Leerdoel: je kunt vertellen waar je op vakantie bent geweest en wat je hebt gedaan
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Havo 2 - Unité 1 - Écrire
Leerdoel: je kunt vertellen waar je op vakantie bent geweest en wat je hebt gedaan
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Prenez vos livres
Page 33
Exercice 24
Regardez les images
Exercice 24A -> ensemble
Slide 4 - Diapositive
Les pays et leur préposition
Slide 5 - Diapositive
Apprendre 1
Slide 6 - Diapositive
Wat valt je op? La France - Le Portugal - Les Pays-Bas
Slide 7 - Question ouverte
En français...
Les pays ont une préposition (voorzetsel) !
Par exemple: La France
Slide 8 - Diapositive
In het Frans hebben landen een voorzetsel
Le Maroc
La France
L'Espagne
Les Pays-Bas
Conclusie: landen in het Frans zijn: mannelijk, vrouwelijk of staan in het meervoud
Slide 9 - Diapositive
Welk lidwoord gebruik je?
Landennamen die eindigen op een -e = vrouwelijk
landennamen die eindigen op een -s =
meervoud
landennamen die eindigen op een andere letter=
mannelijk
Landennamen die met een klinker beginnen
LA
LES
LE
L'
La France, la Belgique etc.
Les Pays-Bas, les États-Unis etc.
Le Portugal, le Danemark, etc.
L'Espagne, l'Allemagne etc.
Slide 10 - Diapositive
Maar..
hoe zeg je in het Frans:
Ik ga
Slide 11 - Diapositive
Préposition: les pays, les villes, les villages
Slide 12 - Diapositive
Voorzetsels in en naar voor landen
-J'ai été enFrance.
- Luis a une amie en Espagne
-Tu vas auxPays-Bas?
-Non, je vais auMaroc.
Slide 13 - Diapositive
Villes / villages
Om een stad of dorp aan te geven gebruik je het voorzetsel 'à'.
Voorbeeld:
Je vais à Paris
J'habite à Groningue
Slide 14 - Diapositive
Continents
Om continenten aan te geven gebruik je het voorzetsel 'en'.
Voorbeeld:
En AfriqueEn Asie
En EuropeEn Amérique
En Océanie
Slide 15 - Diapositive
Pays
Bij landen heb je drie opties: en / au/ aux
Om te bepalen welk voorzetsel bij welk land hoort, moet je weten of het land vrouwelijk, mannelijk of meervoud is. Om dit te bepalen, kijk je naar de laatste letter van het land
Slide 16 - Diapositive
Pays
laatste letter een -e
Féminin (vrouwelijk)
in /naar: 'En'
En Espagne En France
Slide 17 - Diapositive
Pays
laatste letter geen -e of
masculin (mannelijk)
in / naar: 'Au'
Au Luxembourg Au Canada Au Japon
Slide 18 - Diapositive
Pays
laatste letter: -s
Pluriel (meervoud)
in / naar: 'Aux'
Aux États-Unis
AuxPays-Bas
Slide 19 - Diapositive
Au travail
Exercice 25
- weet je niet meer of een land mannelijk/vrouwelijk of in het meervoud staat:
Zoek dan de landen op in Apprendre 1 !
Temps: 3 minutes
Slide 20 - Diapositive
Vul de juiste vorm in: Mes parents vont _________ France
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 21 - Quiz
Vul de juiste vorm in: Rotterdam, c'est __________ Pays-Bas
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 22 - Quiz
Vul in: Ronald Koeman a une maison ______ Portugal
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 23 - Quiz
Vul in: Il fait très froid __________ Suède
A
à
B
au
C
en
D
aux
Slide 24 - Quiz
Noa habite.........Espagne
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 25 - Quiz
Je suis ........Danemark
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 26 - Quiz
Belgique
A
Masculin
B
Féminin
C
Pluriel
Slide 27 - Quiz
Tu habites......Lille
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 28 - Quiz
à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Pérou
Asie
Slide 29 - Question de remorquage
Résumé
in / naar:
À = dorpen en steden
En = continenten en vrouwelijke landen ('la' / 'l' --> laatste letter: -e)
Au = mannelijke landen ('le' --> laatste letter: géén -e of -s)
Aux = landen meervoud ('les' --> laatste letter: -s)
Slide 30 - Diapositive
Au travail
Exercice 26 (à la page 35)
Traduisez (vertaal) les mots en français
Gebruik apprendre 8
Vul de woorden in bij de juiste zin. (de woorden kan je in de tekst ook terugvinden!)