MP4 Unit 1 Week 1

Unit 1: Eigen haard is goud waard
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 1: Eigen haard is goud waard

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
Woordjes over het huis
Preposities
Korte toets: dinsdag 12 maart 2024

Slide 2 - Diapositive

Waar woon je?
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

In wat voor huis woon je?
timer
0:20
rijtjeshuis
een appartement
studio
hoekwoning
vrijstaand huis
anders...

Slide 4 - Sondage

Hoeveel slaapkamers heeft jouw huis?

timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Wat vind je fijn in je huis? 

Slide 6 - Diapositive

Kamers in mijn huis

Slide 7 - Carte mentale

Wat vind je niet zo fijn in je huis?
timer
0:30

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de fijnste ruimte in jouw huis?
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Ik....

A
slaap
B
heeft
C
bent
D
kijkt

Slide 10 - Quiz

Je....

A
woon
B
ben
C
koopt
D
vinden

Slide 11 - Quiz

We....

A
werkt
B
gaat
C
woon
D
werken

Slide 12 - Quiz

Hij/Ze....

A
is
B
kijk
C
bent
D
hebt

Slide 13 - Quiz

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft

Slide 14 - Question de remorquage

Werkwoord zijn
bent
zijn
ben
zijn
is
ik
je
hij/ze
we
jullie
ze/jullie

Slide 15 - Question de remorquage

Werkwoord hebben
hebben
hebt
hebben
heeft
heb
ik
jij
hij/ze
we
jullie
ze/jullie

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is goed?
A
Je bent geslapen
B
Hij kijkt voetbal
C
Jullie eten willen
D
We komt kijken

Slide 17 - Quiz

Wat is goed?
A
We helpt willen
B
Hij wil helpen
C
Hij willen helpt
D
Hij willen helpen

Slide 18 - Quiz

Wat is een goede zin?
A
Lisa en Sem in een flat wonen
B
Wonen in een flat Lisa en Sem
C
In een flat Lisa en Sem wonen
D
Lisa en Sem wonen in een flat

Slide 19 - Quiz

Ik
Je/U
Hij/Ze
We/Jullie/Ze
slaap 
hebt
is
woon
hebben
bent
zijn
heeft
werk
koopt
gaat
wonen
kies
woont
werkt
werken
kijk
kijkt
betaalt
vinden
deel
helpt
komt
willen

Slide 20 - Question de remorquage

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Jouw droomhuis

Slide 22 - Diapositive

Waar is jouw droomhuis?

Slide 23 - Diapositive

Wat vind jij belangrijk?
zwembad
grote keuken
grote tuin
dierenverblijf
garage
mooi uitzicht
een leuke buurt

Slide 24 - Sondage

Er is een zwembad ... de tuin
A
op
B
in
C
boven
D
door

Slide 25 - Quiz

Mijn bed staat ... het raam.
A
in
B
boven
C
bij
D
tussen

Slide 26 - Quiz

Mijn laptop staat ... de tafel
A
op
B
tussen
C
in
D
over

Slide 27 - Quiz

Jouw jas hangt ... de kapstok
A
tussen
B
aan
C
onder
D
achter

Slide 28 - Quiz

Mijn kamer is ... de badkamer en de keuken.
A
over
B
in
C
op
D
tussen

Slide 29 - Quiz

Er staat... (There is...)
Er staat een stoel bij mijn tafel.
Er staan twee tafels op de gang.
Er is een grote badkamer.
Er staat een rode Ferrari in de garage.

Slide 30 - Diapositive

Maak een zin met 'Er staat...'
Je mag alleen noemen wat in de klas staat!

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Lien