3.3 vraag en aanbod

Ben jij ondernemend?
3.3 Vraag en aanbod
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ben jij ondernemend?
3.3 Vraag en aanbod

Slide 1 - Diapositive

3.3 Vraag en aanbod
  • Ik kan uit een grafiek de evenwichtsprijs en hoeveelheid aflezen.
  • Ik kan uitleggen waardoor de vraag- en aanbodlijnen verschuiven.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van een verschuiving van een vraag- en/of aanbodlijn.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van het instellen van een maximumprijs door de overheid.
  • Ik kan met behulp van een concreet voorbeeld uitleggen wat een transparante markt is.

Slide 2 - Diapositive

3.3 Vraag en aanbod
Evenwicht
Het punt waar vraag en aanbod gelijk zijn
aan elkaar is:
  • De evenwichtsprijs
  • De evenwichtshoeveelheid
Vraag 3b
De evenwichtsprijs is € 1.750
De evenwichtshoeveelheid is 25.000

Slide 3 - Diapositive


vraag 5a en 5b
Het aanbod scooters neemt met 15.000 toe. De vraag blijft gelijk.

Slide 4 - Diapositive


vraag 5c en 5d
Door subsidie krijgt men een deel van de aanschafprijs terug. Bij iedere prijs stijgt de vraag met 15.000. Het aanbod blijft gelijk. 

Slide 5 - Diapositive

Europa was lang afhankelijk van Russisch gas. Door de oorlog in Oekraïne is de aanvoer van Russisch gas sterk afgenomen.
Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 6 - Quiz

Oktober was de warmste oktobermaand in tijden. De verwarming bleef bij vele gezinnen uit.

Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 7 - Quiz

De VS en Noorwegen gaan extra gas aanbieden aan Europa.
Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 8 - Quiz

3.3 Vraag en aanbod
Vraag kan verschuiven
  • Als de vraag toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
      vb: inkomen consumenten stijgt.
  • Als de vraag afneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, daalt de prijs.
      vb: verouderde technologie

Slide 9 - Diapositive

3.3 Vraag en aanbod
Aanbod kan verschuiven
  • Als het aanbod toeneemt terwijl de vraag gelijk blijft, daalt de prijs.
      vb: meer producenten.
  • Als het aanbod afneemt terwijl de vraag gelijk blijft, stijgt de prijs.
      vb: grondstoffen te kort.

Slide 10 - Diapositive

3.3 Vraag en aanbod
Vrije markt
Als de prijs bepaalt wordt door vraag en aanbod, dan is er een vrije markteconomie. Dit werkt het best bij een transparante markt (veel aanbod en veel vraag).

Soms zijn hoge prijzen onwenselijk en grijpt de overheid in:
  • maximumprijs instellen
  • subsidie geven

Slide 11 - Diapositive

Transparante  markt
  • Jouw producten en prijzen zijn goed met elkaar te vergelijken = transparante markt

    Slide 12 - Diapositive

    Minimumprijs 
    - Er ontstaat een aanbodoverschot
     
    - De overheid heeft hierdoor kosten omdat er een aanbodoverschot is en de overheid koopt dit overschot voor de minimumprijs op.

    - Een minimumprijs wordt voornamelijk in de landbouwindustrie gebruikt door de overheid.

    - Consumentensurplus en producenten surplus verandert. 

    Slide 13 - Diapositive

    Maximumprijs
    Maximumprijs wordt ingesteld door de overheid om de consument te beschermen tegen te hoge prijzen.
    Door het instellen van een maximumprijs zullen de winsten van de aanbieders dalen.
    Door het instellen van een maximumprijs is de vraag naar een product groter dan het aanbod. Er ontstaat een vraagoverschot.

    Slide 14 - Diapositive

    maximumprijs

    Slide 15 - Diapositive

    Maken
    Blz 82
    Som 1 t/m 10

    Slide 16 - Diapositive