Examentraining Statistiek 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Examentraining Statistiek 2

Wat is het verschil tussen een kwalitatieve en een kwantitatieve variabele?

Welke klopt?

1. Kwalitatief: ordinaal en nominaal + Kwantitatief: continu en discreet
2. Kwalitatief: continu en discreet + Kwantitatief: ordinaal en nominaal
3. Kwalitatief: ordinaal en continu + Kwantitatief: nominaal en discreet
4. Kwalitatief: nominaal en discreet + Kwantitatief: ordinaal en continu

Aantal vakken in pakket?

1. Kwantitatief en discreet
2. Kwantitatief en continu
3. Kwalitatief en ordinaal
4. Kwalitatief en nominaal

Fruitsoort?

1. Kwantitatief en discreet
2. Kwantitatief en continu
3. Kwalitatief en ordinaal
4. Kwalitatief en nominaal

Haarlengte (in cm)?

1. Kwantitatief en discreet
2. Kwantitatief en continu
3. Kwalitatief en ordinaal
4. Kwalitatief en nominaal

Favoriete Milkareep?

1. Kwantitatief en discreet
2. Kwantitatief en continu
3. Kwalitatief en ordinaal
4. Kwalitatief en nominaal

Klassenindeling

Klassenindeling: Voorbeeld

Verdelingen: Voorbeeld 

Geef bij ieder diagram om welke verdeling het gaat.

Formuleblad!

blz. 216 boek

Aan de slag (laptop aanlaten)

Maak opdracht 79, 81, 82 en 83

Antwoord 81a?

Antwoord 81d?

Antwoord 82 (geef phi en de conclusie)

Antwoord 83

Examenopdracht 91 (blz. 205)

Antwoord 91a?

Antwoord 91c?

Examenopdracht 92 (blz. 206)

Gebruik blz. 202

Huiswerk

Lees examenopdracht 93 (blz. 207-209) alvast door en maak een begin met de opdrachten daarvan. Gebruik je formuleblad goed! Maandag gaan we hier mee verder.