Naamvallen herhaling basis (ontleden 1ste, 3de en 4de)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

                Lernziele dieser Unterrichtsstunde:

1. Je weet hoe je het stappenplan naamvallen moet gebruiken.

2. Je kunt zinnen in het Duits ontleden.

3. Je kent de vormen van het persoonlijk voornaamwoord.

Hausaufgaben besprechen

- D Lesen 15+16

- Lernliste Kapitel 3 S. 88+89. 

Antworten Aufg. 15

1 Luft anhalten

2 Eiswasser trinken

3 Druck aufbauen

4 Die Augen schließen

5 In eine Tüte atmen

6 Sich erschrecken lassen

2 A

3 C

4 Een hap adem nemen, je mond dicht doen, je neus dichtknijpen en dan de lucht naar je borstkas persen.

5 C

6 B

7 B

8 tip 4, want je kunt misselijk worden en 5, want je kunt flauwvallen.

c) Tip 1, 3 en 4, omdat je met deze tips niemand stoort. 

Antworten Aufgabe 16

1 lukken

2 ongeveer

3 misselijk

4 de hersenen

5 gebruiken, toepassen

6 flauwvallen

7 het tekort

8 de poos

Aufgabe 17

1 Bremen, Fulda, Basel (Zwitserland)

2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: KAF, want het lijkt me leuk om een keer door het hart te lopen.

3 Eigen antwoord.

4 Leiden: Corpus, Amsterdam: Body Worlds 

Controleer je antwoorden. De docent komt voorbij om huiswerk te checken.

 KPT 2 

D Lesen (15-16) 

Overhoring Lernliste
Vertaal: De kiespijn

Overhoring Lernliste
Vertaal: De verkoudheid

Overhoring Lernliste
Vertaal: Beterschap!

Overhoring Lernliste
Vertaal: het ongeluk

Overhoring Lernliste
Vertaal: gewond

Het persoonlijk voornaamwoord

Het persoonlijk voornaamwoord kent in het Duits ook naamvallen! 

Waarom naamvallen?

Nederlandse voorbeelden:

Ik hoor jij niet.* → Ik hoor jou niet. 

Waarom helpt zij hij niet?* → Waarom helpt zij hem niet? 

Hij vertelt zij niet de waarheid.* → Hij vertelt haar niet de waarheid.   

(!) Naamvallen zijn dus gewoon zinsdelen!

Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de eerste naamval voor?

1. gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. persoonsvorm

Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de vierde naamval voor?

1. gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de derde naamval voor?

1. gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Meine Mutter hat einen kleinen Bruder.
Welke naamvallen zitten in deze zin

1. 1e + 4e
2. 3e + 4e
3. 1+3e

BELANGRIJK: Stappenplan naamvallen

Bekijk het stappenplan. 

Vorig jaar geleerd: 

- Naamvallen + betekenis. 

- Persoonlijk voornaamwoord + betekenis. 

Nieuw:

- Persoonlijk vnw + voorzetsel

- Persoonlijk vnw door ontleden.

Aantekening grammatica E

Grammatik A: Vierde naamval door ontleden.

Grammatik B: Derde naamval door ontleden.

Maak je eigen aantekeningen tijdens het kijken!

Kurz üben...

Het persoonlijk voornaamwoord U in de 4e naamval is?

1. sie
2. Sie
3. euch
4. ihn

Het persoonlijk voornaamwoord jij in de 3e naamval is?

1. du
2. dich
3. ihr
4. dir

Het persoonlijk voornaamwoord het in de 3e naamval is?

1. es
2. ihm
3. mir
4. sie

Het persoonlijk voornaamwoord jullie in de 1ste naamval is?

1. ihr
2. euch
3. Ihnen
4. euer

Het persoonlijk voornaamwoord zij in de 4de naamval is?

1. ihr
2. ihn
3. sie
4. Sie

Deze vormen moet je kennen: STAMPEN!

Oefenen! 

- Ga nu verder met de oefeningen van E Grammatik op Neue Kontakte online.

- Bekijk tussendoor de uitlegvideo's van Grammatik A en B. 

- Laat dit tabblad open voor het einde van de les!

Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?

Om te onthouden:

1) Naamvallen is een ander woord voor zinsdeel.

2) 1e naamval = Onderwerp, 

3e naamval Meewerkend voorwerp, 

4e naamval Lijdend voorwerp.

3) Je kunt de goede naamval bepalen als er een voorzetsel in de zin staat of door te ontleden als dat niet zo is. 

4) De juiste vormen van de persoonlijk voornaamwoorden moet je uit je hoofd leren.