H4/H5: Nakijken Gram. H4: 5, als/dan, signaalwoorden (Over taal)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

- Nakijken Gram. H5: 5

- Uitleg als / dan en verwijswoorden

- Huiswerk maken

Lesdoelen

Gram. H5:

- Je kunt een zin in zinsdelen verdelen en de zinsdelen benoemen.

Over taal H5:

- Je kunt als en dan op een goede manier gebruiken.

- Je weet wat signaalwoorden zijn en waarvoor je ze gebruikt.

Herhalen zinsdelen

• Wwg = alle werkwoorden + te + aan het + splitswerkwoorden
• Ond = wie/wat + wwg?
• Lv = wie/wat + wwg + ond?
• Mv = aan wie / voor wie? (alleen bij een lv)
• Bwb = prullenbak (alles wat je overhoudt) - waar, wanneer, hoe, hoeveel etc.

Nakijken opdracht 4 (blz. 219)

2 De toets was volgens de docent heel goed gemaakt.

3 Het nieuws komt vanmiddag met een extra uitzending.

4 De beroemde zanger heeft zijn fans na het concert via sociale 

media een bedankje gestuurd.

Nakijken opdracht 4 (blz. 219)

5 Wanneer gaan jullie mee naar de Efteling?

6 Vanwege het slechte weer moest het verkeer voorzichtig 

rijden.

Die hond is groter ......... mijn teckel.

1. als
2. dan

Jouw bril is even leuk ...... de mijne.

1. als
2. dan

Die hond is groter DAN mijn teckel.
Jouw bril is even leuk ALS de mijne.
Welke regel kun je hieruit afleiden?

Uitleg als/dan

Dan:

- vergrotende trap                             Hij is kleiner dan hem.

- ander, andere en anders             Het is anders dan ik dacht.

Als:

- net zo / even (gelijk aan elkaar)   Hij is even klein als hij.

- niet zo                                                      Hij is niet zo groot als ik ben.

- drie, vier keer zo                                  Hij is drie keer zo groot als ik.

Ezelsbruggetje

Als = gelijk

Dan = ongelijk

Joey houdt van timmeren. .................. heeft hij gekozen voor de opleiding Meubelmaken.

1. daardoor
2. omdat
3. daarom

Uitleg signaalwoorden

Signaalwoorden verbinden zinnen of regels een elkaar.

- Signaalwoorden van opsomming

- Signaalwoorden van tegenstelling

- Signaalwoorden van reden

Signaalwoorden van opsomming

Na elkaar opnoemen van een aantal punten of onderdelen.

en, ook, ten eerste, ten tweede, bovendien

Signaalwoorden van tegenstelling

Twee dingen noemen die tegenover elkaar staan (verschillend zijn) 

maar, daarentegen, toch, echter

Signaalwoorden van reden

Waarom iemand iets doet, waarom iets gebeurt

omdat, namelijk want

De scholen zijn dicht vanwege de meivakantie.
Vanwege =

1. opsomming
2. reden
3. tegenstelling

De leerlingen zijn boos, want de docent geeft een proefwerk op voor morgen

1. opsomming
2. reden
3. tegenstelling

De docent Engels heeft namelijk ook een proefwerk opgegeven.
Ook =

1. opsomming
2. reden
3. tegenstelling

Huiswerk

Over taal H4: 5 (blz. 183)

Over taal H5: 8 (alleen vraag 1) en 9 (blz. 232)