Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Formules
Slide 1 - Diapositive
Wat weten jullie nog?
Slide 2 - Carte mentale
Doelen van deze les
Je weet wat de index en de coëfficiënt van de molecuulformule zegt over het molecuul.
Je kent de verschillende moleculen die uit twee atomen bestaat.
Je kunt de naamgevingsregels toepassen en moleculen m.b.v. deze regels een naam geven.
Je kent het verschil tussen een triviale en rationele naam van een molecuul
Slide 3 - Diapositive
Bouwstenen van een molecuul
Slide 4 - Diapositive
Molecuul-formule
Rechts staat het molecuul van glucose. De Coëfficiënt betekend hoeveel moleculen je hebt. De index zegt hoeveel atomen er van die soort in het molecuul zit.
Slide 5 - Diapositive
Uit hoeveel atoomsoorten bestaat het molecuul NH3
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 6 - Quiz
Uit hoeveel atoomsoorten bestaat het molecuul C2H6O
A
3
B
4
C
8
D
9
Slide 7 - Quiz
Uit hoeveel moleculen bestaat het molecuul 7 H2O
A
2
B
3
C
7
D
10
Slide 8 - Quiz
Moleculen met maar 2 atomen
Ezelsbruggetje: H BrINClOF
spreek uit als: Ha-brink-lof
of
Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Brabant.
Slide 9 - Diapositive
(Rationele)naamgeving van moleculen
Regels naamgeving
Slide 10 - Diapositive
Wat is de naam van het molecuul NO2
A
Monostikstofdizuurstof
B
Monostikstofdioxide
C
Stikstofmonoxide
D
Stikstofdioxide
Slide 11 - Quiz
Wat is de naam van het molecuul PCl5
Slide 12 - Question ouverte
Triviale naam
Keukenzout
Water
Zoutzuur
Alcohol
Waterstofperoxide
Rationele naam
Natriumchloride
diwaterstofoxide
Waterstofchloride
Ethanol
Diwaterstofdioxide
NaCl
H2O
HCl
C2H6O
H2O2
Slide 13 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een triviale naam en een rationele naam?
Slide 14 - Question ouverte
Is alcohol een triviale of rationele naam?
A
Triviale naam
B
Rationele naam
C
Geen van beide
Slide 15 - Quiz
Is difosforpentafluoride een triviale of rationele naam?