‹Revenir à la recherche

3.1 Atoommodel

Hfd 3.1 Atoommodel
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hfd 3.1 Atoommodel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet op volgorde van groot naar klein
molecuul
stof
atoom

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Van druppel naar bolletjes naar moleculen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Atomen zelf bestaan uit kleinere deeltjes. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouwstenen atoom
Elektron: negatief
Proton: positief
neutron: neutraal

Slide 7 - Diapositive

Noem je een schil

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Atoombouw:
Kern: bevat protonen (+) en neutronen (geen lading)
Elektronenwolk: bevat elektronen (-) die zich in banen rondom de kern bewegen. Dit noemen we schillen.
K-schil: max. 2 elektronen
L-schil: max. 8 elektronen
M-schil: max. 18 elektronen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Massa van een proton, neutron, elektron wordt uitgedrukt in atomaire massa-eenheid, u 
1 u = 1,66*10-27 kg
1 kg                            1 u

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?

Periodiek systeem: bladzijde 178

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Atoomnummer: aantal protonen in de atoomkern 
Elke atoomsoort heeft zijn eigen vaste atoomnummer!

Voorbeeld:
Stikstof (N) heeft atoomnummer 7 
N heeft 7 protonen in de atoomkern

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Atoomnummer: aantal protonen 
Aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = Aantal deeltjes in de kern = Aantal protonen + aantal neutronen

Tip: Atoomnummer is altijd kleiner dan de atoommassa!

Voorbeeld:
Atoomnummer = 7 protonen
7 protonen = 7 elektronen
Massagetal = 14 --> 14 - 7 = 7 neutronen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Atoomnummer: aantal protonen 
Aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = Aantal deeltjes in de kern = Aantal protonen + aantal neutronen


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Atoommodel
Atoomnummer: aantal protonen 
Aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = Aantal deeltjes in de kern = Aantal protonen + aantal neutronen


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel protonen bevat Zuurstof?
(typ alleen het getal in).


Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel elektornen bevat zuurstof?
(typ alleen het getal in).


Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel neutronen bevat zuurstof?
(typ alleen het getal in).


Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Goud heeft atoomnummer 79 en massagetal 197.
Wat is de massa in u?

(30 s)
A
79
B
197
C
118
D
276

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goud heeft atoomnummer 79 en massagetal 197.
Wat is het aantal elektronen?

(30 s)
A
79
B
197
C
118
D
276

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goud heeft atoomnummer 79 en massagetal 197.
Wat is het aantal neutronen?

(30 s)
A
79
B
197
C
118
D
276

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Periodiek systeem
Lezen bladzijde 116 
Maken 3.1 (blz 117): opdracht 1 t/m 4 en 8

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1/3.2 Periodiek systeem

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling Periodiek Systeem
Horizontaal = periode
Verticaal = groepen 


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling Periodiek Systeem
Metalen en niet-metalen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepen die je moet kennen zijn
groep 1: Alkalimetalen (H niet)
groep 2: Aardalkalimetalen
groep 17: Halogenen
groep 18: Edelgassen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periodiek systeem 
  • Alle elementen (atoomsoorten) staan in deze tabel.
  • Een rij (horizontaal) noemen we een periode: elementen zijn gerangschikt op oplopend atoomnummer.
  • Een kolom (verticaal) noemen we een groep: elementen zijn gerangschikt op vergelijkbare eigenschappen.
  • Metalen staan links, niet-metalen staan rechts.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzondere groepen
  • Groep 1 (uitgezonderd waterstof): alkalimetalen (natrium, lithium, kalium)
  • Groep 2: aardalkalimetalen (magnesium, calcium)
  • Groep 17: halogenen (fluor, chloor, jood, broom)
  • Groep 19: edelgassen (helium, neon, argon, xenon)

Groep 1 en 17 zijn heel reactief, groep 2 redelijk reactief, groep 18 helemaal niet.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metaalatomen zijn in het periodiek systeem te vinden aan de ...
A
linkerkant
B
rechterkant

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elementen met vergelijkbare eigenschappen zitten in dezelfde groep. Dat is in het periodiek systeem een...
A
Van links naar rechts
B
Van boven naar beneden

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een periode is een rij (van links naar rechts) in het periodiek systeem. Elementen in een periode zijn gerangschikt op...
A
oplopende atoommassa
B
oplopend atoomnummer

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke atoomsoort is geen metaal?


(30 s)
A
Calcium
B
Magnesium
C
Natrium
D
Neon

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke naam heeft groep 1 in het periodiek systeem?

(30 s)
A
alkalimetalen
B
aardalkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de atoomkern
Rond een atoomkern
Geen onderdeel van een atoom
Elektron
Proton
Neutron
Foton
Molecuul

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculaire stoffen
neutronen
elektronen
protonen
kern
schillen
moleculen
atomen

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Isotopen
Aantekening:
Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern (dus zelfde element), maar met een ander aantal neutronen (dus een andere atoommassa).
-----------------------------------------------------------------------





Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

3.1 Atoommodel

- Leçon avec 23 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Les 3 - Herhaling H3.2 + H3.4

- Leçon avec 47 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Les 3 - H3.4 Atoombouw

- Leçon avec 33 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Les 3 - H3.4 Atoombouw

- Leçon avec 30 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

§3.1 - Atoommodel

- Leçon avec 38 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

3.1 Atoommodel 3V

- Leçon avec 28 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Isotopen

- Leçon avec 18 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

1.2 Het atoommodel (nova 4vmbo-t)

- Leçon avec 20 diapositives
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4