Masterclass NL

Waar heb jij het meeste moeite mee voor je Nederlands examen?
A
De hoofdgedachte of het onderwerp vinden
B
Samenvatten
C
Argumenten of drogredenen
D
Nauwkeurig genoeg lezen
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waar heb jij het meeste moeite mee voor je Nederlands examen?
A
De hoofdgedachte of het onderwerp vinden
B
Samenvatten
C
Argumenten of drogredenen
D
Nauwkeurig genoeg lezen

Slide 1 - Quiz

Welke signaalwoorden
ken je al?

Slide 2 - Carte mentale

Waarom moet je die weten?
1. Soms worden de 9 "verbanden" gevraagd op een examen

2. Zo kun je makkelijker de belangrijkste informatie vinden die je nodig hebt voor je antwoord!

Slide 3 - Diapositive

Signaalwoorden
Examenoverzicht (2021)

Slide 4 - Diapositive

Even oefenen
Markeer in alinea 3 alle signaalwoorden die jullie herkennen.

"Dat verklaart ... maken heeft." (regels 41-63)
Tekst(3) Dat verklaart ook de grote betrok-kenheid van de ouders van toen. Niet bij hoe de school het deed, zoals nu, maar bij de leerprestaties van het kind. Wanneer je als kind straf kreeg van de juf of de meester, dan deden je ouders dat nog eens dunnetjes over. Als je een potje maakte van je kostbare leerkansen, gaf dat hun bijna letterlijk aanstoot. Dan dreigde je uit lamlendigheid in dezelfde situatie te belanden als die waarin zijzelf door omstandigheden of het lot terecht waren gekomen en waaraan zij zich probeerden te ontworstelen. Dat gaf ergernis en het kon je een draai om de oren opleveren. Corrigerende
tikken zijn nu strafbaar geworden. Zorgen om het materiële bestaan heeft bijna niemand meer en áls ze er al zijn, dan gelooft niemand dat onderwijs daar iets mee te maken heeft.
Even oefenen: noteer de signaalwoorden uit deze alinea en noteer het tekstverband.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Signaalzinnen
Examenoverzicht (2021)

Slide 7 - Diapositive

De 12 belangrijkste drogredenen:
  • Verkeerde vergelijking
  • onjuist beroep op autoriteit
  • Onjuist beroep op causaliteit/ oorzaak gevolg
  • Onjuist beroep voor/nadelen/
     - vals dilemma  en  overdrijven
  • Onjuist beroep op voorbeelden: overhaaste generalisatie.
  • onjuist beroep op kenmerk/eigenschap


  • cirKelredenering
  • persoonlijke aanval
  • Ontduiken van bewijslast
  • Vertekenen van een standpunt
  • Bespelen van het publiek

Slide 8 - Diapositive

Verkeerde vergelijking
"Ik weet zeker dat het examen Nederlands makkelijk zal zijn; mijn moeder vond hem in haar tijd ook niet moeilijk."

Slide 9 - Diapositive

Verkeerde autoriteit

Slide 10 - Diapositive

Onjuist beroep op causaliteit
De stad Hamburg in Duitsland heeft een van de grootste populaties ooievaars in en rond de stad. Daarnaast worden er gemiddeld meer kinderen geboren per 1000 inwoners dan in de rest van Duitsland. Conclusie: baby’s worden gebracht door ooievaars.

Slide 11 - Diapositive

1

Slide 12 - Vidéo

00:11
Welke drogreden herken je hier?

Slide 13 - Question ouverte

Cirkelredenering
"Kinderen van de middelbare school kunnen niet zelfstandig werken, want ze zijn nog niet volwassen."

Slide 14 - Diapositive

Vertekenen van een standpunt
Een uitspraak van een ander verdraaien:
A: "Ik vind de corona-maatregelen overdreven."
B: "Dus je vindt dat we allemaal maar moeten stoppen met mondkapjes?"

Slide 15 - Diapositive

1

Slide 16 - Vidéo

04:30
Op welke drogreden lijkt deze vrouw hier terug te vallen?
A
Bespelen van publiek
B
Argumentum ad hominem
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Verkeerde vergelijking

Slide 17 - Quiz

Ontduiken van bewijslast
Er wordt wel een mening gegeven, maar geen argument. De ander moet maar met een tegenargument komen. 

(...of zich inlezen!)

Slide 18 - Diapositive

Bespelen van het publiek
"Elk normaal persoon weet toch dat..."

Er is een zekere dreiging: als je toegeeft dat je het niet weet, ben je dus niet normaal.

Slide 19 - Diapositive

 
Dit is geen recente ontwikkeling. Met de invoering van de Mammoet-
wet 3) in de jaren zestig raakten bijvoorbeeld de talenpakketten in het
voortgezet onderwijs drastisch uitgedund. Dat was een economische schadepost van belang. Ooit waren Nederlanders de talenwonders van Europa die niet alleen Engels spraken, maar ook Duitse en Franse inkopers in hun eigen taal konden
bedienen. In theorie kan dat natuurlijk ook allemaal in het Engels, maar Duitse en Franse inkopers voelen zich gewoon meer op hun gemak in hun eigen taal en zullen liever werken met een leverancier die hun dat mogelijk maakt. Dat we dat niet meer kunnen, kost ons omzet, export en welvaart. Met het verlies van talenkennis zijn we minder productief geworden. Het is onbegrijpelijk dat
het ministerie van Economische Zaken daar nooit de noodklok over
heeft geluid.

Slide 20 - Diapositive

Welke drogreden herken jij als kritische lezer in alinea 7?

Slide 21 - Question ouverte

In alinea 8 wordt uitgelegd waarom leerlingen in het beroepsonderwijs vroeger beter tot hun recht kwamen
dan nu. Hier zie je een 'overhaaste generalisatie'.
Citeer op de officiële manier het zinsgedeelte waar je dat ziet.

Slide 22 - Question ouverte

Door welke omschrijving wordt de houding van de auteur tegenover de genoemde ministeries het beste getypeerd?
A
Neerbuigend
B
Pessimistisch
C
Relativerend
D
Tegendraads

Slide 23 - Quiz

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer van de tekst?
A
Het onderwijs is in ons land te veel gericht op de ontwikkeling van het individu en te weinig op het economische en algemene belang en als dat zo doorgaat, zal onze welvaart afnemen.
B
In de huidige situatie hebben ouders te veel invloed op het onderwijs, waardoor er te weinig aandacht is voor inhoud en het economische aspect steeds meer wordt verwaarloosd.
C
In tegenstelling tot de huidige situatie zouden in het onderwijs economische principes een rol moeten spelen, omdat hiermee kosten bespaard kunnen worden.
D
Onze overheid zou zich minder moeten bemoeien met het onderwijs en de prioriteit bij economische ontwikkeling moeten leggen, want anders komt onze persoonlijke welvaart in gevaar.

Slide 24 - Quiz

Examentips voor Nederlands
De eerste 3...! In de volledige training krijg je er meer. :)

Slide 25 - Diapositive

Tip #1
Maak veel oude examens. De inhoud van de vragen zal elk jaar anders zijn, maar de vorm waarin ze gevraagd worden niet!

Slide 26 - Diapositive

Tip #2
Lees lange teksten altijd meerdere keren door. Bijvoorbeeld één keer vluchtig en één keer uitgebreid.

Slide 27 - Diapositive

Tip #3
Pas goed op voor woordoverschrijding en spelfouten. Dat kost je namelijk onnodig punten aftrek.

Slide 28 - Diapositive

Alle examenonderdelen uitgelegd en geoefend:
  • stof van vandaag
  • samenvatten
  • meer drogredenen + argumentatieschema's
  • herkennen van tekstsoorten en -doelen

Totaal: 4 lessen van 3 uur voor € 99,-

Slide 29 - Diapositive

Bedankt voor jullie aandacht

Hopelijk tot in de training!

Slide 30 - Diapositive