22. Thema 3 - week 2 - les 8 - Meervouden met een trema

Doel van de les:
Ik kan meervouden met een trema correct spellen.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van de les:
Ik kan meervouden met een trema correct spellen.

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden krijgen
in het meervoud
een trema?

Woorden die eindigen op:
-ie of -ee
en waarbij het meervoud NIET op een -s eindigt.



knie - knieën            

moskee - moskeeën

Slide 2 - Diapositive

De klemtoon bepaalt.....
Als de klemtoon op het laatste stukje van het woord valt, komt er in het meervoud -ën achter het grondwoord.
Voorbeeld: melodie - melodieën

Als de klemtoon NIET op het laatste stukje van het woord valt, komt er in het meervoud een trema op de laatste -e van het grondwoord en komt er alleen een -n achter.
Voorbeeld: olie - oliën

Slide 3 - Diapositive

Klemtoon?????
- Lettergreep waar de nadruk op ligt.

- Roep het woord. De nadruk ligt op de klankgroep die je langer maakt.

Kleeeeeeeeemtoon eten!!
of : Klemtooooooooon eten!!

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld 1:
bacterie

Je hoort dat het laatste stukje van het woord NIET langer gemaakt wordt. 
Dus schrijf je het meervoud met een trema op de laatste -e en alleen -n erachter:
bacteriën

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 2
fantasie 

Je hoort dat het laatste stukje van het woord langer gemaakt wordt.
Dus schrijf je het meervoud door -ën achter het grondwoord te zetten.
fantasieën

Slide 6 - Diapositive

Schrijf het woord met de trema.
moskeeen

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het woord met de trema.
moskeeen

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het woord met de trema.
moskeeen

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf het woord met de trema.
bacterien

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het woord met de trema.
amfibieen

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste plek!

Slide 13 - Question de remorquage


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


woord 1

Slide 17 - Question ouverte


woord 2

Slide 18 - Question ouverte


Beethoven heeft een prachtige symfonie geschreven.

Slide 19 - Question ouverte


woord 4

Slide 20 - Question ouverte


woord 5

Slide 21 - Question ouverte

Op welk deel van het woord valt de klemtoon?
TIP: roep het woord
A
COMputer
B
comPUter
C
compuTER

Slide 22 - Quiz

Op welk deel van het woord valt de klemtoon?
TIP: roep het woord
A
Olifant
B
oLIfant
C
oliFANT

Slide 23 - Quiz

En dan nu bij een woord dat
een trema krijgt in het meervoud:
Op welk deel van het woord valt de klemtoon?
TIP: roep het woord
A
KOlonie
B
koLOnie
C
koloNIE

Slide 24 - Quiz

Hoe schrijf je dus het meervoud van kolonie?
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 25 - Quiz

 plus -ën
plus -n trema op de laatste -e

Slide 26 - Question de remorquage

Spelling
Thema 3 - week 2 - les 8
alle opgaven
15 x plussen

Slide 27 - Diapositive