week 44 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

week 44 les 1

Chapitre 1

Les devoirs

HW check voor: Filine, Casper, Yasmira, Noor, Ghina

Ch1 voorbereiden voor de toetsweek. 

Deze les gaan we nogmaals de toetsstof herhalen :) :) :)

Lesdoelen (Les buts)

Herhaling Chapitre 1:

Vocabulaire E+F: 

Je kunt de woorden E+F vertalen in het F/N - N/F

Bloc H: 

Je kunt de regelmatige -re werkwoorden gebruiken in de présent en passé composé

Bijvoeglijk naamwoord:

Je kunt de bijv. nw. herkennen, vertalen en toepassen in het Frans

Herhaling Bloc D

L'adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord

De uitgangen van het bijvoeglijke naamwoord

Mannelijk meervoud

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk meervoud

+ s

+ niks

+ es

+e

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

VOOR

ACHTER

heureux

cher

petit

grand

facile

long

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: grand?

1. Elle est une grand fille
2. Il a une grandes voiture
3. Elle a une grande chambre

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: bleu?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: heureux?

1. Monique est très heureux
2. Monique est très heureus
3. Monique est très heureuse
4. Monique est très heureuxs

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord
vertaling: de kleine jongen

1. Le petit garçon
2. Le petite garçon
3. Le petits garçon
4. Le petites garçon

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
Vertaling: de onbekende actrice.

1. L'actrice inconnu
2. L'actrice inconnue
3. L'actrice inconnus
4. l'actrice inconnues

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord.
Vertaling: de slanke meisjes

1. Les filles maigre
2. Les filles maigree
3. Les filles maigres
4. Les filles maigrees

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Le garçon
Voeg toe: beau

Voeg het bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe. Type de hele zin.
Le journal
Voeg toe: nouveau

Welke zin klopt NIET?

1. Il a un chien adorable.
2. Stephan a une soeur petite.
3. J'ai un cousin italien.
4. On a une grande maison.

Combineer de mannelijke met de vrouwelijke vorm:

belle

petite

grande

bonne

haute

vieille

nouvelle

petit

nouveau

bon

beau

grand

haut

vieux

Ervoor

Erna 

long

petit

nouveau

dernier

gros

vieille

rose

canadien

rouge

sportive

néerlandais

vert

Herhaling Bloc H

regelmatige werkwoorden

-re

Je/J'

Nous

Il/elle/on

Vous

Ils/elles

Tu

-re attendre

Welke vorm hoort bij welke? 

vends

vendent

vends

vendez

vend

vendons

Op welke letter eindigt passé composé bij regelmatige werkwoorden op -re?

Je/J'

Nous

Il/elle/on

Vous

Ils/elles

Tu

as entendu

ont entendu

ai entendu

avez entendu

a entendu

avons entendu

Hoe ging het?

😒🙁😐🙂😃

Nakijkwerk?

• HW controle! Is alles gemaakt? Ch1 + Ch4?
• Heb je nog nakijkwerk?

WB: In het WB gewerkt? Verbeter je werk!

ONLINE: Opdrachten die online onvoldoende zijn, worden er opnieuw in gezet

Verbeter jouw opdrachten uit Ch1 en het herhalingshfst Ch4

Ben je klaar? PW Ch1 voorbereiden!

Proefwerk Ch1

Leerstof:

Alle woorden en zinnen uit Ch1 (A,B,C,E,F,G)

Grammaire: Bloc D (bijv nw) + Bloc H (-re werkwoorden)

Kijk ook in je studiewijzer, oefen met slim stampen

Laat je overhoren!