Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
PLANNEN LEREN LEREN
Les 1 - Planning maken
Slide 1 - Diapositive
Iedere week moet er van alles gebeuren. Huiswerk, toetsen, afspraken én leuke dingen!
Slide 2 - Diapositive
Om niet in de war te raken en alles duidelijk
te hebben voor jezelf, maak je een planning
en gebruik je een agenda.
Op die manier weet je precies wat je wanneer moet doen en wat je al gedaan hebt!
Slide 3 - Diapositive
Wat staat er allemaal in jouw weekplanning?
Slide 4 - Carte mentale
Waarvoor gebruik je wel een agenda en waarvoor niet?
Niet!
Wel!
Gamen met vrienden
Verjaardag vriend(in)
Tandarts
Een toets
Een presentatie
Weekend
Slide 5 - Question de remorquage
Op school gebruiken wij twee soorten agenda's
Online agenda
in Magister
Jouw eigen papieren agenda
Wat staat erin?
- je rooster
- de aankomende toetsen
- het huiswerk
- je cijfers
Wat staat erin?
- je rooster
- de aankomende toetsen
- het huiswerk
- activiteiten buiten school
- jouw studieplanning
Slide 6 - Diapositive
Op school gebruiken wij twee soorten agenda's
Online agenda
in Magister
Jouw eigen papieren agenda
Wat staat erin?
- je rooster
- de aankomende toetsen
- het huiswerk
- je cijfers
Wat staat erin?
- je rooster
- de aankomende toetsen
- het huiswerk
- activiteiten buiten school
- jouw studieplanning
Hierin kun je al je huiswerk plannen én al jouw taken afstrepen!
Slide 7 - Diapositive
Wat staat er in een agenda?
Klik maar aan!
Het gebruik van afkortingen maakt je agenda overzichterlijker! Bijvoorbeeld NE voor Nederlands of HW voor huiswerk.
Het gebruik van kleurtjes maakt jouw agenda overzichtelijker en leuker om in te kijken. Gebruik bijvoorbeeld groen voor leuke dingen, oranje voor huiswerk en geel voor toetsen.
Vergeet ook niet de leuke dingen in je agenda te zetten! Zo heb je leuke dingen om naar uit te kijken.
Iets helemaal af of is het al gebeurd? Zet er een streep door als je dat fijn vindt! Zo zie je precies wat je nog moet doen of maken.
Oei! Komt er een belangrijke toets op donderdag aan? Zet dan bijvoorbeeld al vanaf maandag elke dag in je agenda dat je hier even voor moet leren.
Agenda's zijn óók heel leuk en handig voor je vrije tijd! Zet er bijvoorbeeld in wanneer je gaat sporten, met vrienden/vriendinnen afspreekt of op vakantie gaat.
Gebruik je agenda zoals jij zelf het fijnst vindt! Er is niet één 'goede' manier.
Slide 8 - Diapositive
We gebruiken voor ieder vak een andere afkorting:
Aardrijkskunde
AK
Mens en maatschappij
MM
Biologie
BI
Mens en natuur
MN
Engels
EN
Mentorles
ML
Flexuur
FL
Muziek
MU
Frans
FA
Nederlands
NE
Geschiedenis
GS
Praktische sectororiëntatie
PS
Latijn
LA
Tekenen
TE
Lichamelijke opvoeding
LO
Wiskunde
WI
Slide 9 - Diapositive
Maar ook andere dingen kun je korter opschrijven!
Huiswerk
HW
Opdracht
Opdr
Leren
L
Herhalen
HH
Lezen
LZ
Tot en met
T/m
Maken
M
Schriftelijke overhoring
SO
Hoofdstuk
H
Proefwerk
PW
Paragraaf
P (§)
Mondelinge overhoringt
MO
Bladzijde
Blz
Presentatie
PR
Gebruik de afkorting die jij fijn/handig vindt.
Slide 10 - Diapositive
Opdracht
Vul je agenda voor volgende week in!
Neem je lesrooster over. Denk aan de afkortingen.
Bekijk alvast in Magister of er al huiswerk of toetsen staan. Neem deze over.
Schrijf ook je hobby's en andere afspraken op (sport, verjaardagen, tandarts etc.)
Geef de verschillende onderdelen eventueel een kleurtje.
Schrijf de komende dagen het opgegeven huiswerk en de toetsen op bij het juiste lesuur.
Bedenk je wanneer je grote taken (huiswerk, toetsen) wil gaan maken of voorbereiden. Schrijf ook dit op.