Disk 2 les 1

Fijn dat je er bent!
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?

Je kan nieuwe woorden gebruiken van
 het thema "bellen en mailen"
Je leert hoe je een telefoongesprek moet voeren. 

Slide 2 - Diapositive

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we doen?

  • Nieuwe woorden leren van de woordenlijst.
  • Het telefoongesprek.
  • Aan het werk

Slide 3 - Diapositive

Nieuwe woorden leren

Schrijf de vertaling op de woordenlijst.

Slide 4 - Diapositive

's middags
  • in de middag
  • van 12-18 uur

  • zin: De leerlingen zijn            's middags vrij. 

Slide 5 - Diapositive

's nachts
  • in de nacht
  • van 0.00 - 7.00 uur
  • zin: Ik droom 's nachts. 

Slide 6 - Diapositive

aardig
  • lief 
  • vriendelijk
  • zin: De leerling is heel aardig.
  • zin: De aardige buurman verhuist morgen.

Slide 7 - Diapositive

de afspraak
  • dat wat je afspreekt
  • waar - wanneer - waarom
  • de afspraak - de afspraken
  • zin: Ik heb een afspraak bij de dokter.
  • zin: Morgen gaat de afspraak niet door. 

Slide 8 - Diapositive

al
  • eerder dan je dacht 
  • zin: Ik ben al klaar.
  • zin: Ik ga al naar huis.
  • zin: Het is al tijd.
  • zin: Ik ga nu al naar bed.

Slide 9 - Diapositive

bellen
  • contact hebben met iemand met een telefoon
  • werkwoord 
  • ik bel - wij bellen
  • zin: Ik bel met mijn broer.
  • zin: Ik ga de dokter bellen.

Slide 10 - Diapositive

beter
  • goed - beter - best 
  • zin: Ik ben beter in taal dan in rekenen.
  • zin: Elke dag wordt mijn Nederlands beter.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

In dit thema oefen je met 
bellen en mailen.

Slide 13 - Diapositive

Bellen 
Mailen
Hallo,met Adnan
Beste Adnan,
Ja?
Groetjes, 
Doei

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Lien

Ik ben ziek...
  • Ik word 's morgens wakker. 
  • Ik voel me ziek.
  • Wat moet ik doen?
  • Wat gebeurt er als ik niet afbel?


Slide 16 - Diapositive

Waar gebruik jij je telefoon het meest voor?
A
bellen
B
whatsapp
C
social media
D
internet

Slide 17 - Quiz

Stuur jij weleens een mail?
A
Nee nooit.
B
Ja soms
C
Ja vaak

Slide 18 - Quiz

Luisteren

  • Twee gesprekken
  • Welk gesprek is beter? 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Schrijf samen een tip op 
voor een goed telefoongesprek.


 

Slide 22 - Diapositive

Tips voor een goed telefoongesprek
  • Oefen eerst wat je wilt zeggen.
  • Begin met je voornaam en je achternaam. 
  • Spel je naam goed.
  • Gebruik 'u' bij mensen die je niet kent.
  • Zeg duidelijk wat je wil. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Spellen:
Kun je je naam even spellen?

Slide 25 - Diapositive

Luister eerst naar de tekst 
Beantwoord daarna de vragen. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Goedemorgen, u spreekt met...
Ik heb morgen een afspraak, maar ik kan niet...
Kun je even je achternaam.....
Om 16 uur kan ik niet: kan het iets.......?
Joanne
komen.
spellen?
later?

Slide 28 - Question de remorquage

Joan belt voor een nieuwe afspraak bij de tandarts.

A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

De nieuwe afspraak is op dinsdag om 15.30 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Het is makkelijk om een nieuwe afspraak te maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

De assistente vindt het vervelend dat Joan afbelt.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Fijn dat je er bent!

Slide 33 - Diapositive

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we doen?

  • Het telefoongesprek oefenen.
  • Aan het werk

Slide 34 - Diapositive

Luisteren

  • Twee gesprekken
  • Welk gesprek is beter? 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Schrijf samen een tip op 
voor een goed telefoongesprek.


 

Slide 37 - Diapositive

Tips voor een goed telefoongesprek
  • Oefen eerst wat je wilt zeggen.
  • Begin met je voornaam en je achternaam. 
  • Spel je naam goed.
  • Gebruik 'u' bij mensen die je niet kent.
  • Zeg duidelijk wat je wil. 

Slide 38 - Diapositive

DISK
Maak de bronnen.
 Klaar?
ga verder met de bouwstenen.
Klaar? 
Dan krijg je een andere opdracht.

Slide 39 - Diapositive

Wat ga je leren?

Je kan nieuwe woorden gebruiken van
 het thema "bellen en mailen"
Je leert hoe je een telefoongesprek moet voeren. 

Slide 40 - Diapositive


1
A
Hij belt.
B
Hij loopt.
C
Hij schrijft.
D
Zij belt.

Slide 41 - Quiz

Ik mag hier .......................
1

Slide 42 - Question ouverte

Latifa was ziek.
Wat vraag je als ze weer op school is?
Gebruik het woord: beter
1

Slide 43 - Question ouverte

Ik help jou.
Dat is ....................
1
A
nooit
B
beter
C
bellen
D
aardig

Slide 44 - Quiz


Ik ben ........... heel lang op school.
A
datum
B
al
C
bellen
D
afspraak

Slide 45 - Quiz

Ik zit naast een leerling.
Wij werken ..................
6
A
's avonds
B
nooit
C
samen
D
regel

Slide 46 - Quiz

Ik ga ................. niet naar school.
6
A
's morgens
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 47 - Quiz

Ik beloof de docent dat ik op tijd kom.
Dat is een .......................
1
A
dag
B
datum
C
afspraak
D
beter

Slide 48 - Quiz

Huiswerk
Schrijf 5 zinnen in je schrift.


Slide 49 - Diapositive

's avonds
  • in de avond
  • van 18.00 - 0.00 uur
  • zin: Ik drink 's avonds altijd melk.
  • zin: 's Avonds is het donker. 

Slide 50 - Diapositive