cijfers 1-20, avoir

Bonjour ! Ça va?

compter jusqu'à 20 
le verbe avoir
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bonjour ! Ça va?

compter jusqu'à 20 
le verbe avoir

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

12=

Slide 4 - Question ouverte

13=
A
onze
B
douze
C
treize
D
quatorze

Slide 5 - Quiz

16

Slide 6 - Question ouverte

14=
A
onze
B
douze
C
treize
D
quatorze

Slide 7 - Quiz

15

Slide 8 - Question ouverte

11=
A
onze
B
douze
C
treize
D
quatorze

Slide 9 - Quiz

Elle a quel âge ?
A
cinq
B
six
C
sept
D
huit

Slide 10 - Quiz

Il a quel âge?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 12 - Question de remorquage

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Slide 13 - Diapositive

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 14 - Question de remorquage

Schrijf het rijtje van AVOIR op:

Slide 15 - Carte mentale