Grammatica hoofdstuk 2 - 3GT

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Crime

Programma

Herhalen van grammatica hoofdstuk 2

Oefenvraag

Ultra korte uitleg

Begripvraag

5 - The present perfect

Welk antwoord is juist?

We ... (be) to London twice since 2017.

1. are
2. were
3. been
4. have been

Welk antwoord is juist?

I ... (think) about buying a car for weeks.

1. thinked
2. thought
3. have thinked
4. have thought

Present perfect

• Je moet op je PTA de present perfect kunnen maken.
• Je moet de signaalwoorden kennen (FYJNE BAS)
• Je moet je onregelmatige ww kennen.

Aantekening

Hoe doe je dat dan?

1. Zoek naar een signaalwoord (die moet je dus leren!)
2. Hoe maak je deze werkwoordtijd?
   
3. Vul de juiste werkwoordtijd in.

Voorbeeldzin (2)

1. We ... just ... cooking dinner. (start)

2. The man ... there since 2010. (work)

Voorbeeldzin (2)

1. We have just started cooking dinner. (start)

2. The man has worked there since 2010. (work)

Vul de present perfect in.

Since 2013, I ... (be) there 3 times.

Vul de present perfect in.

I don't know, I ... (never - see) him before.

Vul de present perfect in.

She's my best friend. I ... (know) her for 12 years.

5 - Present perfect / past simple

Welk antwoord is juist?

She ... hockey at that club since 2013.

1. played
2. was playing
3. has played
4. have played

Welk antwoord is juist?

I ... my ankle in 2013.

1. broke
2. was breaking
3. has broken
4. have broken

Present perfect / past simple

• Je moet op je PTA de present perfect en de past simple uit elkaar kunnen houden.
• Dit doe je door te kijken naar de signaalwoorden.
• Die moet je dus kennen!

Aantekening

Hoe doe je dat dan?

1. Zoek naar het signaalwoord. 
2. Is dit FYJNE BAS? Dan met have/has!
3. Is het een tijd in verleden? Dan 'gewone' verleden tijd
4. Vul de juiste tijd in.

Voorbeeldzin (2)

1. We ... friends since 2019. (be)

2. She ... to the club yesterday. (go)

Voorbeeldzin (2)

1. We have been friends since 2019. (be)

2. She went to the club yesterday. (go)

Vul present perfect / past simple in.

I ... (not - talk) to him for ages!

Vul present perfect / past simple in.

He ... (love) her ever since he met her.

Vul een tag question in.

Last week, I ... (find) a necklace in the sea.

6. Modals

Fill in the right word.

I ... clean my room on Sunday, I had to work.

1. can
2. could
3. can't
4. couldn't

Fill in the right word.

Oh you look pale! I think you ... see a doctor!

1. should
2. have to
3. shouldn't
4. don't have to

Modals + negations

• Je moet op je PTA zelf kiezen welk modaal werkwoord het beste in de zin past.
• Hier zijn bepaalde regels voor.
• De negation is de negatieve vorm van dit werkwoord.

Aantekening

Voorbeeldzin (2)

1. Hey man, ... I borrow your pen?

2. Excuse me sir, ... you show me the way please?

Voorbeeldzin (2)

1. Hey man, can I borrow your pen?

2. Excuse me sir, could you show me the way please?

Vul in: can, could, must, should, have to, able to.

I'm amazing - I ... play 6 instruments!

Vul in: can, could, must, should, have to, able to.

The doctor says I ... take my medicine.

Vul in: can, could, must, should, have to, able to.

I ... find my dog anywhere yesterday. He's gone!

Vul in: some, any, every, no OF een compound.

We don't have ... more room in the car.

Time to practise!

Present perfect                                                                 SS grammar 5

Onregelmatige ww                                                          SS grammar 5b

Modals                                                                                  SS grammar 6