Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema 3 bloedsomloop
2. Samen kijken naar extra opdracht
3. Basisstof 4: Uitscheiding
4. Nog vragen voor het SO?
Slide 1 - Diapositive
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Bloedvatenstelsel
Slide 4 - Diapositive
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer
Slide 5 - Question de remorquage
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 6 - Quiz
1 en 2
A
1: Aorta
2: longslagader
B
1: Aorta
2: longader
C
1: Ader
2: longslagader
D
1: Slagader
2: longader
Slide 7 - Quiz
Wat is de volgorde van de grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem
Slide 8 - Quiz
De nieren hebben alles met uitscheiding te maken!
De nieren
Slide 9 - Diapositive
Je hebt 2 nieren. die liggen aan de rugkant ter hoogte van je darmen.
Je kán leven met 1 nier. bijvoorbeeld wanneer je een nier doneert aan een familielid die er één nodig heeft. Je moet dan wel goed opletten wat je doet want je ene nier werkt minder hard dan 2 nieren.
Slide 10 - Diapositive
Doel van de les
Je kunt vertellen wat de nieren doen
je kunt de uitscheidingsorganen noemen en hun functie
Slide 11 - Diapositive
Uitscheiden
Wat is het??
Afvalstoffen worden uit het bloed gehaald en uit het lichaam verwijdert!
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Het uitscheidingsstelsel
Slide 14 - Diapositive
Uitscheidingsorganen
A= nieren
B= urineleider
C= urineblaas
D= urinebuis
Slide 15 - Diapositive
nierschors (verwijderen afvalstoffen)
niermerg ( verwijderen afvalstoffen)
nierbekken( urine wordt verzameld)
nierslagader ( vol afvalstoffen!)
nierader (gezuiverd bloed)
urineleider (urine afvoeren)
Slide 16 - Diapositive
Urine
overtollig water
overtollige zouten
schadelijke stoffen
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Opdrachtenblad
volgende 3 slides: alles over de nieren maar dan Samengevat!
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Basisstof 4 nieren lezen en opdrachten 1 t/m 8 maken. blz 164 Kijk je eigen werk na!
Slide 23 - Diapositive
Ader
Slagader
Kleppen
Stroomt snel
Dikke wand
Van hart
Zuurstofarm
Naar hart
lage bloeddruk
Slide 24 - Question de remorquage
Aders
Slagaders
Haarvaten
Gaat naar het hart toe
Gaat van het hart af
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af
Slide 25 - Question de remorquage
In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Slide 26 - Question de remorquage
De nieren horen bij
A
het Verteringstelsel
B
het Uitscheidingstelsel
C
de bloedsomloop
D
Zenuwstelsel
Slide 27 - Quiz
Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?
A
hart
B
bloedvaten
C
hart en slagaders
D
hart en bloedvaten
Slide 28 - Quiz
Wat is de taak (= functie) van: het bloedvatenstelsel?
A
beweging mogelijk maken
B
voedingsstoffen kleiner maken
C
zuurstof en koolstofdioxide uitwisselen
D
stoffen door het lichaam vervoeren
Slide 29 - Quiz
De urinebuis voert urine af van de nieren naar de urineblaas
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.