les 3: aardbevingen en gebergten

Deze les
  • Waarom en waar verschil zware en lichte aardbevingen?
  • Waarom en waar 2 soorten reliëf?
                                         plooiingsgebergte
                                         riftvallei 
  • Hoe ontstaat een mid-oceanische rug?
uitleg
oefenen met toepassen en formuleren
afsluiting
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les
  • Waarom en waar verschil zware en lichte aardbevingen?
  • Waarom en waar 2 soorten reliëf?
                                         plooiingsgebergte
                                         riftvallei 
  • Hoe ontstaat een mid-oceanische rug?
uitleg
oefenen met toepassen en formuleren
afsluiting

Slide 1 - Diapositive

ook zware aardbevingen
alleen lichte aardbevingen
ook zware aardbevingen

Slide 2 - Diapositive

zware of lichte aardbevingen?
  1. hoe dichter bij het epicentrum, hoe zwaarder de beving te voelen is.
     
  2. hoe ondieper het hypocentrum, hoe zwaarder de aardbeving

  3. hoe groter de opgebouwde druk, hoe zwaarder de aardbeving.



Slide 3 - Diapositive

3 soorten plaatbewegingen

Slide 4 - Diapositive

2 continentale korsten naar elkaar toe
zware aardbevingen

plooiingsgebergte

geen actief vulkanisme

Slide 5 - Diapositive

Uit elkaar continent: Riftvallei
Breuken in de korst
Lage delen: Slenk
"hoge delen": Horst
Type gebergte: Riftvallei

Effusief vulkanisme:
- spleetvulkaan
- schildvulkaan

Lichte aardbevingen

Riftvallei

Slide 6 - Diapositive

Momentmagnitudeschaal
Geeft aan hoeveel energie er vrij kwam bij een aardbeving.

De gevolgen verschillen per locatie: 
arm/rijk land - dicht/dun bevolkt

Slide 7 - Diapositive

Uit elkaar in IJsland

Slide 8 - Diapositive

Uit elkaar: continent: zorgt voor riftvallei
- Warmte is oorzaak: magma stijgt op
- Magma botst tegen de onderkant van de aardkorst
- aardkorst wordt omhoog geduwd
- Er ontstaan scheuren in de aardkorst.

Slide 9 - Diapositive

Uiteindelijk wordt er nieuwe oceanische korst gevormd.
Proces van divergentie gaat door. Oceanische korst vormt zich (basalt).

Slide 10 - Diapositive

2 oceanische korsten uit elkaar = Midoceanische rug

Slide 11 - Diapositive

Soms toch ook zware aardbevingen.
maar dat is langs elkaar!
zijbreuken
Let op, je ziet ook zijbreuken die transform bewegen.
Bedenk in tweetallen hoe die ontstaan kunnen.

Slide 12 - Diapositive

uit elkaar
naar elkaar toe
langs elkaar
continentaal
 - 
continentaal
oceanisch 
oceanisch
continentaal
 - 
oceanisch
Waar subductie?
Geen / explosief / effusief vulkanisme?
Geen / lichte / zware aardbevingen?
plooiingsgebergte / riftvallei / midoceanische rug

Slide 13 - Diapositive

uit elkaar
naar elkaar toe
langs elkaar
continentaal
 - 
continentaal
riftvallei met  horsten+slenken
lichte aardbeving
effusief vulkanisme
plooiingsgebergte
zware aardbeving
geen actief vulkanisme

zware aardbevingen
geen actief vulkanisme
oceanisch 
oceanisch

midoceanische rug
lichte aardbeving
effusief vulkanisme
subductie
zware aardbeving
explosief vulkanisme

zware aardbevingen
geen actief vulkanisme
continentaal
 - 
oceanisch
subductie
zware aardbeving
explosief vulkanisme
zware aardbevingen
geen actief vulkanisme

Slide 14 - Diapositive

Waar ontstaat een riftvallei?
A
bij divergentie van continentale korsten
B
bij een transforme beweging van continentale korsten
C
bij convergentie van continentale korsten
D
Bij geen van deze 3 situaties

Slide 15 - Quiz

Waar ontstaat een plooiingsgebergte?
A
bij divergentie van continentale korsten
B
bij een transforme beweging van continentale korsten
C
bij convergentie van continentale korsten
D
Bij geen van deze 3 situaties

Slide 16 - Quiz

Bekijk de kaart en de legenda.
Gebruik eventueel je stencil.
Beredeneer welke vulkaanvorm er kan liggen bij locatie 1 (3p)
Doe het zo:
- beschrijf de plaatbeweging en het type korst
- beschrijf een kenmerk van het magma en wat het magma doet
- trek de conclusie: dus ligt deze vulkaan vorm er.

Slide 17 - Question ouverte

Beredeneer of er bij locatie 2:
geen, alleen lichte of ook zware aardbevingen zijn (3p)
Doe het zo:
- beschrijf de plaatbeweging en het type korst
- beschrijf wat er tijdens de plaatbeweging gebeurt
- trek de conclusie: dus ontstaan er ..... aardbevingen.

Slide 18 - Question ouverte

Bekijk de kaart.
Beredeneer of er gebergtevorming plaats geeft gevonden in de
omgeving van de Pantelleria vulkaan.
Indien ja: geef dan aan om welk type gebergte het gaat.
Aanpak
Benoem de plaatbeweging en het type aardkorst.
Vertel wat het gevolg van die plaatbeweging is.
Trek daarna de conclusie waarbij je ingaat op de landschapsvorm die ontstaat.

Slide 19 - Question ouverte

Bekijk de kaart.
De Pantelleria vulkaan en de Lipari vulkaan liggen best dicht bij elkaar in de buurt.
Toch verschillen deze vulkanen volkomen.
Beredeneer het verschil tussen deze twee vulkanen. (3p)

Aanpak
Benoem de plaatbeweging per vulkaan.
Vertel hoe het magma eruit ziet en wat het magma doet.
Trek daarna de conclusie waarbij je ingaat op de vorm van de vulkaan.

Slide 20 - Question ouverte

Antwoord
- De Pantelleriavulkaan ligt bij 2 korsten die uit elkaar bewegen terwijl de Lipari vulkaan bij een subductiezone ligt.
- Bij uit elkaar bewegende korsten komt dun/vloeibaar magma omhoog terwijl er bij subductie taai stroperig magma omhoog komt.
- Daardoor is de Pentelleriavulkaan een effusieve schildvulkaan, terwijl de Liparivulkaan een explosieve stratovulkaan is.

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting
  • Waarom en waar verschil zware en lichte aardbevingen?
  • Waarom en waar 2 soorten gebergten?
  • Hoe ontstaat een midoceanische rug?
                            

Slide 22 - Diapositive