BS 5 intermediaire kruisingen en stambomen

Planning

Herhaling
Leerdoel
Theorie
Filmpjes
Quiz
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning

Herhaling
Leerdoel
Theorie
Filmpjes
Quiz

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je een stamboom aflezen
Je kan een kruisingschema opstellen met intermediaire eigenschappen

Slide 2 - Diapositive

Een homozygote plant voor de kleur geel (Info: geel is dominant).
Een heterozygote plant voor de kleur roze.
Een homozygote plant voor de kleur paars (Info: paars is recessief).
Wat zijn de genotypen van de planten?



Bb
BB
bb

Slide 3 - Question de remorquage

Er zijn konijnen met lange oren en konijnen met korte oren. Lange oren zijn Dominant. Wat kan het genotype van deze konijnen zijn?



bB: Zó mag je het genotype NIET noteren!
Altijd de hoofdletter eerst.
     homozygoot
Bb
BB
bb
bB 

Slide 4 - Question de remorquage

Instructiefilmpje
De volgende dia bevat een instructiefilmje

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Intermediaire kruising

Slide 7 - Diapositive

Intermediaire kruising
Beide genen zijn even sterk. Geen dominant gen.
Onder de nakomelingen bevinden zich 'mengvormen' van de genotypen.

Slide 8 - Diapositive

Uitwerking kruising
P:          AzAz  x AwAw

F1:                 AzAw      (100 %)                         
          AzAw   x    AzAw


F2:   AzAz  = 25 %     (zwart)
         AzAw = 50 %     (grijs)
         AwAw = 25 %    (wit)

Slide 9 - Diapositive

Als uit een rode en een witte plant, roze planten ontstaan, dan is de overerving?
A
intermediair
B
recessief
C
homozygoot
D
heterozygoot

Slide 10 - Quiz

Bij konijnen is de vachtkleur zwart (A) dominant over wit (a).
Een homozygoot zwart konijn (AA) wordt enkele malen gekruist met een wit (aa) konijn.
Hoe groot is de kans op witte konijntjes (aa)?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%

Slide 11 - Quiz

Bij konijnen is de vachtkleur zwart (A) dominant over wit (a). Een homozygoot zwart konijn (AA) wordt enkele malen gekruist met een wit konijn (aa).
Wat is het genotype van de konijntjes uit de F1?
A
Aa
B
AA
C
aa

Slide 12 - Quiz

V2
Onderzoek naar erfelijkheid in de familie

Stambomen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Een stamboom

Slide 15 - Diapositive

stamboom


tekens: vierkantjes of bollen
kleuren: met of zonder eigenschap

Slide 16 - Diapositive

Gegevens halen uit een stamboom
Uit een stamboom haal je in de volgende situatie wat dominant is en wat recessief is:
Zoek twee gelijke ouders qua fenotype (uiterlijk). Krijgen zij een kind met een ander fenotype, dan:
* hebben de ouders het dominante fenotype 
* zijn de ouders allebei heterozygoot 
* Heeft het kind  het recessieve fenotype.

Slide 17 - Diapositive

Drager

Als een aandoening recessief overervend is:

Dan heb je de aandoening alleen, als je het geen 2 keer hebt (aa)


Heb je Aa, dan ben je DRAGER, je hebt het gen wel, maar je bent niet ziek.

 Als 2 dragers nakomelingen krijgen, dan hebben zij 

25% kans op een kind met die aandoening (aa).

Slide 18 - Diapositive

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?

Slide 19 - Diapositive

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?
De eigenschap van de ouders is dominant
De beide ouders zijn heterozygoot
Nummer 2 is homozygoot voor de recessieve eigenschap

Slide 20 - Diapositive

Een stamboom maken
voor een bepaalde

eigenschap




- stel het fenotype vast
- stel het genotype vast, begin bij
  degene die een afwijkend fenotype heeft !

- Zet de informatie die je hebt over het genotype neer

Slide 21 - Diapositive

Hoe kan je alle genotypes invullen in een stamboom

Slide 22 - Diapositive

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 23 - Diapositive

schrijf nu eerst op wat je weet
Donker haar is dominant
Rood  haar is recessief

AA  donker haar, homozygoot
Aa  donker haar, heterozygoot
aa  rood haar, homozygoot

Slide 24 - Diapositive

Tip 2:  Je kunt nu de recessieve eigenschap invullen 
Daar is het genotype aa van

Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 25 - Diapositive

Tip 3:  Nu kan je stap voor stap de andere genotypes invullen. Soms weet je gewoon niet zeker welk genotype een persoon heeft!!

aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

In een stamboom staat een vierkantje voor:
A
De man
B
De vrouw
C
De kinderen

Slide 28 - Quiz

Welke eigenschap is dominant? Leg uit.

Neem de stamboom over en noteer de genotypes.


Vader en moeder Bruens hebben hetzelfde fenotype.
Dochter Edith heeft een ander fenotype
1
Vader en moeder Bruens hebben hetzelfde fenotype.
Dochter Edith heeft een ander fenotype
Je weet nu: Het fenotype van de ouders is DOMINANT
het fenotype van edith is RECESSIEF
2
Vader en moeder Bruens hebben hetzelfde fenotype.
Dochter Edith heeft een ander fenotype
Je weet nu: Het fenotype van de ouders is DOMINANT en HETEROZYGOOT
het fenotype van edith is RECESSIEF en HOMOZYGOOT
3
Vader en moeder Bruens Aa
Edith aa
broer Edith Aa of Aa
4

Slide 29 - Diapositive

Of een koe roodbont is of zwartbont wordt bepaald door erfelijke factoren. Een koe en een stier, beide zwartbond en heterozygoot, krijgen twee nakomelingen. De nakomelingen krijgen samen een nakomeling die roodbont is. In de afbeelding zijn drie stambomen getekend. Welke stamboom kan de genotypen juist weergegeven?
A
Stamboom 1
B
Stamboom 2
C
Stamboom 3

Slide 30 - Quiz

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 31 - Quiz

Het gen voor taaislijmziekte is ...
A
Dominant
B
Recessief
C
Kan ik niet uit deze stamboom halen
D
Nog nooit van die woorden gehoord

Slide 32 - Quiz

Persoon nummer 4 heeft als enige blauwe ogen (genotype is bb). De rest heeft bruine ogen. Van welke personen in deze stamboom kun je met zekerheid zeggen dat ze het genotype Bb hebben?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
2 en 5

Slide 33 - Quiz

huiswerk
Zie studiewijzer
Vergeet niet om test jezelf te maken.

Slide 34 - Diapositive