Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
BS 1: Het zintuigenstelsel
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat een zintuig is.
Je weet waar de belangrijkste zintuigen zijn.
Je weet wat een drempelwaarde is.
Je weet wat een adequate prikkel is.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Zintuigen
Zintuig = een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving
Alle zintuigen samen noem je het zintuigenstelsel.
Gehoorzinguigen
Evenwichtzintuigen
Reukzintuigen
Smaakzintuigen
Gezichtszintuigen
Zintuigen waarmee je kunt voelen
Slide 5 - Diapositive
Vanaf wanneer ontstaat er een impuls?
In zintuigcellen ontstaan alleen impulsen als de prikkel sterk genoeg is.
De zwakste prikkel die een impuls verzoorzaakt noem je de drempelwaarde.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Gevoeligheid zintuigcel
Elk type zintuigcel is speciaal gevoelig voor één bepaalde prikkel
= de adequate prikkel.
Bijvoorbeeld: Geluid is een adequate prikkel voor de zintuigcellen in je oor.
Slide 8 - Diapositive
Waarom voel je je kleren niet meer?
Slide 9 - Diapositive
Waarneming
De drempelwaarde is niet altijd even hoog.
Langere tijd dezelfde prikkel --> Gewenning = er ontstaan minder impulsen in de zintuigcellen
Motivatie: verlaag je de drempelwaarde, door bijvoorbeeld als je heel aandachtig naar muziek luistert.
Slide 10 - Diapositive
Grote hersenen
Beïnvloeden je waarnemingen: niet alles gaat even snel
Slide 11 - Diapositive
Grote hersenen
Beïnvloeden je waarnemingen: niet alles gaat even snel
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag!
LEZEN
blz 46 t/m 48
MAKEN
Opdrachten 1 t/m 4
KLAAR?
Samenvatting bs. 1.
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Leerdoelen(terugblik)
Je weet wat een zintuig is.
Je weet waar de belangrijkste zintuigen zijn.
Je weet wat een drempelwaarde is.
Je weet wat een adequate prikkel is.
Slide 14 - Diapositive
BS 2 : Voelen, ruiken en proeven
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet welke zintuigen liggen in je huid.
Je weet welk zintuig ligt in je neus.
Je weet welk zintuig ligt op je tong.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Neus
Reukzintuig = zintuigcellen
Ruiken met neus + mond
De geurstoffen van het eten gaan naar je reukzintuig. De combinatie van smaak en geur bepaalt dat je weet wat je eet
Slide 18 - Diapositive
Smaak-
zintuig
Smaken die je tong kan proeven:
Bitter - zout - zoet - umami - zuur
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
De zintuigen in je huid
Slide 22 - Diapositive
Wat gebeurt als je warmtezintuig geactiveerd wordt?
Slide 23 - Diapositive
Lichaams-
temperatuur
Altijd rond de 37 graden
Je hersenen regelen je lichaamstemperatuur
krijgen informatie van warmte- en koudezintuigen in je huid en binnenin je lichaam.
Bekijk Bron 6 uit je boek.
Slide 24 - Diapositive
Lichaamstemperatuur te hoog?
Bloedvaten worden wijder
Huid wordt rood en warm
Via de huid wordt warmte afgegeven aan de omgeving-> Je koelt af.
Zweetklieren maken zweet.
Slide 25 - Diapositive
Lichaamstemperatuur te laag?
Bloedvaten worden nauwer
Huid wordt bleek.
Minder warmte wordt afgegeven aan de omgeving.
Je gaat rillen-> spieren gaan bewegen-> er komt warmte vrij.
Slide 26 - Diapositive
Aan de slag!
LEZEN
blz 49
MAKEN
Opdrachten 10 en 11
KLAAR?
Samenvatting bs. 2.
timer
10:00
Slide 27 - Diapositive
Leerdoelen(Terugblik)
Je weet welke zintuigen liggen in jouw huid.
Je weet welk zintuig ligt in jouw neus.
Je weet welk zintuig ligt op jouw tong.
Slide 28 - Diapositive
Met welke delen van het lichaam neem je pijn waar?
A
Drukzintuigen
B
Gevoelzintuigen
C
Pijnpunten
D
Tastzintuigen
Slide 29 - Quiz
Een vlieg loopt over je wang
In de winter krijg je koude handen op de fiets
Je staat onder de warme douche
Je voelt dat je schoenen knellen
Tast zintuig
Koudezintuig
warmte zintuigen
Druk zintuigen
Slide 30 - Question de remorquage
Als je iets wilt ruiken, adem je kort maar krachtig in. Waarom doe je dat?
Slide 31 - Question ouverte
Als je een ei pakt, moet je ervoor zorgen dat het niet breekt. Je mag dus niet te hard knijpen. Welke zintuigen in de huid zijn hierbij belangrijk?
A
Drukzintuigen
B
Drukzenuwen
Slide 32 - Quiz
Welke receptoren worden er geprikkeld bij een temperatuur van 25 graden Celsius?
A
warmte zintuigen
B
koude zintuigen
C
warmte- en koude zintuigen
Slide 33 - Quiz
Waar bevinden zich de reukzintuigcellen?
A
bij Q
B
bij R
C
bij P
D
bij S
Slide 34 - Quiz
Welke smaken proef je met je tong?
Slide 35 - Question ouverte
Als je verkouden bent kunt je minder goed proeven.
A
ja
B
nee
Slide 36 - Quiz
Richard wil graag een tatoeage op zijn hand of op zijn bovenarm. Waarom doet dit het meeste pijn op de hand
Slide 37 - Question ouverte
Komen er warmte en koudezintuigen voor in de huid?
A
alleen warmte zintuigen
B
alleen koude zintuigen
C
allebei
D
geen van beiden
Slide 38 - Quiz
het reuk zintuig is deel van het...
A
reukslijmvlies
B
neusslijmvlies
C
geurstofslijmvlies
D
smaak/reukslijmvlies
Slide 39 - Quiz
Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel
Slide 40 - Quiz
Sven zit in zijn t-shirt in de klas, zijn buurvrouw zet het raam open. Daardoor daalt de temperatuur en krijgt hij kippenvel. Hij vindt dat het te koud is geworden. Zal er ook een verandering hebben plaats gevonden in zijn huid? Zo ja, welke verandering?
A
Nee.
B
Ja, de bloedvaten worden nauwer.
C
Ja, de bloedvaten worden wijder.
Slide 41 - Quiz
Wat is de adequate prikkel van de koudezintuigjes in de huid?
A
temperatuur
B
lagere temperatuur dan de huid
C
hogere temperatuur dan de huid
D
kou
Slide 42 - Quiz
Welk zintuig hoort niet bij je orgaan huid ?
A
pijnzintuig
B
tastzintuig
C
smaakzintuig
D
warmtezintuig
Slide 43 - Quiz
de prikkel van het smaakzintuig is
A
geluid
B
smaakstoffen
C
pijn
D
geurstoffen
Slide 44 - Quiz
welke zintuigen worden geprikkeld als je een cactus vastpakt
A
tastzintuig
reukzintuig
B
tastzintuig
pijnzintuig
C
smaakzintuig
gehoorzintuig
D
pijnzintuig
reukzintuig
Slide 45 - Quiz
Welke zintuigen liggen er in de huid? Noem ze allemaal in 1 antwoord.