4.2 Duitsland valt uiteen (1945-1961)

1 / 40
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo


HC Duitsland in Europa 
(1919-1991)


2.2: Duitsland valt uiteen (1945-1961)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

wat weet je nog van koude oorlog?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Communisme of Kapitalisme? 
Neem een lege pagina in je schrift 
Vouw de pagina in de lengte dubbel 
Schrijf links COMMUNISME en rechte KAPITALISME
plaats de volgende begrippen bij de juiste ideologie. 

Lastig? Je mag samenwerken en en je boek gebruiken. 

Slide 6 - Diapositive

  • Oostblok
  • Vrije verkiezingen
  • IJzeren gordijn 
  • NAVO 
  • Eigen bedrijf beginnen
  • Warschaupact 
  • Socialisme
  • Bedrijven van de staat
  • Oost-Europa 
  • Berlijnse Muur
  • bufferzone 
  • westblok
  • West-Europa
  • Planeconomie


  • Markteconomie
  • Sovjet-Unie
  • Strafkampen
  • Marshall-plan
  • Wapenwedloop
  • DDR
  • BRD
  • Stalin
  • Kennedy
  • Trumanleer
  •  Verenigde Staten van Amerika


KLAAR? INLEVEREN VIA TEAMS! 
 


timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

COMMUNISME
  • Oostblok
  • Strafkampen
  • Berlijnse Muur 
  • IJzeren gordijn 
  • DDR
  • Stalin
  • Warschaupact 
  • Socialisme
  • Bedrijven van de staat
  • Oost-Europa 
  • bufferzone 
  • Sovjet-Unie
  • Planeconomie 


KAPITALISME 
  • Markteconomie
  • Vrije verkiezingen
  • NAVO 
  • Marshall-plan
  • Wapenwedloop
  • Eigen bedrijf beginnen
  • BRD
  • Kennedy
  • Trumanleer
  • West-Europa
  • Verenigde Staten van Amerika
  • Westblok
 


Nakijken

Slide 8 - Diapositive

'Stunde Null'

Materieel, economisch, politiek, moreel faillissement van Duitsland. Bijv: 



Duitse steden liggen in puin, wegen en bruggen zijn vernietigd.
Vijf miljoen mannen waren gesneuveld.

Slide 9 - Diapositive

Heimatvertriebenen

Grote stroom van:
- terugkerende soldaten
- terugkerende slachtoffers van het naziregime
- 13 miljoen Duitse minderheden moesten vluchten

Slide 10 - Diapositive

Verdeling van Duitsland

  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten

  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld

  • Reizen tussen bezettingszones is geen probleem

  • Ondertussen begon men met denazificatie:
    Neurenbergse-Processen
    Sovjet-Unie ontsloeg 500.000 nazi's 
  • Onenigheid toekomst Duitsland

Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 11 - Diapositive

Onenigheid toekomst Duitsland (en Oost-Europa) 
  • Onenigheid over:
  • de manier waarop er nieuwe regeringen in de bevrijde gebieden in Europa komen >
  • West-Europa: parlementaire democratieën
  • Oost-Europa: volksdemocratieën (alleen communistische partij toegestaan) 
  • de grenzen van het verslagen Duitsland       Jalta                                            Potsdam
  • de invloedssferen in Europa

Slide 12 - Diapositive

Trumandoctrine
de VS zou landen helpen die door het communisme werden bedreigd.

Containmentpolitiek
Marshallhulp

Slide 13 - Diapositive

Europese eenwording


De VS gaf grootscheepse economische hulp onder de voorwaarde dat Europa meer zou gaan samenwerken.

Slide 14 - Diapositive


De Blokkade van Berlijn
mei 1948 - juni 1949

Slide 15 - Diapositive

Wat is er hand?

  • Stalin wil West-Berlijn toevoegen aan de Sovjet-zone

  • Westelijke bezettingszones steeds meer één gebied

  • Directe aanleiding: invoering van de D-Mark in westelijke bezettingszones

Slide 16 - Diapositive

Wat gebeurt er?
  • Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn

  • Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug

  • Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn

Slide 17 - Diapositive



Slide 18 - Diapositive

IJzeren Gordijn (1947-1989)
Warschaupact (1955-1991)
NAVO (1949)

Slide 19 - Diapositive

Leg uit dat door de oprichting van de NAVO en het Warschaupact blokvorming een feit was.

Slide 20 - Question ouverte

Oprichting West-Duitsland (BRD) 
en 
Oost-Duitsland (DDR)
mei (BRD) en oktober (DDR) 1949

Slide 21 - Diapositive

BRD
  • Parlementaire democratie
  • bondskanselier 1949-1963: Konrad Adenauer (CDU)
  • Gericht op wederopbouw en stabilisering
    1951: BRD bij de EGKS (Europese Gemeenschap Kolen en Staal)
    1955: BRD bij de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) 

Slide 22 - Diapositive

Wirtschaftswunder
Snelle wederopbouw

werkloosheid verdween

Rijkste land van Europa

EGKS (1952) en NAVO (1955)

Slide 23 - Diapositive

 Mede dankzij het Marshallplan groeide de economie in de BRD. In de DDR mocht de Marshallplan niet

 geaccepteerd worden: geen economische groei.

 


Wirtschaftswunder

Slide 24 - Diapositive

Westbindung
Adenauer wilde zo nauw mogelijk samenwerken met het westen.
Hereniging kon pas als het communisme verdween in Oost-Duitsland.
Hij erkende de DDR niet

Slide 25 - Diapositive



Totalitaire communistische dictatuur
  • Staatssicherheitsdienst (Stasi)
  • Planeconomie
  • Landbouwcollectivisatie
  • Lid van Warschaupact en de Comecon

Slide 26 - Diapositive

Oost-Duitsland
Leider:
Walter Ulbricht
leider van de communistische partij:
Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED)

Slide 27 - Diapositive

1953 Protesten
Het gaat slecht met de economie in de DDR
Arbeiders moeten harder gaan werken voor hetzelfde loon

Mensen komen in opstand
Stasi wordt uitgebreid

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

"Groene grens"
  • Honderdduizenden Oost-Duitsers trokken naar West-Duitsland
  • Daarom sloot Ulbricht de grens met West-Duitsland.
  • Maar de grens tussen Oost- en West-Berlijn moest van de SU open blijven.
  • Gevolg: drie miljoen mensen verlieten de DDR.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

De DDR blijft achter
  • Terwijl in de BRD het Wirtschafswunder voor een razendsnelle wederopbouw zorgt blijft de DDR bleef economisch achter  
  • Oost-Duitsland werd een communistische dictatuur en de regering bepaalde wat er moest worden geproduceerd. Voor het herstel van de oorlogsschade was weinig geld.
  • De DDR moest goedkoop producten leveren als herstelbetaling voor de in WOII aangerichte schade in de Sovjet-Unie.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

1961 De Berlijnse Muur
  • In de jaren vijftig reisden DDR-burgers gewoon naar West-Berlijn als ze dat wilden. Zij zagen met eigen ogen het grote verschil in welvaart. 
  • Steeds meer DDR burgers besloten naar West-Berlijn te verhuizen. Vooral jonge en hoogopgeleide DDR- burgers ontvluchtten het land.  
  • Tussen het voorjaar van 1949 en augustus 1961 vertrokken bijna 3 miljoen Oost-Duitsers via Berlijn naar het Westen.

Slide 34 - Diapositive

1961 De Berlijnse Muur 
De Sovjet-Unie gaf  DDR-regering toestemming om deze leegloop te stoppen.  Op 13 augustus 1961 begon de bouw van een afscheiding dwars door Berlijn.  

Binnen drie dagen werd er een muur gebouwd, die in de maanden erna verhoogd en versterkt werd.  Er kwamen zoeklichten, prikkeldraad en wachtposten.  De Berlijnse muur was een feit.

Let op: Verwar het IJzeren Gordijn niet met de Berlijnse Muur! 

Slide 35 - Diapositive

Het aantal mensen dat de DDR verliet

Slide 36 - Diapositive

Welke begrippen moet je kennen? 
BRD (Bondsrepubliek Duitsland) - 1949
DDR (Duitse Democratische Republiek) -1949
luchtbrug van Berlijn 1948
NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)- 1949
Warschaupact -1955
Wirtschaftswunder 
Stasi 



Slide 37 - Diapositive

Aan de slag

  • Maken open en gesloten vragen H1 (je mag de invulsamenvatting maken maar die mag je ook overnemen) 
  • Maken plus nakijken: invulsamenvatting H2, gesloten- en open vragen.
  • Leren: Oefen met Quizlet  (volgende slide een link)

 
timer
15:00

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Paragraaf 4.2 
  1. Bespreken: PO Kolonisatie en dekolonisatie
  2. Maken paragraaf 4.2 de opdrachten
19 t/m 21 (klassikaal)
22 t/m 26 (individueel of in tweetallen)

Slide 40 - Diapositive