Introductie fictieverhaal en beoordeling bekijken

Wat gaan we doen?
- We gaan bekijken waar jouw fictie verhaal straks aan moet voldoen. 

- Uitleg over de verhalenberg.

- Starten met je fictieverhaal met behulp van de verhalenberg.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- We gaan bekijken waar jouw fictie verhaal straks aan moet voldoen. 

- Uitleg over de verhalenberg.

- Starten met je fictieverhaal met behulp van de verhalenberg.

Slide 1 - Diapositive

Op een dag ...               
Na deze les weet je hoe een verhaal wordt opgebouwd.
Na deze les heb je een plan voor je eigen verhaal.

Slide 2 - Diapositive

Vraagje.....
Wie heeft er al eens eerder een kort verhaal geschreven en weet nog waar het over ging?

Slide 3 - Diapositive

Waar moet mijn verhaal aan voldoen?

Slide 4 - Diapositive

Uitleg van een schrijver. 

Slide 5 - Diapositive

 De verhalenberg kan je helpen om te starten.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag.......

Je gaat nu jouw eigen verhalenberg invullen. 
Natuurlijk mag je dingen nog wijzigen. Een schrijver schrijft zijn of haar boek ook niet in één keer. 
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Afsluiter

Slide 15 - Diapositive

Hoe is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, kern en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 16 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Controleer de tekst op zinsbouw en spelling.
Schrijf de tekst en let vooral op je verhaal. Gebruik je fantasie.
Bedenk een onderwerp en wat je daarover wilt schrijven.
                                                                    
                                                                                                                                                                    Begint elke zin met een hoofdletter? Eindigt het met een punt, vraag- of uitroepteken?
Controleer de tekst op inhoud: Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?
Klopt de spelling? Ben je ergens woorden of letters vergeten?

Slide 17 - Question de remorquage

Lastiger keuze
  • Beschrijf een dag uit het leven van twee of meer voorwerpen. 
  • Je zorgt er in je verhaal voor dat ze allen een rol spelen en met elkaar te maken hebben.
  • Maak goed duidelijk wat de relatie is tussen deze  voorwerpen.

Slide 18 - Diapositive