Les 33- H4 Taalverzorging Het Voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom M1

Maker David Hockney

Titel Het aanbreken van de lente in Woldgate, East Yorkshire

Datering 2011

Collectie Centre Pompidou, Parijs

Planning

-Huiswerk nakijken en nabespreken

-Herhaling leerstof Taalverzorging pv in tt en gezegde

-Uitleg H4- Voltooid Deelwoord

-Aan de slag!

-Huiswerk

Wat was het huiswerk?

H4 Taalverzorging op blz. 108

Maken: opdracht 1 t/m 4

Zijn vader .......(rijden) in een mooie auto.

Noteer de pv in de TEGENWOORDIGE tijd

PV in de tegenwoordige tijd

DRIE MOGELIJKHEDEN!

1. ik-vorm (bij 'ik' of 'jij' mits achter pv)

2. ik-vorm + T

3. Het hele werkwoord

Je mag de PV in de TT NOOIT langer maken!!

Hoe vind je het (werkwoordelijk)gezegde in een zin?

Werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde: 

bestaat uit alle werkwoorden in een zin! 

H4 Taalverzorging: Voltooid deelwoord (blz. 110)

Leerdoelen

Je leert voltooide deelwoorden goed spellen

Voltooid deelwoord. Weet je het nog?

Verschillende soorten werkwoorden

persoonsvorm (tt of vt): ik loop of ik liep

voltooid deelwoord: ik heb .........

Voltooid deelwoord

ik heb gelopen

ik ben geland

• Begint vaak met -ge- / -be- / -ont- / -her-/  -er-
• Staat nooit alleen in de zin (als werkwoord)
• Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in zinnen met een voltooid deelwoord

Heb je alle kommen afgewassen?

Voltooid deelwoord

De verjaardagstaart is erg zorgvuldig bereid.

Het konijn heeft de wortel in zijn bek geklemd.

Carolien heeft een man aan de haak geslagen.

De verjaardagstaart is erg zorgvuldig bereid.

Het konijn heeft de wortel in zijn bek geklemd.

Carolien heeft een man aan de haak geslagen.

Voltooid deelwoord

Kan eindigen op -en

Kan eindigen op -n

Kan eindigen op -t of -d

Hij heeft gelopen.

Zij heeft lang gestaan.

Zij zijn gisteren geland.

Oma heeft een deken gehaakt.

Aan de slag!

Lezen: De theorie over het voltooid deelwoord

(Af)maken: opdracht 1 en 2

Huiswerk

Lezen: De theorie over het voltooid deelwoord

Afmaken: opdracht 1 en 2