HFD 1 §6 en 7

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Je moet zilvere bollen vervoeren. Daarvoor heb je een kar met een laadvermogen van 1000kg. Een bol zilver heeft een diameter van 50,0cm. Hoeveel bollen kan je tegelijkertijd vervoeren?
  • Gegeven:     diameter bol = 50,0 cm = 0,50m
  •                           ρ = zie tabel 8 van je binas       
  • Gevraagd: hoeveel bollen kun je tegelijk vervoeren?
  • Uitwerking:   inhoud bol zie tabel                                            
                                
34πr3
34π0,253
v=0,0654m3
ρ=vm
10,50103=0,0654m
m=687kg
v
v
v
ρ
ρ
m
inh.bol=34πr3

Slide 2 - Diapositive

Je hebt een paal van 450cm3. Deze stof weegt 8,595kg. Bepaal welke stof dit is.
  • gegeven: v = 450cm3      m = 8,595kg = 8595g
  • gevraagd: dichtheid en stof.
ρ=vm
4508595=19,1g/cm3
uraan

Slide 3 - Diapositive

De Vanderwaalsbinding is een soort van atoombinding
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Wat is een andere naam voor atoombinding?
A
Molecuulbinding
B
Ionbinding
C
Metaalbinding
D
Covalante binding

Slide 5 - Quiz

Wat is een Vanderwaalsbinding?
  • Een binding tussen de moleculen. De moleculen blijven dichtbij elkaar door toedoen van kracht tussen de moleculen. Die krachten noemen we Vanderwaalskracht of Vanderwaalsbinding

Slide 6 - Diapositive

Hoe groter/zwaarder de moleculen zijn des te ....... zijn de Vanderwaalsbindingen
A
sterker
B
zwakker

Slide 7 - Quiz

Wat is een molecuul?

  • Het kleinste deelte van de stof met nog alle eigenschappen van de stof.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Namen van een aantal atoomsoorten
  • Deze moet je kennen voor het SO!
  • Je moet weten of het een metaal of niet-metaal is.
  • Schrijfwijze is zeer belangrijk.
  • Eerste letter -> Hoofdletter
  • Tweede letter -> altijd kleine letter.

Slide 10 - Diapositive

Lithium in het periodiek systeem
Het atoommodel van lithium

Slide 11 - Diapositive

Molecuulmassa
Water
  • Uit welke atomen bestaat water?
  • Hoeveel weegt elk atoom (periodiek systeem)?

Slide 12 - Diapositive

Elementen en Verbindingen
Wat is een element?
  • Een element betaat uit één atoomsoort. 
Wat is een verbinding?
  • Een verbinding bestaat uit twee of meerdere verschillende atoomsoorten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Metalen
Met uitzondering van kwik !

Slide 17 - Diapositive

Zware metalen
  •  metalen met een hoge dichtheid (kwik, lood, cadmium) én zeer schadelijk voor de gezondheid.
  • Afval met zware metalen,  bij kca-afval (kca = klein chemisch afval)-

Slide 18 - Diapositive

lichte metalen
  •  metalen met een lage dichtheid (aluminium).
  • Wordt gebruikt voor o.a. vliegtuigen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Edele metalen 
  • Edel betekent:   niet of nauwelijks reagerend met andere stoffen.
  • BV. Platina, goud en zilver

Slide 21 - Diapositive

Onedele metalen
  • reageren wel  met andere stoffen. (b.v.zuurstof, water of zuren) 
  • worden daarom bijna altijd gevonden als erts = verbinding van metaal met een niet- metaal (=dus een zout)
  • hoe onedeler het metaal hoe reactiever het is.
  • Bv. ijzer, lood, tin


Slide 22 - Diapositive

zeer onedele metalen
  • alle metalen uit groep 1 = alkalimetalen, zijn zeer reactief.
  • ze reageren zo heftig met b.v. zuurstof en water dat ze onder een laagje olie bewaard worden
  • de aardalkalimetalen = groep 2 reageren ook heftig maar iets minder heftig 

Slide 23 - Diapositive

Reacties van metalen
  • het aangetasten van onedele metalen  door stoffen uit de atmosfeer heet corrosie
  • roesten = corroderen van ijzer 
  • roest is poreus, daaronder roest het ijzer verder
  • aluminiumoxide en zinkoxide zijn niet poreus en beschermen juist tegen verder corroderen

Slide 24 - Diapositive

4 belangrijke groepen
  • Groep 1: alkalimetalen (zeer reactief)​

  • Groep 2: aardalkalimetalen (redelijk reactief)​

  • Groep 17: halogenen (zeer reactief als element)​

  • Groep 18: edelgassen (niet reactief)

Hoe verklaren we de reactiviteit van elementen?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

atoommodel
  • elektronen(-) lading; in wolk om de kern heen
  • kern: bepaalt de massa en bestaat uit
    - protonen (+) lading (is het atoomnummer)
    - neutronen (geen lading) en nodig om de protonen bij elkaar te houden
  • gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af
  • normaal atoom heeft evenveel + als - lading
  • massa van 1 proton of 1 neutron noem je de atomaire massa-eenheid, 1 u= 1,7x 10-27kg


Slide 30 - Diapositive

een plaatje van natriumoxide Na2

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Het massagetal = de som van protonen en neutronen in de kern

Slide 34 - Diapositive

  • Atoomnummer = protonen + elektronen
  • massagetal = protonen + neutronen
  • elektronen wegen bijna niets
  • neutraalatoom ->elektronen = protonen

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Een uraniumatoom heeft het massagetal 238,0. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
  • protonen = 92
  • neutronen 238 - 92 = 146
  • elektronen = 92

Slide 37 - Diapositive

  • Een chroomatoom heeft het massagetal 52,00. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
  • protonen = 24
  • neutronen 52- 24 = 28
  • elektronen = 24

Slide 38 - Diapositive

  • Een zuurstofatoom heeft het massagetal 16,00. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
  • protonen = 8
  • neutronen 16 - 8 = 8
  • elektronen = 8

Slide 39 - Diapositive

  • Een Radiumatoom heeft het massagetal 226. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
  • protonen = 88
  • neutronen 226 - 88 = 138
  • elektronen = 88

Slide 40 - Diapositive

  • Een hassiumatoom heeft het massagetal 269. Hoe is dit atoom opgebouwd? (Dus hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?)
  • protonen = 108
  • neutronen 269 - 108 = 161
  • elektronen = 108

Slide 41 - Diapositive

Huiswerk

Maken: samenvatting par 6 en 7
leren atomen en metaal of niet-metaal van afb. 1.31  SO!

Slide 42 - Diapositive