Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Voortplantingsstelsel vrouw
Slide 1 - Diapositive
Voortplantingsstelsel vrouw
Slide 2 - Diapositive
Hoe heet deel 1?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoedermond
D
Vagina
Slide 3 - Quiz
Hoe noemen we nummer 1?
A
eileider
B
vagina
C
baarmoeder
D
eierstok
Slide 4 - Quiz
Nr. 1
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 7
Vagina
Baarmoeder
Baarmoederwand
Eileider
Eierstok
Slide 5 - Question de remorquage
In de afbeelding hiernaast staan de organen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel. Er staan acht organen aangegeven met een cijfer. Sleep de groene namen achter het juiste cijfer.
kleine schaamlip
vagina
clitoris
grote schaamlip
eileider
baarmoeder
urineblaas
eierstok
Slide 6 - Question de remorquage
voortplantingsstelsel vrouw
Eisprong/ovulatie: gemiddeld 1 keer in de 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok (blijft onbevrucht 12 tot 24 uur leven)
Slide 7 - Diapositive
voortplantingsstelsel vrouw
Slide 8 - Diapositive
Kunnen eicellen zichzelf voortbewegen?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Zit er een eicel in een follikel?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Waarin vindt de ontwikkeling van het embryo plaats?
A
Eileiders
B
Trechter
C
Vagina
D
Baarmoeder
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je een lege follikel?
A
Lege follikel
B
Geel lichaam
C
Eicel
D
Met vocht gevulde holte
Slide 12 - Quiz
De opgezogen zaadcellen worden in een laboratorium gebruikt voor de bevruchting van eicellen. Dit wordt reageerbuisbevruchting of IVF genoemd. Uit bevruchte eicellen ontstaan embryo’s waarvan er één of twee in het voortplantingsstelsel van de vrouw gebracht worden. Hoe heet het deel van het voortplantingsstelsel waar embryo’s dan ingebracht worden?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Eierstok
Slide 13 - Quiz
Waar nestelt een bevruchte eicel zich in?
A
in de vagina
B
in de eileider
C
in het slijmvlies van de baarmoeder
D
in de eierstok
Slide 14 - Quiz
Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel
Slide 15 - Question de remorquage
Eicellen bevatten:
A
Veel reservevoedsel
B
Weinig reservevoedsel
C
Geen reservevoedsel
Slide 16 - Quiz
Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Kleine schaamlippen
D
Clitoris
Slide 17 - Quiz
In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok
Slide 18 - Quiz
Sleep naar de goede plaats
Clitoris
Vagina
Plasgaatje
Vagina opening
Eicel
Baarmoeder
Eileider
Slide 19 - Question de remorquage
Als een vrouw menstrueert, waar komt dan het bloed uit?
A
in deel 1
B
in deel 2
C
in deel 3
D
in deel 4
Slide 20 - Quiz
Wat is een clitoris?
A
Die gevoelig voor seksuele prikkels
B
Dat is zelfbevrediging
C
Dat is masturbatie
D
Dat kan zorgen voor een orgasme
Slide 21 - Quiz
Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.
Slide 22 - Quiz
Op welke dag van de menstruatiecyclus start de menstruatie?
A
1
B
5
C
14
D
28
Slide 23 - Quiz
Een tampon, een maandverband of een menstruatiecup kunnen gebruikt worden tijdens de menstruatie van een vrouw.