Reactievergelijkingen
1 / 39
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De reactiesnelheid hangt af van:
A
De soort stof
B
De concentratie
C
De temperatuur
D
Alle antwoorden
Slide 3 - Quiz
Tekst
Exotherme reactie
Endotherme reactie
Het verbranden van hout
Het smelten van ijs
Het bakken van een ei
Fotosynthese in een plant
Slide 4 - Question de remorquage
Deze afbeelding geeft een chemische reactie weer.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Deze afbeelding geeft klopt volgens de wet van behoud van massa.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Het symbool voor zuurstof is
A
C
B
Z
C
O
D
N
Slide 7 - Quiz
Wat is de formule voor koolstofdioxide?
A
CO
B
CO2
C
C2O
D
OCO
Slide 8 - Quiz
Wat zijn de 7 twee-atomige elementen?
Slide 9 - Question ouverte
Geef de formule voor water
A
H2O
B
HO
C
HO2
D
H2O2
Slide 10 - Quiz
Wat houdt de wet van behoud van massa in?
Slide 11 - Question ouverte
Bij de verbranding van koolstof ontstaat koolstofdioxide. Wat is de juiste reactievergelijking?
A
C+2O−>CO2
B
C−>CO2
C
C+O2−>CO2
D
2C+2O2−>2CO2
Slide 12 - Quiz
Welke coëfficiënten moeten op de puntjes om de reactievergelijking kloppend te maken?
...N2+...H2−>...NH3
A
niks, 3, niks
B
1, 3, 1
C
niks, 3, 2
D
2, 3, 2
Slide 13 - Quiz
Welke coëfficiënten moeten op de puntjes om de reactievergelijking kloppend te maken?
...SO2+...O2−>...SO3
A
niks, niks, niks
B
2, niks, 2
C
2, 2, 2
D
3, 2, 3
Slide 14 - Quiz
Maak de reactievergelijking kloppend, noteer je antwoord zoals in de vorige vragen.
...K+...Br2−>...KBr
Slide 15 - Question ouverte
Maak de reactievergelijking kloppend, noteer je antwoord zoals in de vorige vraag.
...C3H8+...O2−>...CO2+....H2O
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Geef het reactieschema in woorden:
Slide 22 - Question ouverte
Zet de woorden om in symbolen
magnesium(s) + zuurstof (g)--> magnesiumoxide (s)
magnesium(s) + zuurstof (g)--> magnesiumoxide (s)
Slide 23 - Question ouverte
Maak de reactievergelijking kloppend
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Vul de juiste woorden in.
In een reactievergelijking staan na de pijl de formules van de stoffen die.................................................................
Deze stoffen worden ................................ genoemd.
De symbolen in een formule geven de .................................... aan.
Het getal rechts onder het symbool van een atoomsoort heet de ..............
Als de formule goed is, mag je de index bij het kloppend maken .......... veranderen.
Er staan van elk soort ................... atomen voor de pijl als na de pijl.
Bij het kloppend maken van een reactievergelijking mag je alleen getallen ................. de formules zetten.
De stoffen voor de pijl worden ...................... genoemd.
ontstaan bij een reactie
Atoomsoorten
index
reactieproducten
beginstoffen
evenveel
nooit
voor
Slide 26 - Question de remorquage
Maak kloppend.
...Mg+...O2−>...MgO
Slide 27 - Question ouverte
Maak kloppend:
...Ca+...H2O−>...Ca(OH)2+...H2
Slide 28 - Question ouverte
Maak kloppend:
...Na2O2+...H2SO4−>...Na2SO4+...H2O2
Slide 29 - Question ouverte
Maak kloppend:
...Al+...O2−>...Al2O3
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Diapositive
Bij het ontleden van het gas ammoniak, ontstaat er stikstof gas en waterstof gas.
Slide 32 - Question ouverte
In een katalysator van een auto wordt het milieuonvriendelijke gas stikstoftrioxide (NO3) ontleed in stikstof en zuurstof.
Slide 33 - Question ouverte
In een buis wordt roest (ijzeroxide = Fe2O3) samen met koolstof sterk verhit. Bij deze reactie ontstaat ijzer en koolstofdioxide.
Slide 34 - Question ouverte
Pentaan (C5H12) verbrandt volledig tot koolstofdioxide en waterdamp.
