Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Deutschstunde
Trennbare Verben
losmaak-bare werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kent het verschil tussen trennbare en untrennbare Verben en weet hoe je ze in het Duits moet toepassen
Slide 2 - Diapositive
Erklärung/ uitleg
In het Nederlands en in het Duits gelden dezelfde regels voor de losmaakbare- werkwoorden van samengestelde werkwoorden. Daarbij is de klemtoon beslissend.
Slide 3 - Diapositive
trennbar / Scheidend
Het eerste deel van de samenstelling heeft een klemtoon.
anklagen- er klagt an - er klagte an- er hat angeklagt
aanklagen - hij klaagt aan- hij klaagde aan - hij heeft aangeklaagd
nicht trennbar / niet scheidend
Het eerste deel van de samenstelling heeft geen klemtoon.
überzeugen - er überzeugt - er überzeugte - er hat überzeugt
overtuigen - hij overtuigt - hij overtuigde - hij heeft overtuigd
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
let op
Een verbinding van een scheidbaar werkwoord met zu wordt in het Duits altijd als één woord geschreven en niet met drie woorden, zoals in het Nederlands.
anzuklagen, mitzunehmen --> aan te klagen , mee te nemen
Slide 6 - Diapositive
let op
het voorvoegsel van een scheidbaar werkwoord staat in het Duits helemaal aan het eind van de zin
z.B. Ich gehe morgen mit meinen Freunden aus.
Ik ga morgen uit met mijn vrienden.
Slide 7 - Diapositive
voltooid deelwoord
het voltooid deelwoord van nicht-trennbare Verben wordt gevormd zonder ge-
Slide 8 - Diapositive
voltooid deelwoord
bij het voltooid deelwoord van trennbare werkwoorden staat ge- na het voorvoegsel
Slide 9 - Diapositive
Anna / aufwachen / früh
Slide 10 - Question ouverte
Anna/ anziehen / ihre Kleidung
Slide 11 - Question ouverte
Stefan / vorbeikommen / morgens
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van aufmachen?
Slide 13 - Question ouverte
du / bestellen / eine Pizza/abends
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van vergessen?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van einpacken?
Slide 16 - Question ouverte
maak de zin af in het Duits: Ich frage ihn, sein Zimmer ...(aufräumen)
Slide 17 - Question ouverte
maak de zin af in het Duits: Ich frage ihn, Marco zur Party ...(einladen)
Slide 18 - Question ouverte
Aufgaben Seite 26&27
Bilde Sie Sätze mit Präsens/ maak zinnen in de tegenwoordige tijd.