herhaling categorie 28-29-30-32-33

spelling
herhaling categorie 28-29-30-32-33
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

spelling
herhaling categorie 28-29-30-32-33

Slide 1 - Diapositive

categorie 28 - trema

Slide 2 - Diapositive

Welke woorden ken je nog van cat. 28?

Slide 3 - Carte mentale

categorie 29 - air

Slide 4 - Diapositive

Welke woorden ken je van cat. 29?

Slide 5 - Carte mentale

categorie 30 - koppelteken

Slide 6 - Diapositive

Welke woorden ken je nog van cat. 30?

Slide 7 - Carte mentale

categorie 32 - tussen 'n'

Slide 8 - Diapositive

welke woorden ken je nog van cat. 32?

Slide 9 - Carte mentale

categorie 33 - trema meervoud

Slide 10 - Diapositive

Welke woorden ken je van cat. 33?

Slide 11 - Carte mentale

even oefenen en herhalen

Slide 12 - Diapositive

Wat zie je?
A
militier
B
militeer
C
militair
D
militaar

Slide 13 - Quiz

Wat zie je?
A
Italie
B
Italië
C
italië
D
Italei

Slide 14 - Quiz

Wat zie je?
A
pannenkoek
B
pannekoek
C
pannenkeok
D
panenkoek

Slide 15 - Quiz

Wat zie je?
A
slees
B
sleeën
C
sleën
D
sleen

Slide 16 - Quiz

Wat zie je?
A
zuid-holland
B
Zuid-Holland
C
Zuid Holland
D
zuid holland

Slide 17 - Quiz

Wat zie je?

Slide 18 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 19 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 20 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 21 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 22 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 23 - Question ouverte

Wat zie je?

Slide 24 - Question ouverte

herhalingsdictee:) 

Slide 25 - Diapositive