lessen maart

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herzlich Wilkommen M2a!

Du brauchst:

- Kugelschreiber, Laptop

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Herzlich Wilkommen A2c!

Du brauchst:

- Kugelschreiber

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Text 9

Stap 1:  wie leest welke alinea? Bijv.: Pietje leest alinea 1 + inleiding. Jij wordt expert over dit deel van de tekst!

Stap 2: Lees jouw alinea en schrijf de kern van de alinea op (waar gaat het over?). 

Stap 3: Maak de vraag/vragen die bij jouw alinea hoort. Hoe kom je aan je antwoord? Markeer in de tekst! Je moet dit kunnen uitleggen. 

Stap 4: Kennis delen. Presenteer jouw tekstdeel aan de ander. Let op: ieder groepslid moet elke vraag kunnen uitleggen!

Stap 5: antwoorden bespreken (klassikaal) 

Herzlich Wilkommen A3c!

Du brauchst:

- Kugelschreiber

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Text 6

Stap 1:  wie leest welke alinea? Bijv.: Pietje leest alinea 1 + inleiding. Jij wordt expert over dit deel van de tekst!

Stap 2: Lees jouw alinea en schrijf de kern van de alinea op (waar gaat het over?). 

Stap 3: Maak de vraag/vragen die bij jouw alinea hoort. Hoe kom je aan je antwoord? Markeer in de tekst! Je moet dit kunnen uitleggen. 

Stap 4: Kennis delen. Presenteer jouw tekstdeel aan de ander. Let op: ieder groepslid moet elke vraag kunnen uitleggen!

Stap 5: antwoorden bespreken (klassikaal) 

.... schlafe ich gern um 22 Uhr.

1. Am Abend
2. Am Morgen
3. Am Mittag
4. Am Nachmittag

9.00 - 12.00

6.00 - 9.00 

12.00 - 13.00

13.00 - 18.00

18.00 - 24.00

24.00 - 06.00

am Morgen

am Abend

am Nachmittag

in der Nacht

am Vormittag

am Mittag

Weektaak

Aufgabe 2 -> gebruik woordjes 4.4

Aufgabe 7, 8, 9 -> gebruik Grammatik C (im/am/um)

Aufgabe 2 + 8 (Lektion 4.5)

Gebruik woordjes 4.5 + Grammatik D

Ben je klaar?  -> 1b, 1c (Lek. 4.5), Test jezelf 4.4 t/m 4.6

im, am, um

seizoen

maand

dag van de week

datum

tijdstip

im

im

am

am

um

der Herbst

der Frühling

der Sommer

der Winter

... Freitag spiele ich Fußball.

1. Am
2. Um
3. Im

... Sommer trage ich einen Bikini.

1. im
2. am
3. um

.... schlafe ich gern um 22 Uhr.

1. Am Abend
2. Am Morgen
3. Am Mittag
4. Am Nachmittag

9.00 - 12.00

6.00 - 9.00 

12.00 - 13.00

13.00 - 18.00

18.00 - 24.00

24.00 - 06.00

am Morgen

am Abend

am Nachmittag

in der Nacht

am Vormittag

am Mittag

Weektaak

Aufgabe 2 -> gebruik woordjes 4.4

Aufgabe 7, 8, 9 -> gebruik Grammatik C (im/am/um)

Aufgabe 2 + 8 (Lektion 4.5)

Gebruik woordjes 4.5 + Grammatik D

Ben je klaar?  -> 1b, 1c (Lek. 4.5), Test jezelf 4.4 t/m 4.6

D-Test Schreiben

Gebruik je woordjes/zinnen van Aufgabe 7 (Lek. 4.3)

Aufgabe 4 (Lek. 4.6)

Denk aan hoofdletters + punten (einde vd zin!)

Aanhef + afsluiting

Herzlich Wilkommen HV2!

Du brauchst:

- Laptop, Lesebuch

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Kapitel 8

Schrijf je samenvatting Kapitel 8

Zoek moeilijke woorden op --> www.uitmuntend.de

Moet je nog hoofdstukken inhalen?

Ben je klaar?  -> beschrijf hoofdpersonen

Herzlich Wilkommen A3c!

Du brauchst:

- Laptop, Kugelschreiber

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Lesen: Text 6

1. Verdeel de alinea's. Ieder persoon krijgt 1 alinea.

2. Lees jouw alinea hardop voor aan je groepje.

3. Noem de hoofdgedachte van de alinea (één zin) en leg uit hoe je dat hebt ontdekt.

4. Voorspel wat er volgens jou in de volgende alinea staat. Je hoeft het niet goed te zeggen.

5. Een volgende leerling doet hetzelfde met de volgende alinea.

6. Herhaal dit tot de hele tekst is behandeld.

7. Beantwoord samen als groep alle vragen van de tekst. 

8. Klassikale bespreking: hoe kom je aan je antwoord? (markeer in de tekst).

--> Welke woorden moest je opzoeken? (markeer in de tekst!)

Herzlich Wilkommen M2a!

Du brauchst:

- Kugelschreiber

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Lesen: Augabe 7a + 7b (4.5)

Vraag 4, 5, 6 

Vragen 7B

Klaar? --> Lees de Text en maak vraag 3a+3b (Lek. 4.4)

Wörterbingo Kapitel 4

Maak een tabel van 12 hokjes

Zoek de woordenlijst op van Kapitel 4

Schrijf jouw 12 Duitse gelukswoorden op uit Lek. 4.1-4.2-4.4-4.5

Herzlich Wilkommen M2c!

Du brauchst:

- Laptop

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

im, am, um

seizoen

maand

dag van de week

datum

tijdstip

im

im

am

am

um

der Herbst

der Frühling

der Sommer

der Winter

... Freitag spiele ich Fußball.

1. Am
2. Um
3. Im

... Sommer trage ich einen Bikini.

1. im
2. am
3. um

Weektaak

Aufgabe 2 -> gebruik woordjes 4.4

Aufgabe 7, 8, 9 -> gebruik Grammatik C (im/am/um)

Aufgabe 2 + 8 (Lektion 4.5)

Gebruik woordjes 4.5 + Grammatik D

Ben je klaar?  -> 1b, 1c (Lek. 4.5), Test jezelf 4.4 t/m 4.6

Herzlich Wilkommen HV2!

Du brauchst:

- Laptop, Lesebuch

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

Kapitel 9

Schrijf je samenvatting Kapitel 9

Zoek moeilijke woorden op --> www.uitmuntend.de

Moet je nog hoofdstukken inhalen?

Ben je klaar?  -> beschrijf hoofdpersonen

Herzlich Wilkommen A2b!

Du brauchst:

- Kugelschreiber

Telefoon zit in de tas!

Mijn jas hangt op de kapstok

Tas zet je op het rek!

Ik zit op mijn vaste plek van de plattegrond

D-Test Schreiben

Gebruik je woordjes/zinnen van Aufgabe 7 (Lek. 4.3)

Aufgabe 4 (Lek. 4.6)

Denk aan hoofdletters + punten (einde vd zin!)

Aanhef + afsluiting

Aufgabe 4 (Lek. 4.6)

• Was ist dein Lieblingsrezept und warum?      weil es... ist.
• Welche Zutaten braucht man dafür? (noem ook 1 bijzonderheid)
• Was schmeckt dir besonders gut?  (morgens, mittags, abends, als Snack)
• Was isst du gern und warum?
• Was magst du nicht und warum?
• Was isst deine Familie gern? (Schwester, Bruder, Eltern)
• Was essen deine Freunde gern? 

--> Text Aufgabe 3, woordjes kapitel 4, Aufgabe 6+7 (4.3)

Sleep de juiste Duitse dag naar de juiste Nederlandse dag

Montag

Dienstag

Donnerstag

Mittwoch

Freitag

Samstag

Sonntag

Maandag

Woensdag

Dinsdag

Vrijdag

Donderdag

Zaterdag

Zondag

Kloktijden

Um halb drei

Um Viertel vor vier

Um Viertel nach neun

Um fünf vor eins

Um zehn nach zwölf

Es ist dreizehn Uhr vierzig

Om half drie

Om kwart voor vier

Om kwart over negen

Om vijf voor één

Om tien over twaalf

Het is dertien uur veertig

Mein Sport

ich schwimme

ich spiele Fußball

ich fahre Ski

ich

rudere

Mein Sport

ich tanze

ich spiele Federball

ich spiele Tennis

ich

laufe eis

Werkvorm: Lesen (Text 4)