Making questions and negatives present simple

Past Simple
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Past Simple

Slide 1 - Diapositive

Today's goal:
Ik kan in de tegenwoordige tijd vragende en 
ontkennende zinnen maken. 

Slide 2 - Diapositive

Making questions and negatives
We gaan oefenen met het maken van vragen en ontkenningen in de tegenwoordige tijd.

Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vul de juiste vorm in.
Sandy _____ (buy - not) a lot of clothes.
A
buys
B
doesn't buys
C
doesn't buy
D
buys not

Slide 5 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
___ Jake ___ (sell) his car this week?
A
Does... sells
B
Does... sell
C
sells
D
sell

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
Their friends _____ (go - not) to the park.
A
go not
B
don't go
C
goen't
D
doesn't go

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
She _______ (is - not) on holiday on a tropical island.
A
isn't
B
is not
C
doesn't is
D
don't is

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
The cat _____ (is - not) agressive, but very friendly.
A
is'nt
B
isn't
C
does not is
D
don't is

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
____ on time this morning?
A
Does I am
B
I am
C
Do I am
D
Am I

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
I ... (go - not) to a party every weekend.
A
go
B
go not
C
don't go
D
doesn't go

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
_____ (drink) a cup of tea?
A
Drink we
B
We drink
C
Does we drink
D
Do we drink

Slide 12 - Quiz


Vulde juiste vorm in.
_____ (play) with its bone?
A
Plays the dog
B
Does the dog play
C
Play the dog
D
Do the dog play

Slide 13 - Quiz

Maak VRAGEND:
He is at school now.
(met een hoofdletter en een vraagteken!)

Slide 14 - Question ouverte

Maak VRAGEND:
I am on holiday in England.
(met hoofdletters (ook I) en vraagteken)

Slide 15 - Question ouverte

Maak ONTKENNEND:
Eric visits his grandpa.
(Met hoofdletter en punt)

Slide 16 - Question ouverte

Maak ONTKENNEND:
They are on the beach.
(Met hoofdletter en punt)

Slide 17 - Question ouverte

Maak VRAGEND:
I learn enough for my English test.
(met hoofdletter en vraagteken)

Slide 18 - Question ouverte

Last one. Maak VRAGEND:
My mom and dad go to a restaurant.
(met hoofdletter en vraagteken)

Slide 19 - Question ouverte

Ik snap hoe ik vragen kan maken in het Engels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Ik snap hoe ik ontkenningen kan maken in het Engels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

The END :)
Meer oefenen?

vragen maken:

Ontkenningen:

Slide 22 - Diapositive