2023-02-15 groep A-wit

Welkom
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Trappen van vergelijking
knap knapper knapst
Leuk leuker het leukst
aardig aardiger het aardigst
goed beter best

Slide 6 - Diapositive

Trappen van vergelijking

Slide 7 - Diapositive

DOEL

- je weet wanneer j welke trap van vergelijking moet gebruiken

en

- je weet wanneer je als / dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

trappen van vergelijking

Slide 10 - Diapositive

Trappen van vergelijking

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Als / dan
Gebruik dan:
- bij een vergotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
- bij ander, andere en anders: het is anders dan ik dacht.

Gebruik als:
- bij net zo en even: net zo groot als, even mooi als
- bij niet zo: niet zo groot als
- bij drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als..

Slide 13 - Diapositive

Meest gemaakte foutje!
  1. Lisa is jonger als mij.
  2. Gebruik 'dan' en 'als' niet door elkaar. 'Dan' komt altijd na een vergrotende trap.
  3. Lisa is jonger dan ik (ben).

Slide 14 - Diapositive

Vandaag ben ik even slim als / dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 15 - Quiz

Trappen van vergelijking
A tot Zin 2.13 blz. uitdelen

De Taalschool  blz. 77 maken 1,2,3 en 4
                               blz. 78 maken 5
                               blz. 79 maken 8 op een apart blaadje en presenteren op maandag 20 februari! 


Slide 16 - Diapositive

Evaluatie

Heb je de lesdoelen behaald?


-Weet je wat de trappen van vergelijking zijn?

-Weet je wanneer je 'dan' gebruikt?

-Weet je wanneer je 'als' gebruikt?

Als je het fijn vindt, kijken we nog 1x naar de uitleg in het filmpje!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Woorden houden van
werkwoorden
zelfstandige naamwoorden
het gevoel
overige 

Slide 19 - Diapositive