3C stappenplan naamvallen met stencil

welkom
doel van de les:
- ik kan de naamvallen op de juiste manier toepassen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

welkom
doel van de les:
- ik kan de naamvallen op de juiste manier toepassen

Slide 1 - Diapositive

naamvallen
- 4 stuks
Nominativ -> 1e -> onderwerp
Genetiv -> 2e -> bezit
Dativ -> 3e -> vz of mv
Akkusativ -> 4e -> vz of lv

Slide 2 - Diapositive

Dativ
voorzetsel:
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu

meewerkend voorwerp:
aan wie / voor wie

Slide 3 - Diapositive

Akkusativ
voorzetsel:
bis, durch, für, gegen, ohne, um, entlang

lijdend voorwerp:
wie of wat + ww gezegde + onderwerp

Slide 4 - Diapositive

der Gruppe
Dit zijn de lidwoorden die, der, das die een andere vorm krijgen in Dativ en Akkusativ
 
zie schema op blz. 154 in het boek, nr. 14

Slide 5 - Diapositive

ein Gruppe
dit is het lidwoord een en het bezittelijk voornaamwoord. Het bez. vnw wordt op dezelfde manier vervoegd als het lidwoord ein. 

Zie schema op bz. 154, ein Gruppe, nr 15 en 16

Slide 6 - Diapositive

pers vnw in Dativ en Akkusativ
Net als in het Nederlands verandert het pers. vnw. in het Duits wanneer je een andere vorm gebruikt dan het onderwerp. 

Zie schema op blz. 153, nr 11.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vul de juiste naamval in:
Ich gehe mit mein..... ins Kino

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Ich falle gegen dein..... Hund

Slide 11 - Question ouverte

Habt ihr d... Party (v) organisiert?

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Sie ist einmal um (het)... Insel (v) gelaufen.

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Ohne (het)......Stadtplan weiß ich es nicht.

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Wer ist d.... Mädchen auf d... Foto (o)

Slide 15 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Ich habe (haar).... d... Buch gegeben.

Slide 16 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
.... Trainer (m) ist toll.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de juiste naamval in:
Mit (wie)... gehst du denn dahin?

Slide 18 - Question ouverte