V4 - T4: BS7 Soortvorming

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BS7: Soortvorming
V4
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 2 - Diapositive

Soortvorming
Het ontstaan van (een) nieuwe soort(en) uit al bestaande
De pijlers van het Darwinisme verklaren NIET hoe soortvorming kan plaatsvinden

Er is méér nodig...

Slide 3 - Diapositive

Geef de definitie van de term 'soort'

Slide 4 - Carte mentale

Soortvorming: het ontstaan van een nieuwe soort uit al bestaande.

Wat moet er voorkomen worden voordat er nieuwe soorten kunnen ontstaan?

Slide 5 - Question ouverte

Allopatrische soortvorming
Oorzaak van reproductieve isolatie:
geografische barrière

door verschillende habitats: verschil in selectiedruk op genenpool.

Er ontstaat genetische divergentie

Slide 6 - Diapositive

Sympatrische soortvorming
Genetische divergentie door verschil in selectiedruk op bepaalde genen.

Hoe ontstaat dan reproductieve isolatie als er GEEN geografische isolatie is>

Slide 7 - Diapositive

Hoe bewerkstellig je reproductieve isolatie in dezelfde habitat?

  • ecologisch
  • temporeel
  • ethologisch
  • fysieke
  • postzygotisch

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Heeee.. een Darwinvraag
is er sprake van soortvorming?
nee
ja
1. Benoem genetische variatie
2. WIE heeft WELK selectievoordeel?
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
1. Benoem genetische variatie populaties
2. Voor twee populaties: WIE hebben WELK selectievoordeel
3. Grotere voortplantingskans
4. Grotere doorgave van deze eigenschap en toename in frequentie
5. Op WELKE wijze is er sprake van reproductieve isolatie?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Leg uit op welke wijze verschillende cichlidesoorten met eivlekken volgens deze biologen zijn ontstaan.

Slide 12 - Question ouverte

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat soortvorming is
  • Je begrijpt de noodzaak van reproductieve isolatie voor soortvorming
  • Je kan het verschil in allopatrische en sympatrische soortvorming herkennen in een context
  • Je kan beschrijven op welke manieren er reproductieve isolatie kan worden bewerkstelligd
  • Je kan in een context beschrijven hoe soortvorming optreedt

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
  • Je maakt in BVJ online van BS7 de volgende opgaven: 95 t/m 102

Slide 14 - Diapositive