Intro les + 1.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom!

Telefoon in de tas :)

Planning

- Verwachtingen periode 2

- Introductie op het hoofdstuk

- Uitleg 1.1

Toets 'weer en klimaat'

15%

Praktische opdracht

15%

Verwachtingen

- Altijd je boeken mee naar de les

- Aantekeningenschrift voor aardrijkskunde

Voorkennis

Stap 1: In stilte voor jezelf

1. Schrijf alles op wat je weet over het weer.

2. Welke dingen denk je dat het weer in onze omgeving beïnvloed? 

3. Wat zijn belangrijke dingen die je al weet over het meten van het weer? 

Voorkennis

Stap 2: Antwoorden uitwisselen met je buurman/buurvrouw

1. Schrijf jullie gezamenlijke antwoorden op.

Voorkennis

Stap 3: Uitwisselen

1. Wat kunnen we van elkaar leren?

2. Wat weten jullie al?

Klassikaal bespreken

Lezen 'Het weer en het klimaat'

Voor jezelf 

1.1 Weer of klimaat

Weer

Het weer = De toestand van de atmosfeer (dampkring) op een bepaald moment in een bepaald gebied.

Temperatuur, wind, bewolking, neerslag en luchtdruk

Ook: Zonkracht / uv-index

-> Meet uv-straling

-> Hangt af van bewolkingsgraad

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

1.1 Weer of klimaat?

Klimaat

Het klimaat = Het gemiddelde weer over een langere periode (30 jaar) in een bepaald gebied. 

• Klimaatgrafieken: Gemiddelde temperatuur en neerslag per maand.

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

1.1 Weer of klimaat?

Klimaatfactoren 

De verschillen in gemiddelde temperatuur en neerslag verschillen per gebied door vijf klimaatfactoren:

1. Breedteligging: Afstand tot de evenaar                                                            
2. Hoogteligging: Boven zeeniveau                                                                        
3. Gesteldheid van het aardoppervlak: Verwarmt de zon land of water
4. Afstand tot de zee: Meer neerslag + matigend effect temperatuur aan de kust
5. Wind- en oceaanstromingen: Aanvoer van warmte, koud of vochtigheid. 

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

1. Breedteligging

Afstand tot de evenaar:

• Hoe verder, hoe lager de gemiddelde temperatuur.

Nederland: 51 graden N.B. 

2. Hoogteligging 

Boven zeeniveau 

• Hoe hoger, hoe lager de gemiddelde temperatuur 

3. Gesteldheid van het aardoppervlak

Verwarmt de zon het land of het water? 

•  Water warmt langzamer op en koelt langzamer af dan land.                

4. Afstand tot de zee

Invloed van de zee op temperatuur en neerslag.

Dichtbij de zee: 

- Meer neerslag 

- Gematigd effect op temperatuur

 

Ver weg van de zee: 

- Minder neerslag 

- Invloed (grote verschillen) temperatuur bepaald door het land 

5. Wind- en oceaanstromingen 

•       Aanvoer van warmte, koud of vochtigheid   

Aan de slag! 

Paragraaf 1.1

1 t/m 5 

Eerste vijf minuten in stilte. 

Klaar? Nakijken 1.1