezit als enige de technische kennis om een product te maken
4.  Economisch monopolie
Een bedrijf bezit een alleenrecht op het produceren van het product (patent)

Slide 26 - Diapositive

Prijsafzetlijn
Collectieve vraaglijn
Geeft de hoeveelheid weer bij verschillende prijzen. 
GO = P

Slide 27 - Diapositive

Monopolie:

Slide 28 - Diapositive

Uitleg grafiek
GO = P --> gemiddelde opbrengst en prijs is zelfde lijn. 
MO --> marginale opbrengst
  • Toename van TO bij een extra product. 
  • MO is hier NIET gelijk aan GO en P.
Bij volkomen concurrentie was P = GO = MO --> omdat de prijs gegeven is, de individuele aanbieder heeft geen invloed op de prijs. 

Slide 29 - Diapositive

Bij een monopolie
A
is de prijs een gegeven
B
is de prijsafzetlijn een dalende lijn
C
geldt P=GO=MO
D
maakt de producent altijd winst

Slide 30 - Quiz

De aanbieder op de marktvorm monopolie ...
A
is volledig vrij in het bepalen van de prijs
B
biedt een heterogeen product aan
C
is een hoeveelheids-aanpasser
D
is een prijszetter

Slide 31 - Quiz

Aan het werk
Maken 2.1 t/m 2.5
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?

Slide 32 - Diapositive