Kerst: Luistertekst en quiz

12 t/ m 17 december
- Oefenen met woorden Kerstmis
- Samen praten
- Luistertekst Kerstmis
- Quiz over Kerstmis en Oud & Nieuw

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

12 t/ m 17 december
- Oefenen met woorden Kerstmis
- Samen praten
- Luistertekst Kerstmis
- Quiz over Kerstmis en Oud & Nieuw

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Woorden over kerstmis

Wie weet de meeste?

Slide 3 - Carte mentale

- Elk goed geschreven woord = 2 punten.
- Elk goed woord met fouten = 1 punt.
de kaars

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de ster

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het rendier

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kerstboom versieren

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de kerstboom

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kerstbal

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het tuincentrum

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de lichtjes

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de piek

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de kerstman

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praat samen
Wat zie je op de foto?
Heb jij thuis een kerstboom? 
Welke kleuren zien we in jouw kerstboom? 
Wat eet jij met Kerstmis? 
Wat drink jij met Kerstmis?
Wat doe jij met Kerstmis?  

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister naar de tekst:
Hebben jullie een kerstboom?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister nog een keer.
Vraag: Fayza heeft geen kerstboom. Waarom niet?
A
Ze vindt kerstbomen niet mooi.
B
Kerst vieren hoort niet bij haar geloof.
C
Ze vindt kerstbomen te duur.
D
De winkels zijn dicht.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gaan Betty en Fayza naar het tuincentrum?
A
Zaterdagmiddag om 15.00 uur.
B
Morgenmiddag om 17.00 uur.
C
Morgenmiddag om 15.00 uur.
D
Zaterdagochtend om 10.00 uur.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fayza: Wat heb je een mooie kerstboom!
Betty: Ja, hè.
Fayza: Waar heb je hem gekocht?
Betty: In het tuincentrum bij de brug.
Fayza: Is het een echte boom?
Betty: Ja, natuurlijk!
Fayza: Heb jíj hem versierd?
Betty: Ja, samen met mijn zoon. Dat vindt hij altijd heel spannend.
Fayza: Het is wel veel werk.
Betty: Zeker. Eerst doen we de lichtjes erin. Daarna de piek, bovenin de
 boom. En dan de kerstballen en de andere spulletjes. En natuurlijk de kerstman die Niels gemaakt heeft op de crèche. Die hangen we als laatste in de boom. Dan is hij helemaal af. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betty: Dan kun je toch wel een boom nemen?
Fayza: Ja, dat is waar. Het is wel gezellig in huis. Ik denk dat mijn dochter  het ook heel leuk vindt. 
Betty: Nou, waarom neem je er dan niet een?
Fayza: Ja, mijn moeder vindt het wel gek, denk ik. Ze vindt het maar een  rare gewoonte. 
Betty: Het is toch jouw huis. Je kunt ook een kleine boom nemen.
Fayza: Tsja … ja ... kan.
Betty: Zullen we samen naar het tuincentrum gaan? Dan kun je eens kijken.
Fayza: Ja, dat is wel een goed idee. Wanneer heb je tijd?
Betty: Eh … nou, morgenmiddag om 15.00 uur?
Fayza: Dat is goed.
Betty: Zal ik je komen halen met de auto?
Fayza: Prima!
Betty: Oké.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


    Kerstquiz!!!!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vieren veel mensen op 25 en 26 december?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Kerstmis
D
Suikerfeest

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstboom
B
de kerstkaart
C
de kerstkaart
D
de kerstkrans

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkaart
B
de kerstboom
C
de kerstkrans
D
de kerstballen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is dit?
A
oom Hans
B
de kerstman
C
Sinterklaas
D
het rendier

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkaart
B
de kerstbal
C
de kerstboom
D
de kerstkrans

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit dier?
A
de ijsbeer
B
de pandabeer
C
het loopdier
D
het rendier

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen de kinderen?
A
schaatsen
B
sleeën
C
rennen
D
skiën

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de kerstkrans
B
de kerstkaart
C
de kerstboom
D
de kerstman

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen deze kinderen?
A
sleeën
B
skiën
C
springen
D
schaatsen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er liggen veel ...........
onder de kerstboom.
A
kaartjes
B
pakjes
C
cadeautjes
D
kaarsjes

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel mensen gaan in de weken voor Kerstmis naar een .............
A
kerstmarkt
B
kerststal
C
kerstboom
D
kersthuis

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
de kaas
B
de kaart
C
de krans
D
de kaars

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de ster
B
de kerstbal
C
de piek
D
de kaars

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
de oliebal
B
de oliebol
C
de appelflap
D
de kerstbal

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 1 januari voor feestdag?
A
Kerstmis
B
Oudjaarsdag
C
Nieuwjaarsdag
D
Sinterklaas

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op 1 januari zeg je tegen mensen:
A
De beste wensen!
B
Gefeliciteerd!
C
Fijne dag!
D
Gelukkig Nieuwjaar!

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij leuk aan Kerstmis? Typ een woord.

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Fijne feestdagen!

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions