3GL Regeling BS7 + BS8

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Thema 5: Regeling

Basisstof 7: de hypofyse en de schildklier
Basisstof 8: de eilandjes van langerhans en de bijnieren

Wat doen we vandaag?

Korte herhaling basisstof 5 + 6

Uitleg basisstof 7 + 8

Opdrachten maken

Weg die impulsen afleggen

Bewuste reactie

Reflex

Hormoonstelsel

Bestaat uit een aantal hormoonklieren

Die zijn anders dan de andere klieren in je lichaam

Hormoonstelsel

Hormonen regelen groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting

Leerdoelen

- Je kunt de bouw en de functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.

- Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.

Hypofyse

De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.

Het maakt o.a. het groeihormoon

De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren 

De hypofyse

De hypofyse stuurt en activeert

vooral andere organen.

Stuurt andere delen van het lichaam aan zoals de groei van je botten en de productie van eicellen en zaadcellen

Maar ook de schildklier

Schildklier

Maakt schildklierhormoon:
Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen (stofwisseling) en groei en ontwikkeling.

Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.

Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

De eilandjes van langerhans

De eilandjes van Langerhans

Maken de hormonen insuline en glucagon

-> bloedsuikerspiegel op 0,1% houden

     

 

De eilandjes van Langerhans

Maken de hormonen insuline en glucagon

-> bloedsuikerspiegel op 0,1% houden

     

      Stijgt de glucose dan wordt er insuline gemaakt 

Insuline zorgt dat glucose in de lever omgezet wordt in glycogeen (reservestof). De glucose daalt dan weer

 

De eilandjes van Langerhans

Maken de hormonen insuline en glucagon

-> bloedsuikerspiegel op 0,1% houden

     

      Stijgt de glucose dan wordt er insuline gemaakt 

Insuline zorgt dat glucose in de lever omgezet wordt in glycogeen (reservestof). De glucose daalt dan weer

      Daalt de glucose dan wordt er glucagon gemaakt. Glycogeen wordt in de lever weer omgezet in glucose. De glucose stijgt dan

schrijf op

glucose -> insuline -> glycogeen -> glucose

glucose -> glucagon -> glycogeen -> glucose 

Terugkoppeling

Is de manier van bijsturen van insuline en glucagon. 

• Een te hoog glucose gehalte
• Veroorzaakt een bijsturing (insuline)
• Het resultaat is een daling van glucose
• Veroorzaakt weer productie van glucagon 

Diabetes (suikerziekte)

Wat is het?

Adrenaline

• Ook adrenaline heeft invloed op de glucosegehalte in het bloed.
  

• Adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren.

• Je hart gaat sneller kloppen en je ademt sneller

• Snelle kortdurende werking

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 45, 46, 47, 49, 52, 53, 54, 55, 56
Werkboek blz. 36  en handboek blz. 21
Hoe? Eerste 10 minuten alleen in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.
Hulp? Hand opsteken, docent komt je helpen.

Klaar? Nakijken en verbeteren via magister -> studiewijzer.
Ook klaar en geen vragen? Start aan de diagnostische toets of ga voor jezelf leren.