Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema 3 bloedsomloop
1. Herhalen basisstof 3 "het hart"
2. Basisstof 4: Uitscheiding
3. Opdrachtenblad invullen
4. Afsluiten
Slide 1 - Diapositive
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer
Slide 2 - Question de remorquage
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 3 - Quiz
1 en 2
A
1: Aorta
2: longslagader
B
1: Aorta
2: longader
C
1: Ader
2: longslagader
D
1: Slagader
2: longader
Slide 4 - Quiz
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem
Slide 5 - Quiz
Invullen blad
Dit is een goede samenvatting voor jezelf!
Vul in 5 minuten het blad in.
Afspreken SO
*Vervolg les*
Slide 6 - Diapositive
Wat is het? Wat doet het? welke organen horen hierbij? Hoe heet alles?
De nieren hebben alles met uitscheiding te maken!
Uitscheiding
Slide 7 - Diapositive
Je hebt 2 nieren. die liggen aan de rugkant ter hoogte van je darmen.
Je kán leven met 1 nier. bijvoorbeeld wanneer je een nier doneert aan een familielid die er één nodig heeft. Je moet dan wel goed opletten wat je doet want je ene nier werkt minder hard dan 2 nieren.
Slide 8 - Diapositive
Doel van de les
Je kunt vertellen wat uitscheiding is
je kunt de uitscheidingsorganen noemen en hun functie
Slide 9 - Diapositive
Uitscheiden
Wat is het??
Afvalstoffen worden uit het bloed gehaald en uit het lichaam verwijdert!
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Het uitscheidingsstelsel
Slide 12 - Diapositive
Uitscheidingsorganen
A= nieren
B= urineleider
C= urineblaas
D= urinebuis
Slide 13 - Diapositive
nierschors (verwijderen afvalstoffen)
niermerg ( verwijderen afvalstoffen)
nierbekken( urine wordt verzameld)
nierslagader ( vol afvalstoffen!)
nierader (gezuiverd bloed)
urineleider (urine afvoeren)
Slide 14 - Diapositive
Urine
overtollig water
overtollige zouten
schadelijke stoffen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Opdrachtenblad
volgende 3 slides: alles over de nieren maar dan Samengevat!
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
De nieren horen bij
A
het Verteringstelsel
B
het Uitscheidingstelsel
C
de bloedsomloop
D
Zenuwstelsel
Slide 21 - Quiz
De urinebuis voert urine af van de nieren naar de urineblaas
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.
B
bloed filteren en urine maken
C
afbreken alcohol en medicijnen
D
opslaan van eiwitten en glucose
Slide 23 - Quiz
wat is de functie van het nierbekken?
A
Filteren van bloed
B
Filteren van urine
C
Verzamelen van urine
Slide 24 - Quiz
Basisstof 4 Uitscheiding lezen en opdrachten 1,2,3 (lekker makkelijk) en 6,7,8 maken. Klaar? opdracht 10: echt toets niveau