Les 5: industriële revolutie

Hoofdstuk 3 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijf waar met machines grote hoeveelheden producten worden gemaakt. 
Werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen. 
De opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan. 
Groei van steden doordat meer mensen werk gaan zoeken in de stad
Kinderen die betaald werk doen. Vaak zijn ze goedkoper en handig voor het kleine werk.
Fabrieken
Huisnijverheid 
Industriële revolutie
Urbanisatie 
Kinderarbeid 

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan goedkope kleren kopen
Ik hoef niet naar school, niemand in mijn familie kon naar school
Er is geen school in de buurt en de bus is te duur
Kinderen zijn goedkope werknemers!
Jij
Fabrieksbaas
Ouders van een kind wat kinderarbeid doet
Een kind wat kinderarbeid doet

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Het begin van een oplossing
De eerste sociale wet was in 1874 Het Kinderwetje van Van Houten
 

Verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar.

Kinderarbeid in winkels en op boerderijen bleef gewoon bestaan.
De Kinderwet was geen succes. 
Oorzaak: de controle was slecht en de gezinnen konden het inkomen niet missen.



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

De voorloper van (social) media
Wat als je je boodschap onder de mensen wil brengen!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst van Thorbecke:
 "Zoo min mogelijk tussenkomst der wet waar sociale kracht in ontwikkeling alleen helpen kan. Fabrikanten helpen reeds, en doen veel meer dan de wet zou kunnen doen."
Hoe zie je hier terug dat Thorbecke een liberaal was?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er volgden meer sociale wetten, zoals de leerplichtwet in 1901.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht kinderarbeid
heden en verleden 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Ik vind dat er iets moet veranderen in de fabrieken. Ik denk er wel over na, maar ik kan er toch niks aan doen.
  2. Ik kijk eerst of een broek onder goede arbeidsomstandigheden wordt gemaakt en dan koop ik hem pas.
  3. Het interesseert met niet hoe en door wie de broek gemaakt is. Als ik de broek mooi vindt, koop ik hem.
  4. Ik vind dat die spijkerbroeken wel wat goedkoper mogen worden in de winkel, omdat het heel weinig kost om het te maken.
Waar denk jij aan als je een spijkerbroek koopt?
Denk je er bij het kopen van een spijkerbroek ook wel eens aan hoe en door wie hij is gemaakt?

Slide 12 - Diapositive

Bekijk met de leerlingen/studenten de poster van de documentaire China Blue. Vertel leerlingen/studenten dat de documentaire China Blue gaat over de slechte arbeidsomstandigheden en de lage lonen in de kledingindustrie in China. Bespreek met hen de volgende vragen:
  • Waar denk jij aan als je een spijkerbroek koopt?
  • Denk je er bij het kopen van een spijkerbroek ook wel eens aan hoe en door wie hij is gemaakt?
    Bekijk bij deze vraag ook de stellingen onder de hotspotbutton en vraag leerlingen/studenten welke stelling het best bij hen past.
Onder de hotspotbutton staan de volgende stellingen:
  1.  Ik vind dat er iets moet veranderen in de fabrieken. Ik denk er wel over na, maar ik kan er toch niks aan doen.
  2. Ik kijk eerst of een broek onder goede arbeidsomstandigheden wordt gemaakt en dan koop ik hem pas.
  3. Het interesseert met niet hoe en door wie de broek gemaakt is. Als ik de broek mooi vindt, koop ik hem.
  4. Ik vind dat die spijkerbroeken wel wat goedkoper mogen worden in de winkel, omdat het heel weinig kost om het te maken.

Slide 13 - Vidéo

Bekijk met de leerlingen/studenten het eerste fragment van China Blue. Het fragment duurt 5:21 minuten. Na het fragment beantwoorden leerlingen/studenten vragen, te vinden op de volgende slide.

De documentaire laat zien hoe het is voor een jong meisje om haar dorp en familie te verlaten om geld te gaan verdienen in de grote stad.
Boeren trekken naar de stad
lange dagen
weinig rechten
niet naar school
Welke elementen zag je terug in de video die je ook zag in de tijd van de industrialisatie in Nederland?

Slide 14 - Diapositive

Bespreek naar aanleiding van het fragment met de leerlingen/studenten de volgende vragen:
  • Wat zou jij doen als je Jasmine was? Zou je naar de stad gaan of in het dorp blijven?
    Laat leerlingen/studenten voor elke keuze tenminste één argument noemen, bijvoorbeeld: In het dorp ben je bij familie en vrienden. In de stad kan je geld verdienen.
  • De zus van Jasmine gaat naar school. Dat wil Jasmine eigenlijk ook. Wat is het voordeel voor een gezin als kinderen naar school gaan, denk je?
    Antwoord: Een voordeel is dat een opgeleid kind een goede baan kan krijgen en zo het gezin uit armoede kan halen.

Slide 15 - Vidéo

Bekijk met de leerlingen/studenten het tweede fragment van China Blue. Het fragment duurt 7:36 minuten. Na het fragment beantwoorden leerlingen/studenten vragen, te vinden op de volgende slide.
Wat vind jij van de rondleiding van de fabrieksdirecteur en zijn assistent?
Waarover spreken zij niet de waarheid?
Hoeveel verdiend Jasmine per uur ? 

Slide 16 - Diapositive

Bespreek naar aanleiding van het fragment met de leerlingen/studenten de volgende vragen:
  • Wat vind jij van de rondleiding van de fabrieksdirecteur en zijn assistent?
  • Waarover spreken de fabrieksdirecteur en zijn assistent niet de waarheid?
    Antwoord: Zij liegen o.a. over de betaling van het loon.
  • De Canadese ondernemers vertrouwen volledig op de woorden van de fabriekseigenaar en zijn tevreden. Wat zouden ze nog meer kunnen doen om een beeld te krijgen van de situatie?
    Antwoord: Zij zouden langer of vaker rond kunnen kijken en fabrieksarbeiders kunnen interviewen.

Slide 17 - Vidéo

Bekijk met de leerlingen/studenten het vierde fragment van China Blue. Het fragment duurt 2:48 minuten. Na het fragment beantwoorden leerlingen/studenten vragen, te vinden op de volgende slide.
Waar gaat het grootste deel van het geld dat aan een t-shirt wordt verdiend naartoe?
Wat vind je ervan dat t-shirts een lage inkoopprijs en een hoge verkoopprijs hebben?
Lage inkoopprijs, hoge verkoopprijs.
Zoals je inmiddels weet krijgen de fabrieksarbeiders in China weinig betaald voor hun werk. Mede hierdoor kunnen de broeken voor een lage prijs aan de groothandelaren worden verkocht. In sommige gevallen zullen de broeken dan ook goedkoop in de winkel liggen. Maar de meeste populaire merken verkopen hun spijkerbroeken, ondanks een lage inkoopprijs, voor een hoge verkoopprijs.

Slide 18 - Diapositive

Onderwerp: Eerlijke kleding.
Bespreek met de leerlingen/studenten de prijsopbouw van een t-shirt. Op de afbeelding in de slide is te zien hoe de prijs van een t-shirt tot stand komt. Bespreek met de leerlingen/studenten de volgende vragen:
  • Waar gaat het grootste deel van het geld dat aan een t-shirt wordt verdiend naartoe?
    Antwoord: Het grootste deel gaat naar de winkel en de kosten die daar worden gemaakt. Daarna gaat het meeste naar het merk en naar reclame voor het product.
  • Wat vind je ervan dat t-shirts een lage inkoopprijs en een hoge verkoopprijs hebben?
    Vraag bij deze vraag leerlingen/studenten om begrippen als eerlijk/oneerlijk, terecht/onterecht, logisch/onlogisch en normaal/niet normaal te gebruiken.
Extra informatie voor de docent, ook te vinden onder de hotspotbutton:
Spijkerbroeken hebben een lage inkoopprijs en een hoge verkoopprijs. De fabrieksarbeiders in China krijgen weinig betaald voor hun werk. Mede hierdoor kunnen de broeken voor een lage prijs aan de groothandelaren worden verkocht. In sommige gevallen zullen de broeken dan ook goedkoop in de winkel liggen. Maar de meest populaire merken verkopen hun spijkerbroeken, ondanks een lage inkoopprijs, voor een hoge verkoopprijs.